Op zondag 30 juni zal TopGear terugkeren op je televisiescherm. Als jouw bekabelaar BBC2 doorgeeft natuurlijk – en dat wisselt nog wel eens bij die overbetaalde graaiers. 30 juni dus, zal je denken, dan is alles al gedaan, zijn de banden ingeblikt en is ons presentatietrio helemaal klaar voor de start. Nou, niet helemaal.

door Andy Wilman, producent

‘De twintigste jaargang’ – dat klinkt behoorlijk feestelijk. Je schrijft dat bovenaan het ideeënbord op de kantoormuur en dan volgen andere, even feestelijke woorden als vanzelf. Woorden als ‘champagnekurken’ en ‘een vergulde Aventador’.

Een twintigste jaargang, dat vraagt erom dat er gelauwerd wordt – dat ik het kantoor in wordt gedragen op een koolstofvezel troon door in pek en veren gehulde parkeerwachters; dat de regisseurs en cameramensen nog wel hun werk doen in jassen van North Face, maar nu plots met kragen van nertsenbont, en dat we de lunch krijgen geserveerd door top-kok Heston Blumenthal, op echt porselein van Wedgwood.

In plaats daarvan kan ik alleen maar tegen mezelf zeggen: droom vooral door. We zullen pas iets te vieren hebben in onze twintigste jaargang als we die tot een goed einde hebben gebracht, want deze jaargang is een absolute horror om te maken. Ik zal je niet vervelen met de details, want je betaalt je kabelaansluiting nou eenmaal om het eindproduct te zien en niet om te luisteren naar mijn geklaag, maar dat neemt niet weg dat er de afgelopen maanden amper iets goed is gegaan: autoproducenten beloofden nieuwe modellen, en dan, als de opnamedag in zicht kwam, werden onze telefoontjes beantwoord met de omineuze woorden: ‘Nou, eh…’ Dat ligt soms natuurlijk ook wel aan onze eigen, tamelijk hoge eisen en wensen.

Op dit moment zijn we bezig met de voorbereiding van de zeer uitgebreide opnames rondom een van onze uitzinnige TopGear-constructies – met voorsprong een van de meest ambitieuze, technische ondernemingen waaraan we ooit zijn begonnen, en iedereen die eraan meewerkt, ligt ’s nachts – wel in de eigen bedden, dat nog net wel – wakker met een jeukende hoofdhuid van angst, zich afvragend wat we moeten doen als dat ding twee seconden na het te hebben gestart, explodeert. Dat mag lachen zijn op YouTube, het helpt niet erg bij het samenstellen van een halfuur televisie – wat weer een ander probleem vormt.

Nu de show al zo snel weer uitgezonden gaat worden, hebben we eigenlijk geen tijd meer om nog met alternatieven te komen, en als er nu nog echt iets misgaat, is de kans dus niet klein dat je het testbeeld krijgt te zien. Ik kan me werkelijk waar niet heugen – en ik schrijf hier niet op de bol van hyperbolen staande typmachine van Clarkson – dat we ooit een serie afleveringen filmden die me meer stress heeft gegeven.

Aan. De. Andere. Kant. Die is er ook. En die andere kant mag er zijn hoor, komend seizoen. Aan die andere kant is het nou eenmaal zo dat situaties zoals ik juist beschreef, je hart goed laten pompen en het bloed doen vloeien waar het anders niet komt. Vanwege deze lawine aan moeilijkheden en tegenslagen zitten we allemaal vol adrenaline en zijn we vastberaden er een succes van te maken, en uit zulke situaties kan iets groots voortkomen – David Bowie schreef All the Young Dudes in een halfuur omdat Mott the Hoople per se een hit moesten scoren. (Ik zou wel een beter voorbeeld willen geven maar helaas heb ik zo veel stress dat ik niet normaal kan nadenken.)

Hoe fijn en geruststellend het ook zou zijn om de voorbereidingen van de twintigste jaargang te zien in mijn zijden pyjama met mijn initialen op de revers, ik weet ook dat juist het team TopGear in staat is om vanuit een achterstandsituatie iets moois te maken, en hopelijk zelfs iets geweldigs.

Daarvan ontstaat inmiddels mondjesmaat het bewijs. Als ik – zoals ik altijd al heb gedaan, en dus ook nu – deze jaargang met een muziekalbum mag vergelijken, en de filmpjes met de afzonderlijke liedjes, dan weet ik dat we al een paar top-tien-hits te pakken hebben, en ook een kandidaat voor onze Greatest Hits. Dus we bikkelen en we beulen nog even door, en jij, voor dit moment: bedankt voor je luisterend oor. Eh, lezend oog.


Viva España!

In heel Europa gaat het niet echt geweldig met de economie. Maar nog altijd een stuk beter dan de financiële situatie in, zeg, Spanje.

Daar staan de zaken er pas echt vreselijk voor, en dat is precies waarom we, in de geest van de grote pan-Europese vriendschap, met TopGear besloten – genereus als we zijn – eens een kijkje te nemen bij onze Iberische vrienden. Toen we hadden besloten erheen te gaan, bedachten we dat we er eigenlijk ook wel wat auto’s konden testen – we hebben hun snelwegen namelijk via de EU toch zelf betaald. Auto’s dus, maar natuurlijk niets opzichtigs, niks duurs, niks extravagants – dat zou ongevoelig van ons zijn. Nee, we moesten drie betaalbare, praktische auto’s hebben die een beetje bij de tijdgeest in Spanje pasten.

Dus, weet je welkom bij TopGears verstandige, pragmatische test van een handje cabrio-supercars. Wat? Verwachtte je een paar dieselende hatchbacks? Natuurlijk niet. Je hebt de foto’s op deze pagina al lang gezien.

Dus je weet dat het gaat om Jeremy in de McLaren 12C Spider, Richard in de Ferrari 458 Spider en James in de Audi R8 V10 Spyder. Wat je niet weet, is wat ze onderweg hebben ondervonden. Als we je vertellen dat het onder meer een compleet verlaten vliegveld behelst, weet je dat Spanjes fiscale ellende de bron van het plezier is voor onze drie supercar-bestuurders.


Big Yellow Taxi

Waar je ook gaat op onze wereld, er is maar een voertuig dat echt universeel is, en dat is niet de Land Rover Defender of de Toyota Hilux: het is de taxi. Maar het type auto dat wordt gebruikt als taxi is natuurlijk niet universeel. In Groot-Brittannië wordt de black cab nog altijd gebruikt, in New York City hebben ze de bekende gele taxi’s – doorgaans Ford Crown Vics – en als je een taxi aanhoudt in New Delhi, is het waarschijnlijk een Hindustan Ambassador.

Maar welke taxi is de beste? Als je dat zou vragen aan een Londense taxichauffeur zou hij waarschijnlijk zeggen dat zijn auto de beste is vanwege de korte draaicirkel, maar zijn eloquente collega in NYC zou beweren dat de 4,6-liter V8 in zijn Crown Vic echt, heus veel beter is. Dan zou een Duitse taxirijder het opnemen voor de superieure bouwkwaliteit van zijn spermakleurige Mercedes E-klasse, terwijl de taxichauffeur in Kaapstad bij hoog en bij laag zou beweren dat zijn Toyota Hiace de beste is, aangezien daar de meeste mensen in passen.

Dus de enige manier om de waarheid te dienen, is een ware, beproefde TopGear-test, gebaseerd op de wetten en regels van de autosport. Je gids tijdens deze wetenschappelijk onderbouwde reis is onze eigen professor Meetkunde, Moleculaire Natuurkunde en Botsen op Stilstaande Zaken, de eerbiedwaardige Richard Hammond.


Vermogenstest: BAC Mono

Als je maar weinig vrienden hebt, is de BAC Mono precies de juiste auto voor je. Hij heeft namelijk maar één stoel. Hij is zo symmetrisch als The Stig, en lijkt eigenlijk ook een beetje op onze witte vrind. Daarenboven heeft ie een 2,4-liter Cosworth-motor met 280 pk. Dit zou, in combinatie met een gewicht van 540 kilo, kunnen leiden tot een bijzonder snelle tijd op de TG-baan. Prettig, dus, dat de stoelbekleding geheel vochtbestendig en vlekwerend is, nietwaar?


Op jacht

Eens in de zoveel tijd, vindt TopGear het leuk om met een ding te racen tegen een ander ding. Als het eerste ding een auto is, is dat een goed begin, en dan kan het tweede ding eigenlijk alles zijn, inclusief, zoals aanstaand seizoen gaat blijken, een racewaardig America’s Cup-jacht. Zulke schepen zijn indrukwekkende toestanden, vol listig design, onbarmhartige gewichtsbesparing en meer koolstofvezel dan je in de hele F1-paddock vindt.

Er is maar één ding waarmee een America’s Cup-jacht nog nooit is uitgevoerd, en dat ding heet James May. Tot nog toe, althans. In de ambitie om de kijker te vermaken door May’s leven te verpesten, stuurde TopGear de rabiate landrot Captain Slow naar Nieuw-Zeeland en gaf hem de opdracht aan te monsteren als bemanningslid van het jacht dat onderweg zou gaan naar het Noordereiland, in een race tegen Jeremy, die zich in de iets comfortabeler omgeving van een auto zou bevinden.

Als je bent uitgelachen om het beeld dat zich in je brein nestelt van James als een natte hond in een reddingsvest, vraag je je daarna misschien af wat voor soort auto Clarkson zal uitkiezen voor een uitdaging als deze. Nou, dat blijft nog even een verrassing. Maar het is, dat verklappen we al wel, een zeer specifiek soort auto dat TG nog nooit eerder heeft getest.


SLS Black vs E-Cell

Beide hebben vleugeldeuren en een Mercedes-badge. De een is lichtgevend geel. De ander heet Black, maar is in werkelijkheid grijs. De een is elektrisch, aangedreven door een batterij aan accu’s die hun oorsprong vinden in het Kers-systeem van een F1-auto. De een heeft een grote V8-motor die is gemaakt door een man in Duitsland. En een van de twee maakt lange slips en maakt je blij.

Maar welke? Zal het een elektrische auto lukken om door te dringen tot de exclusieve, bovenste regionen van ons TG-scorebord? Dit zou best eens de meest verbluffende en magistrale test kunnen zijn waaraan TopGear zich ooit heeft gewaagd. Tijd om over te schakelen naar de arbiter van alle overstuurzaken, baron Jeremy Clarkson van Slip tot Gum.


Caravanesk

Er bestaat een hele categorie auto’s die TG jarenlang domweg heeft genegeerd. Het zijn de opgehoogde hatchbacks die soms crossovers of soft-roaders worden genoemd, en naar nu blijkt, worden we erdoor omringd. In feite is het zelfs zo dat de Nissan Kaskoe, of hoe dat ding ook mag heten, permanent ergens bovenaan lijsten staat tussen andere goed verkopende auto’s.

Het kan dus niet anders dan dat mensen deze auto’s ook echt kopen. Maar wie? Jeremy en James denken het te weten. Het zijn caravanbezitters, meenden ze na ampel beraad. Dus, aangemoedigd door onze producers en met een waarschuwing op zak om nou eens geen flauwekul uit te halen, dompelden ze zich onder in de wereld van beige pantalons, Van der Valk-lunches en ritjes naar het tuincentrum, om meer te kunnen begrijpen van het leven van de caravanbezitter, voordat ze daadwerkelijk een caravan achter een auto bonden en op weg gingen om proef te rijden. Geen zorgen, nu: er vliegt niets in brand. Dat zou te flauw zijn.


Schipper, mag ik…

Op een zeker moment is het weer zo ver, ieder jaar, zonder uitzondering: journaalverslaggevers die in winkelstraten in afgelegen plaatsen tot hun enkels in het water staan te praten over de vreselijkste overstromingen. Het is een groeiend probleem, en een dat vooral nogal ongemakkelijk is als je toevallig van plan zou zijn geweest om ter plekke je auto te gebruiken. Als je in zo'n gebied woont waar rivieren de landmassa dikwijls inunderen, is het duidelijk dat je een auto nodig hebt die goed werkt wanneer het droog is, maar die het even goed en graag doet als het wat natter is. Dus, ook omdat TopGear veel expertise in huis heeft als het gaat om het maken van amfibievoertuigen, besloten we ons over dit vervelende probleem te buigen.

Het mag duidelijk zijn dat het niet zo eenvoudig is als het monteren van een buitenboordmotor op je Mondeo, gewoon al, als de weerman alleen maar zegt dat het gaat regenen. De vloed zou te ondiep kunnen zijn om zo'n constructie te laten werken en zelfs als het water hoog genoeg zou staan, zou je de schroef breken op ondergedompelde zaken als praatpalen, ANWB-paddenstoelen, brievenbussen en kerken. Bovendien zou je Mondeo zinken, dus. Nee, wat we hier nodig hebben, is die typische TopGear-vernuftigheid gekoppeld aan onze briljante technische inzichten, en dat allemaal gebaseerd op het uniek Britse en uniek ingenieuze concept van de hovercraft.

Maar niet, dus, Jeremy's idiote idee dat iedereen die in een overstromingsgebied woont een echte hovercraft moet krijgen van de EU, maar dan uitgerust met de velgen van een oude Ford Fiesta. Niets ervan. Wat we gaan doen, is aanzienlijk ambitieuzer dan dat.


Vermogenstest: Hete hatches

Het is de hete-hatch-triotest waarnaar het meest is uitgekeken sinds de vorige hete-hatch-triotest waarnaar het meest werd uitgekeken. Ja echt. Zal de Peugeot 208 GTi ongedaan kunnen maken wat zijn dikke vette voorganger heeft verprutst? Zal de nieuwe Renault Clio RS in de buurt kunnen komen van de vorige? Zal de nieuwe en erg blauwe Ford Fiesta ST ‘de man dat plezierige, kriebelende gevoel in diens kruis geven’ – dat beruchte gevoel dat louter en alleen bekend is bij James May? Richard Hammond is je gastheer van de avond.


Rule Brittannia

Als je erover nadenkt, maar echt nadenkt, met je hersenen en alles, dan is de Britse auto-industrie niets minder dan briljant. Ja, ja, die is dan wel vooral in handen van niet-Britten, maar er wordt in Engeland zelf nog altijd heel wat bedacht en ontworpen, of het nou gaat om Britse merken als Jaguar en Land Rover, of door Aziatische concerns als Nissan en Tata – die grote en belangrijke onderzoeks- en ontwikkelingscentra in het VK hebben, of door bedrijven als Lotus en Ricardo, die geheim ontwikkelingswerk doen aan de andere kant van het Kanaal, ten behoeve van allerhande automakers verspreid over de hele wereld. Dan zijn er in dat hele land ook nog fabrieken, van de enorme Nissan-hallen in het noordoosten tot de paar aaneengeschakelde schuurtjes van Morgan in Malvern.

En dan hebben we het nog niet gehad over de Britse bijdrage aan de auto- en motorsport en het verbijsterende feit dat acht van de huidige elf F1-teams hun basis hebben in het VK. Omdat onze collega’s op de Britse eilanden er nogal patriottisch over praatten, kwam het volgende plan naar bovendrijven.

Jeremy kreeg de nieuwe Jaguar F-type toegewezen om te testen, Richard mag de nieuwe Range Rover Sport rijden, en James – altijd slim genoeg om verder te kijken dan zijn neus lang is – ontdekte dat Groot-Brittannië niet alleen auto’s bouwt, en zal de spiksplinternieuwe ‘Bus For London’ besturen.

Daarna zullen de drie presentatoren zich in Londen verzamelen om een werkelijk spectaculaire demonstratie te geven van alles op wielen dat het VK momenteel voortbrengt. Hopelijk zijn de Jaguar, de RaRo Sport en de dubbeldekker dus echt goed, want anders staan onze Britse collegaatjes mooi voor aap.


Ferrari F12

In Schotland is het nat. De Ferrari F12 heeft 730 pk. En de F12 heeft achterwielaandrijving. Als je die drie dingen bij elkaar optelt, en daar nog Jeremy Clarkson aan toevoegt, dan krijg je wat je hier ziet.

Reacties