De Jaguar Project 7 is een designstudie die het erfgoed van het D-type weet te verenigen met de prestaties van de F-type. Echt iets voor The Stig.

In de jaren vijftig van de vorige eeuw plakte Jaguar-designer Malcolm Sayer plukken schapenwol op de carrosserie van een auto, om te observeren hoe de luchtstroom het materiaal vormgaf. Eén van die auto’s was de Jaguar D-type. Met zijn schaapachtige technieken kwam Sayer tot de conclusie dat de Jaguar een aerodynamische vin moest krijgen achter het hoofd van de bestuurder. De vin zou de lucht over de auto heen sturen, zodat deze netjes over de achterkant heen gleed en bovendien zou zorgen voor de nodige stabiliteit als de coureur met 200 kilometer per uur over de Mulsanne Straight op Le Mans denderde. Het werkte nog ook. Durfallen haalden zelfs hun handen van het stuur.

We spoelen de tijd zestig jaar verder. TopGear voert een gelijksoortige, primitieve aerodynamische test uit. Onze auto is niet met een vachtje bedekt, maar er zit een Stig in. Hij heeft zojuist een overdreven burnout laten zien waardoor de elektrisch-blauwe Project 7 (een moderne ode aan de D-type) in z’n eigen rookwolken verdwenen is. De uitlaat brengt een oerkreet ten gehore en The Stig is vertrokken. Hij vliegt weg door de kunstmatige mist en laat het silhouet van de 7 achter, in delicate witte lijntjes van verbrand rubber. Iedere contour wordt nauwkeurig weergegeven en rolt weg achter de spoiler. Was de oude Malcolm nu maar hier; hij zou genoten hebben. Wie heeft er nog wol en plakband nodig als je The Stig hebt, en set nieuwe banden?

Dit is dus de Project 7. Officieel is het een ‘designstudie’ gebaseerd op een F-type V8 S. De naam 7 verwijst naar het aantal keer dat Jaguar won op Le Mans. Op het hoofdkantoor hangt de gang vol met foto’s van alle winnaars. Het is een soort cool wall om de werknemers te herinneren aan de goede oude tijd. Eerder dit jaar werd ontwerper Cesar Pieri geïnspireerd door de plaatjes en begon te tekenen. Hij ontwierp iets dat beïnvloed werd door de oude glorie, in combinatie met de beste punten van de F-type. Hij liet de schets aan zijn baas Ian Callum zien, die hem vroeg de tekening aan zijn collega’s te laten zien. Al snel waren ze allemaal aan het schetsen en werd besloten de auto te gaan maken. Hij zou debuteren op het Goodwood Festival of Speed, dat al vier maanden later op de agenda stond.

Het werk begon. Het project ging van de fase schets naar CAD in een paar weken en van CAD naar klei in tien dagen. Op dat punt werd de auto overgedragen aan het team dat ‘m daadwerkelijk ging bouwen. We hebben het hier zeker niet over een F-type met een paar extra stickers en strepen. Kijk bijvoorbeeld naar de voorruit: die is gemaakt van een plaat plexiglas zoals je die normaal in een speedboot ziet. De smoel van de Jaguar is helemaal nieuw: sterkere kaaklijnen, een puntige koolstof kin en een grotere mond met witte lippenstift. De sideskirts zijn donkere koolstofbladen. Dan is er nog de stroomlijnkap achter het hoofd van de bestuurder, die meer een bult is dan een vin, maar nog steeds mooi spits toeloopt.


In de jaren vijftig reed het team ‘Ecurie Ecosse’ met Jaguars op Le Mans. De auto’s waren blauw-wit omdat het team uit Schotland kwam. De Project 7 is wat feller blauw, maar geeft her en der wel wat Keltische hints. Hij heeft zelfs een herenrok, maar dan van koolstof. Ze hadden ook kunnen kiezen voor een paarsgele kleurencombinatie als eerbetoon aan de door Silk Cut gesponsorde XJR’s die op Le Mans wonnen in de jaren tachtig en negentig. Misschien gaf het hoofd van de designafdeling Ian Callum de doorslag, vanwege zijn Schotse afkomst. De 7 heeft ook een bijpassende helm met een witte streep die net zo breed is als de streep op de motorkap. Meestal ligt die naast de coureur, vastgegespt in een klein gordeltje. Maar vandaag is dat voor ons vervangen door een échte bijrijderstoel.

Nadat de ontwerpers hun klus geklaard hadden, ging de auto naar de technici. Hun eerste opdracht was het winnen van meer pk’s uit de 5,0-liter V8 en dat was snel voor elkaar met wat computerwetenschap. Dag 495 pk, hallo 550 pk (net zoveel als de XKR-S). Weg met het elektrische dak en de motoren: 20 kilo eraf. De tijd voor een sprint van nul naar honderd ging van 4,3 naar 4,1 seconden. De volgende klus was de achtervleugel. De splitter aan de voorkant steekt 15 centimeter meer naar voren, dus de auto wordt harder tegen de grond gedrukt op de voorwielen. Die kracht moest aan de achterkant ook vergroot worden, om de kont in balans te houden. Hup, een agressieve koolstof achterspoiler erop. Hierna was Mike Cross aan de beurt, de man die ervoor zorgt dat alle Jaguars zich goed gedragen. Hij is ook een expert betreffende wangedrag, waarmee meteen verklaard is wat er hierna gebeurt.

'We weten dat de F-type goed kan glijden, maar de 7 gaat langer door en de rook achtervolgt je'

Ken je dat gevoel als je op de wc gaat zitten en je denkt dat de bril naar beneden is, maar er is geen bril? Dat is wat je ervaart als je in dit ding stapt. De dunnere stoel is 3 centimeter lager gemonteerd, dus je rug komt neer met een plof. Had je hoger gezeten dan zou je precies tegen de rand van de voorruit kijken en dus niets zien. Je zit extreem laag en het voelt even alsof je gekrompen bent. Ik trek de vierpuntsgordel over mijn schoot en schouders, waardoor ik nog wat verder naar beneden verdwijn. De stoel verstel ik handmatig. De dunne buitenspiegels (gejat van de C-X75 hypercar) staan precies goed. Een binnenspiegel is er niet.

De bediening komt bekend voor. Ik druk op de startknop en de 7 snauwt agressief vanuit zijn vierdelige uitlaatpijp. De eindstukken zijn keramisch om te voorkomen dat de hitte van de uitlaat het omliggende koolstof laat smelten. De uitlaat is een free-flow exemplaar, dus het geluid hoeft niet door een doolhof van dempers. Ik geef gas. De V8 dondert, de auto schudt. Een seconde later hoor ik de indrukwekkende echo van de uitlaat door de nabijgelegen bomen galmen. Ik klik de versnellingsbak in de eerste versnelling (van de acht) en rol vooruit. Het kijken door dit dunne scherm is alsof je de wereld door een motorhelm bekijkt. Zijramen ontbreken.


Tractiecontrole is uitgeschakeld, dynamic mode ingeschakeld. De eerste indrukken zijn niet angstaanjagend. De 7 ligt 10 millimeter lager dan een standaard V8 S, maar hij is niet stuiterig. Het stuur heeft nog altijd dezelfde vleesachtige structuur. Dan druk je het gaspedaal in en ervaar je hoe gruwelijk snel dit ding is. Een hartslagmeter zou nu hoge pieken noteren. Misschien komt het door de lage zitpositie en het lawaai, maar de 55 pk extra voelt als veel meer. Bochtenwerk is niet goed voor je hart. We weten dat de F-type goed kan glijden, maar de 7 gaat langer door en de rook achtervolgt je op een of andere manier. Je wordt overgoten alsof je op het toneel staat met een op hol geslagen rookmachine. Alsof je wordt voortgeblazen door een nogal chagrijnige draak.

De 7 wil graag zijn achterste in het rond zwieren. Ons is verteld dat de vering zachter is dan die van de V8 S omdat deze zeker aan de achterkant iets minder hoeft te torsen. Het resultaat is een auto die makkelijker te ontregelen is en als je de grenzen van grip overschrijdt, sta je er alleen voor. Dat maakt ‘m misschien minder vriendelijk dan de gewone V8 S, maar dat is nu eenmaal het gevolg als je een racer wilt. De grenzen zijn strakker en de zenuwen staan op scherp.

Een paar dagen later werd deze auto naar Pebble Beach in de VS gevlogen, alwaar de rijken der aarde er naar staarden. Velen zullen hem mee naar huis hebben willen nemen. Maar Jaguar zegt dat de 7 niet te koop is. Op de vraag of de auto een basis zou kunnen zijn voor een meer hardcore F-type weigerde het bedrijf te antwoorden, maar inmiddels weten we hoe het zit. De optelsom was ook niet moeilijk: de XK heeft al een R, een RS en GT-versie (waarvan de GT de puurste is). Het was onvermijdelijk dat de F een soortgelijke behandeling zou krijgen.

Of is het misschien ook een teken dat Jaguar weer gaat racen? Een F-type GT3? Geen sprake van, zeggen de hoge pieten. We zijn geneigd ze te geloven. Voor nu is het gewoon een leuk project. Een aangenaam tijdverdrijf, totdat we een betaalbare, snelle F in handen kunnen krijgen. In een wereld vol serieuze mensen die praten over gestroomlijnde platforms en downsizen, is het goed om een autobedrijf tegen te komen met gevoel voor humor. Zie de Project 7 maar als een cartoon voor volwassenen. Kijk bijvoorbeeld naar het logo op de voorkant: ze hebben de grote kat een zonnebril opgezet. Zoiets kom je niet iedere dag tegen.


Jaguar Project 7



Prijs: niet te koop

Motor: 5.000 cc, V8, 550 pk @ 6.500 tpm, 680 Nm @ 2.500 tpm

Aandrijving: achterwielen, 8-traps automaat

Gewicht: 1.645 kilo

Prestaties: 0-100 km/u in 4,1 s, top 300 km/u

Verbruik: 11,5 l/100 km

CO2-uitstoot: 259 g/km

Reacties