Met een ‘wereldauto’ kun je misschien uit de voeten om alledaagse boodschappen te doen, maar werkt dat ook zo bij een auto die onder handen is genomen door je eigen sportdivisie? Fords nieuwe Fiesta ST neemt een voorbeeld aan de machtige Shelby Mustang GT500.

Darth Vader draait zich langzaam om, zijn gezicht verborgen achter het wezenloze doodsmasker, en het enige wat je hoort is het kenmerkende gerasp van z’n ademhaling. De seconden die daarop volgen, trekken tergend langzaam voorbij en dan keert Vader zich half om naar rechts, heft onheilspellend een geribbelde zwarte handschoen en vraagt aan een Imperial Stormtrooper: ‘Shit, man, is dat de nieuwe Shelby?’

De slonzige Stormtrooper draait zich onhandig om en raakt daarbij de schenen van Vader met het lichtzwaard op zijn heupen. ‘O, wauw!’ laat de hielenlikker zich ontvallen, waarbij hij probeert de auto die voor het stoplicht staat te wachten in zicht te krijgen. ‘Vet, dat is een echte Mustang!’ De illusie wordt verstoord doordat het wordt uitgesproken door iemand met een jeugdig en Amerikaans accent. We zitten niet op de Death Star. We zitten op een veel vreemdere locatie.

Het is dinsdagochtend in Hollywood en we hebben we een stelletje Spidermen, een Captain America van een meter twintig, een weelderig uitgedoste Wonder Woman gespot, en bijna hebben we een man neergemaaid in duivelskostuum met scheve hoorntjes. Wij, daarentegen, zijn de Onzichtbare Man. We slingeren door het verkeer in de nagelnieuwe, 180 pk sterke Ford Fiesta ST, een auto die nog maar net te koop is en die in de VS nooit te koop zal zijn. Niemand heeft oog voor ons. Hij mag dan een nieuw neusje hebben gekregen met een brede, zwarte grille in trapeziumvorm, een dikke achterspoiler, dubbele uitlaatpijpeinden en joekels van 17 inch velgen, duidelijk is dat een supermini in Amerika alleen kans van slagen heeft als camouflage in stadsverkeer voor beroemdheden die daar een vermogen voor neertellen.

Er is nog een reden dat de Fiesta hier een muurbloempje is, en die ligt wat meer voor de hand. Het is de auto die de aandacht wist te vangen van de Galactische Keizer. Hij staat bij het verkeerslicht rustig koolstofdioxide uit te stoten uit zijn kwartet indrukwekkende uitlaateinden. Het is een Ford Shelby Mustang van het nieuwste modeljaar, de ultieme Mustang – die die in TopGear op tv verscheen. Hij is donkerblauw met brede witte strepen, is overladen met slangenbadges van Shelby en is het toonbeeld van Amerikaanse trots. In Amerika trekt hij net zo veel aandacht als een naakt marcherend muziekkorps. En dan moet je bedenken dat dit icoon in het Amerikaanse straatbeeld een alledaagse verschijning is. Je ziet ze overal, ze maken net zo zeer onderdeel uit van de Amerikaanse maatschappij als McDonald’s en quasi-vriendelijk obers.


De Fiesta ST is in alle opzichten het andere uiterste. De Shelby Mustang GT500 heeft een enorme 5,8-liter V8 met supercharger en intercooler, die aan de achterwielen bijna net zo veel vermogen levert als de Millenium Falcon (meer dan 650 pk) en die zelfs als je alles erop en eraan wilt maar 50.000 euro kost. Exclusief belastingen is dat. De top bedraagt 325 km/u, hij zit in 3,7 seconden op 100 km/u en zal, zelfs als het esp aan staat, in de eerste drie versnellingen de wielen laten spinnen. Het is Amerika op vier wielen: vuurkracht, waar voor je geld, gevoel voor humor en het talent om alles wat in de weg loopt geweld aan te doen. Deze Shelby is zo roekeloos als een kernraket.

Toch zijn er meer overeenkomsten met de Fiesta dan je zou denken. Ze hebben allebei een badge van Ford. En ze zijn allebei blauw. Maar serieus, het zijn twee kanten van dezelfde medaille. Auto’s als de Mustang – die nog volledig zijn geworteld in de nationale cultuur – zijn gedoemd te mislukken. De toekomst is aan auto’s als de Fiesta. Auto’s die je overal ziet en die op elke markt met minimale wijzigingen kunnen worden verkocht, auto’s waarvan de ontstaansgeschiedenis zorgvuldig is doordacht in plaats van op natuurlijke wijze tot stand gekomen. Waar de Mustang het moet hebben van Steve McQueen en filmoptredens, kan de Fiesta zich beroepen op sociale media en YouTube.

'De Fiesta trekt in z’n twee naar de 6.500 toeren en blijft weliswaar niet in het kielzog van de Mustang, maar wel in zicht'

De wereldauto is een compromis. De missie van Ford is één Ford te fabriceren, en bij een boodschappenauto lukt dat beter dan bij een auto die emotie teweeg moet brengen. De Shelby Mustang brengt wat teweeg, maar sluit daarbij elk compromis uit. De vraag dient zich aan of het mogelijk is om een supermini te ontwikkelen die geschikt is voor alle markten. Wordt straks alles doorsnee? Kan zo’n supermini ons net zo verleiden als de Shelby Mustang?

Het maakt nogal verschil of je die vraag moet beantwoorden nadat je net een tijdje over bergweggetjes hebt geslingerd of dat je dat doet na een lange en vermoeiende rit. De Fiesta ST zou dan weliswaar kunnen voldoen in Amerikaans stadsverkeer, maar op de grote snelwegen met slecht wegdek, te midden van XXL-trucks, zul je je er toch wat verloren en kwetsbaar in voelen. In elk geval zou de Fiesta wat meer op z’n grotere broer Focus moeten lijken. Die heeft karakter in overvloed. Het onderstel van de Fiesta is ongelooflijk neutraal, maar dat geldt ook voor de aandrijflijn, en dat is eigenlijk gewoon saai. Er is niks mis met de wijze waarop het vermogen tot stand komt, het zou alleen fijn zijn als er wat meer spektakel bij zou komen kijken.


Hoe anders is dat bij de Mustang. Hoe gedateerd ie ook is en hoe onhandelbaar hij zich soms ook kan opstellen, nooit kun je ‘m verwijten dat ie de bestuurder verveelt. Om overal ter wereld te kunnen worden verkocht, zal er nog wel het een en ander aan moeten gebeuren om te voldoen aan regels. Toch is ie het meest opwindend als je ermee rijdt in z’n ruwe, ongepolijste vorm. Wat ie ontbeert aan raffinement wordt gecompenseerd door z’n bloedstollende aura van macht en een roemrijk verleden.

In de VS is de Shelby Mustang nog in z’n element. Zijn charisma werkt aanstekelijk. De Fiesta, die keurige kleine hatchback, is veel ingetogener. Hij ziet er goed uit en brengt je precies wat je van ‘m mag verwachten. Door de brede grille en de wigvorm ziet ie er atletisch uit en de 17 inch velgen staan ‘m goed, toch maakt ie in het straatbeeld niet zo veel indruk als je zou denken. Hij is erg subtiel, misschien wel te.

De Mustang daarentegen is onversneden theater. In de stad weet ie zich eigenlijk geen raad, in de derde versnelling kom je haast nooit. Aan de Fiesta kun je veel meer plezier beleven en hij wint het natuurlijk van de potige Mustang als het erop aankomt in krappere straten. Maar allebei de auto’s hebben lucht nodig, dus laten we Los Angeles achter ons en zetten koers naar de heuvels rond de stad.

De Fiesta is vooralsnog geen feest op de snelweg. De straffere demping, het ten opzichte van de gewone Fiesta 15 millimeter lagere onderstel en de korte wielbasis zorgen ervoor dat het badoem-badoem van de Mustang op de voegen van de weg in de Fiesta klinkt als boeda-boeda, waardoor je het gevoel krijgt dat je een lekke band hebt. En hij is zo spoorgevoelig als een autootje op een racebaan. Op beter wegdek voelt ie vertrouwd aan en dan kun je er rustig mee toeren, maar Amerikanen zullen niet warmlopen voor dergelijke prikkelbaarheid. Op Europese wegen zal ie weliswaar beter tot z’n recht komen, maar dit is geen beste start.

Ter verdediging moet worden gesteld dat het stuk van de route dat we hebben afgelegd berucht is vanwege het beroerde wegdek. Elke auto met een zo korte wielbasis heeft het daar moeilijk, dat ligt niet aan de ST.


Het zwarte spoor dat zich nu voor ons uitstrekt, lijkt uitermate geschikt voor de Fiesta ST. Met een dergelijke weg voor zich laat de Mustang een schraperige rochel horen, gelardeerd met licht gegier van de supercharger, en flitst hij weg. De Fiesta trekt in z’n twee naar de 6.500 toeren en blijft weliswaar niet in zijn kielzog, maar wel in zicht. Verrassend, want hij heeft volgens opgave bijna zeven seconden nodig om de 100 km/u te bereiken. De Mustang daarentegen doet dat in 3,7 seconden. Dat is verdomd snel. Maar er is goed nieuws voor de Fiesta: dit is geen sprintrace.

Veel wegen in Californië hebben te lijden van de seismologische onrust, maar zodra je wat meer de heuvels inrijdt, wordt het wegdek beter en dan liggen er grote en brede slingerende wegen. Je kunt de auto zo onnoemelijk hard door de schuin oplopende bochten jagen dat het lijkt of je in een achtbaan zit. De Mustang kachelt er op z’n gemak doorheen, rechte stukken om het volledige vermogen aan te spreken zijn er niet. Daardoor blijft de Fiesta ‘m op de hielen zitten. Het is net alsof een terriër achter een stier aanzit.

'In de Mustang moet worden gewerkt. Hij is het tegenovergestelde van de Fiesta – die je de bocht in kunt smijten, waarna je het verder aan ‘m kunt overlaten'

Tegen de tijd dat we aan dat beeld gewend zijn, worden de bochten krapper en worden er hogere eisen gesteld. De Fiesta voldoet daaraan. Dit is het terrein waar de kleine Ford het plotseling naar z’n zin heeft. Bij de gewone Fiesta had je altijd al het gevoel dat ie veel meer vermogen zou verdragen dan ie had, 180 pk is niet genoeg om ongerust van te worden. De 1,6-liter, volledig aluminium, viercilinder EcoBoost heeft directe inspuiting en een turbo die al bij lage toerentallen bijspringt. Ook is er een overboost die bij vol gas het vermogen naar 195 pk-regionen tilt, en heeft de motor dubbele onafhankelijke kleptiming om het vermogen nog wat aan te sterken. Het vermogen is gelijkmatig en krachtig, maar een beetje karakterloos. Het geluid dringt het interieur binnen als een plezierig gesnor en niet als iets dat opvalt. Alles speelt zich op de achtergrond af, er lijkt niet veel leven in de brouwerij. De Fiesta is gewoon niet erg stout. Hij houdt je wel aan het werk. Hij mag dan een koppel van 290 Nm hebben en hij trekt met gemak door lage toerentallen heen, maar het is niet het soort auto waaraan je alles uit handen kunt geven.

Het draait echter niet om de cijfers, want waar het bij de Mustang gaat over de enorme motor, staat bij de Fiesta het onderstel centraal. Dat is fantastisch. Bochten stuurt ie gretig in; hij doet dat met precisie en de besturing is verrassend direct, zij het wat gevoelloos. De auto is licht, gelijkmatig, solide. Intens Europees.


De Mustang daarentegen is nukkig. Eng. En dat met een speciaal op de GT500 afgestemde afstelling. De Fiesta ST is niet door de mangel gehaald, hij heeft een onderstel dat alleen voor de ST wordt gebruikt. Maar afgezien van de lagere rijhoogte en een verbeterd ‘eTVC’ (Torque Vectoring Control) om een soort elektronisch sperdifferentieel tot stand te brengen, lijkt het onderstel veel op dat van een standaard Fiesta. Meer een intelligent concept dan iets opnieuw onder handen nemen, en dat past een wereldauto. Bekend, maar opwindend. Het is verbazingwekkend hoeveel grip ie heeft en hoe weinig hinder hij van onderstuur ondervindt. De weg is een aaneenschakeling van bochten die door korte rechte stukken onderling zijn verbonden. In de bochten blijft de Fiesta keurig in het spoor, maar de Mustang trekt meteen een gat zodra de derde versnelling kan worden gebruikt.

In de Mustang moet worden gewerkt. Je moet ‘m met zorg de bocht insturen en dan voorzichtig met het gas omgaan. Hij is het tegenovergestelde van de Fiesta – die je de bocht in kunt smijten, waarna je het verder aan ‘m kunt overlaten. De lol van een Shelby zit hem erin dat je er echt mee kunt sturen. Als je niet een beetje kunt sturen, val je meteen door de mand. In de Fiesta kan iedereen hard door de bocht. De volgende generatie Mustang, met onafhankelijke achterwielophanging en kleinere dimensies en kleinere motoren, zal eenvoudiger te besturen zijn. Maar daarbij zal ie een heleboel charisma inleveren. Of misschien niet. Bij de SVT-divisie van Ford werken geniale ingenieurs die wel weten wat ze moeten doen om het hart van het Amerikaanse publiek harder te laten kloppen.

Het lijkt er veel op dat een supersportieve wereldauto – een snelle auto die op alle markten uit de voeten kan – nog altijd een beetje nerveus hoort aan te voelen. Dat hebben alle snelle Fords gemeen, of je het nu over de Mustang hebt of over de Fiesta. Hier en nu is de Mustang de beste auto op de hele wereld. Maar het is niet de beste auto voor de hele wereld. En door de Fiesta maken we ons geen zorgen dat er in de toekomst alleen nog maar zouteloze meuk op de markt komt. Hij mag niet de snelste zijn, hij voldoet wel aan iets wat de afgelopen jaren belangrijk is geworden: bereikbaarheid. Snelheid zonder zorg. Zowel wat betreft de aanschaf, maar ook in de zin dat je er niet mee naar een circuit hoeft om te genieten. Dit is de snelste, kleinste en meest eenvoudige Ford en hij biedt rijplezier. Met een prijs van rond de 25.000 euro biedt ie voldoende opwinding voor z’n geld en hij blijft het toonbeeld van een voorwielaandrijver met keurig rijgedrag.

Natuurlijk stroomt het karakter uit alle poriën van een dinosaurus als de Mustang. Maar vandaag de dag worden auto’s gebouwd voor de wereldmarkt, en daarom sterven dergelijke zeldzame creaties uit. Geniet ervan zolang het nog kan, en bedenk dat auto’s als de Fiesta ST best uit de schaduw kunnen treden, de vooruitzichten zijn goed. Het landschap verandert, maar het goede nieuws is dat Ford er niet in verloren gaat.


Ford Mustang Shelby GT500



Prijs: niet in Nederland leverbaar

Techniek: 5,8-liter V8 supercharged, 653 pk, 857 Nm

Acceleratie: 0-100 km/u in 3,7 s

Top: 325 km/u

Verbruik: 9,8 l/100 km

CO2-uitstoot: n.b.





Ford Fiesta ST



Prijs: € 25.490

Techniek: 1,6-liter viercilinder turbo, 180 pk, 290 Nm

Acceleratie: 0-100 km/u in 6,9 s

Top: 219 km/u

Verbruik: 5,9 l/100 km

CO2-uitstoot: 138 g/km

Reacties

Meer van TopGear