Volkswagens Up moet het Fiats Panda moeilijk gaan maken. Dus vaardigde TopGear een Panda-rijder af om ‘m te testen.
 
Schreef een collega eerder al een lange test over de 75-pk versie van de Up, deze maand rijden we in de 60-pk variant. De Panda die ik dagelijks rijd, heeft ook 60 pk en dus kan het Grote Vergelijken nu beginnen – als VW iets wil, is het de Panda, de Renault Twingo, de Toyota Aygo en de veelbelovende, nieuwe Kia Picanto het leven zuur maken. Kan de Up dat?
 
Ja. Dat kan de Up zonder enig probleem. Hij heeft een paar makkes – zo schakelt ie wat stroef (de Panda ook, maar daar zit de pook op een prettiger plek), zit er geen touwtje tussen hoedenplank en achterklep, en de deuren zijn enorm (waarover verderop meer) – maar evenzogoed heeft ie veel sterke punten. Ten eerste is het een ‘echte’ Volkswagen, waarmee we willen zeggen dat de bouwkwaliteit goed in orde lijkt, er menig, groot VW-logo te zien is, en dat de afwerking keurig is. Je kunt met deze kleinste Volkswagen geen kat in de zak kopen, dat snapt een kind, maar dat ie er bovendien fris en fruitig uitziet, is een onverwachte meevaller. Heel fotogeniek is ie misschien niet, maar heus, in werkelijkheid is het een dot van een autootje.
 
Het Mekka van de Kleine Auto is de Italiaanse hoofdstad Rome, en dat is waar we de Up rijden. In Rome rijden twee andere zogeheten stadsauto’s in miljoenvoud rond: de Smart en de Panda. Nou is de Panda al een dagje ouder (er verschijnt snel een nieuwe), maar apart is ie wel, en bovendien Italiaans (zonder Italianen bestond er überhaupt geen Italiaanse auto-industrie meer); de Smart kan dwars worden geparkeerd (wat men hier veel ziet) en was ooit hip (Italianen doen graag hip).
 
De Up is dus de outsider, en dat zal ie nog wel even blijven, maar we geven ‘m goede kansen in dat zogenaamde a-segment. Bij de parkeerplaats achter de Engelenburcht stappen we even uit, en vragen een Panda-rijder (met jasje, das en zonnebril) wat hij van de Up vindt. Hij vindt ‘m goed, ‘maar hij zal wel duur zijn?’ Nou nee, vertellen we, ongeveer hetzelfde als de Panda. De Romein klopt eens op de carrosserie (als verwacht hij plastic), en zegt dan: ‘Die komt er wel.’
 
De motor met drie cilinders heeft het zwaar te verduren gehad in de autopers, maar lijkt precies geschikt te zijn voor het stadsverkeer. We rijden ook even in de 75-pk versie, maar die lijkt een meerprijs niet echt waard te zijn. Die laatste is op de snelweg wat fijner, maar met een kleine marge. In de stad ontlopen ze elkaar hoegenaamd niets. Van gerammel of gehobbel of gestotter merken we weinig, en de drie cilinders geven ‘m in het Romeinse stadsverkeer juist wel een vrolijke noot.
 

Maar dan de deuren. Er zit een vijfdeurs versie aan te komen (er komen vele Ups: de e-Up, de buggy-Up, de cross-Up, de eco-Up, de GT-Up, de Up-Azzurra) maar de huidige twee zijdeuren zijn wel erg enorm. Als je ze helemaal openklapt, is het voor iemand van 1,80 meter onmogelijk de deurgreep vanuit de stoel te pakken en de deur te sluiten, zeker als de gordel al omzit. Voor een stadskarretje een vreemde toestand, want bij krap parkeren is dit niet echt heel handig. Navraag bij VW leert dat de deuren van de Up langer zijn dan die van het topmodel Phaeton. Anderzijds: zulke deuren heeft de Panda inderdaad niet. Dus we zien het maar als een fiks extraatje op een volwassen stadsautootje.

Volkswagen Up 'Take Up' 1.0 60 pk

 

14/20

 

Leuk

Z’n uitstraling, prijs, en voor velen het merk

 

Niet leuk 

Schakelen en de overmaatse deuren

 

TopGear-vonnis

Uitstekend stadsautootje voor een nette prijs. Dit is geen Fox of Lupo

 

Prestaties  

0-100 km/u in 13,2 sec., top n.b., 4,2 l/100 km

 

Techniek  

1.000 cc, driecilinder, voorwielaandrijving, 60 pk, koppel n.b., 929 kg, <100 g/km CO2

 

Doen!  

Maps+More-navigatie voor 355 euro

 

Niet doen   

Andere opties, koop dan meteen een Phaeton

 

Prijs NL € 8.400

Prijs BE n.n.b.

Reacties