Er zijn niet veel plekken op de wereld waar de lucht harder raast dan in een Subaru met turbo, maar de desolate Mount Washington kan er ook wat van. Tijd om de turbo en de berg eens aan elkaar voor te stellen.

Laten we eens beginnen met het uit de weg ruimen van wat misverstanden. Aangezien we hier in de VS zijn en niet in de Himalaya of op Antarctica zou je kunnen denken dat het weer hier wel meevalt. Als je hoort zeggen dat Mount Washington ‘een regelrecht horrorklimaat’ heeft, denk je natuurlijk: laat maar lullen. Dit is toch New Hampshire, een knusse staat met lieflijke bomen onder een dekentje van sneeuw? Op het moment van schrijven is de winter hier bijna voorbij en je ruikt de geur van verse appeltaart op de veranda’s. Ja, tot zover klopt het.

Maar dat was een uur geleden, toen we hierheen reden. Nu zijn we stil en staren naar de voet van de Mount Washington en het weggetje naar de top. ‘Moet je zien hoe snel die wolken voorbij vliegen’, fluister ik terwijl ik naar de kale bergtop kijk. Nog meer stilte valt in de koude avond. ‘Ik denk niet dat het wolken zijn’, is het antwoord. Dat zijn het ook niet, het is sneeuw die als golven door de wind tientallen, misschien wel honderden meters de hemel in wordt weggeblazen. Een kraai in de verte brengt een dof gekerm voort. Ik gok dat de top van de berg een kilometer of negen, tien van ons verwijderd is.

Tweede misverstand: aangezien we toestemming hebben voor dit avontuur, zal het wel verantwoord zijn. Dit avontuur is trouwens een poging om de top van de berg te bereiken. Subaru is sponsor van het weerstation boven op de berg. Het oorspronkelijke plan was om in de zomer naar de top te gaan, als ze hier een soort hillclimb organiseren à la Pikes Peak. Toen we echter hoorden dat er nog nooit iemand in de winter met een auto naar de top was gereden en het weerstation bevoorrading nodig had, wilden wij des te liever. Naar de top rijden in de winter, dat moest en zou gebeuren. We kregen geen toestemming. We zeurden, we dreinden, we smeekten en uiteindelijk kregen we het jawoord.

Subaru ging akkoord omdat de wegbeheerder het goed vond en het weerstation het goed vond; iedereen vond het prima eigenlijk. Met al die toestemming in een land als de VS moest het toch wel goed zitten? Het avontuurlijke was er haast al af, dit moest een makkie worden.

Half zeven de volgende ochtend. We hebben een Subaru WRX STI voor ons staan. De achterspoiler is behoorlijk maf, maar de algehele indruk van de auto is goed. Het chassis voelt veel stijver; sterk en responsief. Hij behoudt z’n eigen karakter, volgt niet de mode of de kudde. Deze WRX STI is standaard en krijgt 300 pk van de 2,5-liter turbomotor met vier cilinders. Alle vier de wielen worden permanent aangedreven en schakelen gebeurt met de zeer strakke, handgeschakelde zesbak. De enige aanpassing die wij maken betreft de wielen: de Dunlop-winterbanden worden verruild voor een setje Nokian Hakkapeliittas met spikes. Heel Scandinavisch.


We hebben de nodige ondersteuning meegebracht: grote, sterke, vriendelijke jongens in stoere kleding, als een soort roedel Sint Bernards in Gore-Tex. Ze arriveerden vanochtend allemaal met hun pickups en weten ongetwijfeld hoe ze een lier moeten bedienen. Dat gaf ons goede moed. Howie rijdt voor ons uit op de sneeuwscooter, Chris vergezelt mij in de auto en Mike volgt achter in een groot geel gevaarte op rupsbanden. Het lijkt op een voertuig uit Thunderbirds en ik besluit haar Bertha te noemen.

Had ik al verteld dat het hier koud is? Op dit moment -13 graden Celsius. Frisjes. We krijgen een briefing die zijn naam eer aandoet want na een paar minuten is het al voorbij. We pakken scheppen en touwen in terwijl er nog wat grappen gemaakt worden over mijn rijcapaciteiten. Voor ik het weet zijn we al vertrokken. Verdere omhaal was ook niet nodig; we hoeven tenslotte slechts een besneeuwde berg op te rijden. Er is maar één ding dat mij dwarszit. Howie vertelde dat hij denkt dat we het niet gaan halen. Sterker nog, hij zou al verrast zijn als we halverwege komen. Het is nooit in mijn gedachten opgekomen dat we zouden falen en terwijl we vertrekken, blijf ik overtuigd van de goede afloop. Het weer voelt vandaag wat kalmer aan en we passeren eerst een open veld met een cross-country skiparcours. Het lijkt wel een ansichtkaart zo mooi; de zon die tussen de bomen door de sneeuw doet glinsteren. Na een paar honderd meter bereiken we de berg.

'Kennelijk maakt Subaru stevige deurscharnieren. Voor hetzelfde geld had die hele deur nu namelijk ergens honderd meter verderop gelegen'

Het begin is nogal bruusk; alsof je de helling van een parkeergarage oprijdt. Langzaam rijden we in de eerste versnelling omhoog, terwijl de sneeuw onder de wielen zachter wordt. Nu lijkt de elf kilometer die voor ons ligt opeens nogal ver. Ik voel de eerste tekenen van gripverlies, mijn buik spant zich samen en ik besef dat ik als buitenlander geen idee heb hoe diep of zacht de sneeuw is en wat de onderliggende lagen zullen doen. Kortom: ik weet niets.

Als ik het moet definiëren, zou ik het oppervlak beschrijven als een soort kussen. Op dit stuk is de weg nog redelijk verzorgd en de Subaru rijdt op een compacte laag sneeuw. De weg is breed en lijkt bedrieglijk vlak. Het gaat voorspoedig en ik durf de Subaru in de tweede versnelling te zetten om wat meer snelheid te maken. Plots is het niet meer voorzichtig voortkruipen maar meer een soort rally-rijden. Ik snij bochten af, laat de turbo werken en voel dat de banden bijna spinnen. Dat gaat even goed, totdat de sneeuw zonder waarschuwing inzakt onder een voorwiel en de STI op een sneeuwbank landt. Geen grip. Ik probeer stukjes voor- en achteruit te rijden maar we komen er niet uit. Na tien minuten wachten heeft het gele monster ons ingehaald en moet ik beschaamd om hulp vragen.

De WRX is in een mum van tijd weer los, zonder een krasje. Chris stelt voor de bandenspanning te checken en die blijkt als gevolg van de hoogte drie psi hoger dan bij vertrek. We laten de banden leeglopen van 28 tot 20 psi en gaan verder. Het gaat voorspoedig, we rijden aan de lijzijde van de berg en de Subaru is in z’n element. Het aanpassen van de bandenspanning heeft de grip veel goed gedaan, de auto voelt krachtig aan. Het diff heb ik op standje ‘auto’ laten staan en lijkt prima te werken.


Chris laat weten dat we bij Halfway House zijn en inderdaad, de naam zegt het al. De voortgang die we gemaakt hebben doet mij goed, hoewel de steile bergtop die ik voor mij zie minder bemoedigend is. Er bestaat vast een formule waarbij je tractie, gewicht, hellingshoek, ondergrond en momentum kunt invoeren om tot de perfecte manier te komen waarop je de berg moet aanvallen. Het resultaat van die formule heet waarschijnlijk ervaring. De conclusie van de formule in mijn hoofd is: gas. De Subaru brult, spint en op twee derde van de klim staan we stil. Er zit niets anders op dan achteruit naar beneden terug en ik zie dat we de boomgrens inmiddels voorbij zijn. Er omringt ons nu niets anders dan frisse lucht. Erg frisse lucht, het is nu -17 graden. Poging twee, terwijl Herbie al klaarstaat om in actie te komen. Maar we halen het zonder hulp.

Dit vieren we met een stop bij Signal Corps. Het uitzicht is prachtig: in de verte een paar naaldbomen en heel veel sneeuw die door de wind in rare vormen wordt weggeblazen. Dan maak ik de fout om de deur open te duwen.

Kennelijk maakt Subaru stevige deurscharnieren. Voor hetzelfde geld had die hele deur nu namelijk ergens honderd meter verderop gelegen. Je kunt wel zeggen dat we nu ‘blootgesteld’ zijn aan de elementen en verlamd door de kou. De wind blaast meedogenloos door elke spleet tussen kleding en huid, koud genoeg om je naar adem te doen happen. Ik voel mijn neusharen bevriezen en de vloeistof van mijn oogballen wordt stroperig. Dit is zorgwekkend. Ik ga op zoek naar een skibril en extra kleding. Zeven lagen zal wel genoeg zijn.

'Een auto met elektronische vierwielaandrijving zou ons te weinig controle gegeven hebben en een zwaardere auto was dieper in de sneeuw weggezakt'

Straks moeten we de Five Mile Grade afleggen, een deel van de route waarover ik heel wat gehoord heb. Het is een nauw pad bedekt met sneeuw die door de wind meegenomen is. Misschien wel vijf meter dikke, instabiele sneeuw. Het ziet er eng uit en het is niet ondenkbaar dat je op dit pad rechtstreeks de vergetelheid in glijdt. Bertha zal voorop moeten gaan. Als wij vast komen te zitten, kan zij ons lostrekken. Als dat nodig is, zal onze finish natuurlijk minder glansrijk zijn.

Minder glansrijk wordt het. De brede schoenen van Bertha ploegen door de sneeuw en laten een losse, klonterige sneeuwweg achter. We hebben geen grip. De bandenspanning wordt verlaagd naar 13 psi. Net was dit een kwestie van seconden, nu duurt dit minuten en het vergt veel gemopper en gezucht. De blootstelling aan de wind is simpelweg een aanslag op ons fysiek en het uitvoeren van een taak in die omstandigheid is nog lastiger. We laten ons weer in de stoelen vallen. De Subaru is nu meer overlevingshut geworden dan auto.

We komen niet meer vooruit, zakken alleen nog naar beneden. De STI was tot nu toe indrukwekkend, het mechanische diff was goed beheersbaar. Het enige probleem is de turbo. Hoe voorzichtig we het gaspedaal ook bedienen, op een zeker punt komt de turbo op gang. Zelfs als je daar alert op bent en het gas probeert te reguleren, heb je grote kans dat de bult koppel de wielen al heeft bereikt. De wielen gaan vervolgens onmiddellijk spinnen en graven zich in.


Met veel gevloek en bevroren vingers lukt het om het sleeptouw vast te maken aan de WRX. Een berg opgetrokken worden voelt vreemd; alsof je een waterskiër achter een boot bent. Bertha trekt en we slingeren achter haar heen en weer op dit nauwe paadje. Heen en weer, heen en weer en… ‘Hé, we glijden van het pad.’

De afgrond lonkt. Een paradijs voor skiërs, maar in de huidige omstandigheden niets behalve angstaanjagend. Chris en ik verstarren en bereiden ons voor op een grote Subaru-sneeuwbal. Gelukkig eindigen we op een sneeuwbank en slaken een diepe zucht. Ik stap uit en zak een meter diep weg in de sneeuw.

Graven, jammeren, schreeuwen en trekken nemen de volgende tien minuten in beslag. Eigenlijk de volgende 90 minuten, aangezien we na een kort stukje op eigen kracht alweer uit de sneeuw getrokken moeten worden. Daarna volgt nog een poging, maar verder dan een paar honderd meter komen we niet. Terug aan het touw dus. Om het slingeren tegen te gaan, is het touw ingekort, wat fijn is, afgezien van het feit dat de enorme rupsbanden vlak voor onze neus rondmalen. Dit ervaart een auto dus voordat deze aan het eind van zijn leven geplet wordt op een sloperij.

We komen hoger op de berg en het blijft kouder worden. Hier zijn de rukwinden vreselijk krachtig, 24 uur per dag, 7 dagen per week, 52 weken lang, kortom: altijd. De sneeuw blijft hier nooit echt liggen. De bodem bestaat uit ijs. Stap je erop dan hoor je het kraken.

We rijden verder met ons kleine konvooi en worden haast de berg opgeduwd door de wind. Hier op 1.700 meter hoogte is Mount Washington tijdelijk even vlak, maar de wind komt nu van de zijkant en ik moet mijn stuur goed vasthouden om rechtuit te blijven gaan. Het uitzicht is geweldig, dikke ijskristallen hebben zich op markeringspalen gevormd. Vanaf hier zijn we echt blootgesteld aan de ware aard van deze berg en die boezemt ontzag in. Je voelt haast de vijandigheid van de wind. Later rekenen we uit dat een temperatuur van -28 graden in combinatie met de wind neerkomt op een gevoelstemperatuur van -60 graden. Voor Mount Washington zijn dit zeer gemiddelde omstandigheden, niets bijzonders.

Wolken sneeuw vliegen voorbij en erdoorheen zien we al een paar gebouwen op de top opdoemen. Het rijden hier gaat soepel, de ondergrond is hard en ons stresslevel is flink gedaald. Ik ben enorm onder de indruk van de WRX STI. Een auto met elektronische vierwielaandrijving zou ons te weinig controle gegeven hebben en een zwaardere auto was dieper in de sneeuw weggezakt. Het is een sterk staaltje, deze nieuwe Subaru.

Het laatste stukje berg is vrij steil en de zachte sneeuw ongeveer twintig centimeter dik. We zijn inmiddels zo ver gekomen dat dit ons niet meer kan afschrikken. Op pure wilskracht zullen en moeten we de top halen. Dan is het zover; tussen een paar robuuste gebouwtjes parkeren we de auto. De top van deze buitenaardse berg is gehaald. In de auto vieren we een bescheiden feestje. Oké, we hebben weliswaar niet het hele stuk op eigen kracht afgelegd, maar zowel berg als auto behouden de goede reputatie.


Later die dag

Omdat het hier flink kan spoken, moet alles ’s nachts goed vastgezet worden, zelfs gebouwen gaan aan de ketting. Serieus. Dus voor de zekerheid reden we de Subaru weer naar beneden. Dat was misschien nog wel een hachelijker onderneming dan de heenreis. Bertha ging weer terug naar boven om te overnachten op de top bij de vier meteorologen die daar verbleven. De zonsondergang is verbluffend, de wind blijft onvermoeibaar huilen. De hemel wordt langzaam pikzwart en glinsterende sterren verschijnen. Zo compleet geïsoleerd in het landschap heb ik me nog nooit gevoeld. In de verte zie ik nog een paar lichtjes uit de bewoonde wereld, maar het kunnen net zo goed lampjes op een andere planeet zijn.

In 1934 werd op deze berg de hardste windkracht op aarde gemeten; 372 kilometer per uur om precies te zijn. Dit komt mede omdat de wind door de geografie van het landschap als door een soort tunnel hierheen wordt geleid. Aan de voet van de berg waait de wind met ongeveer 200 kilometer per uur. Met het team stoere mannen begin ik aan het voedselpakket. Marmite, chocoladekoekjes, bonen. Niet de beste combinatie, geef ik toe, maar ze kunnen wel wat krachtvoer gebruiken.


Subaru WRX STI



Prijs: € 75.995 (NL) / € 41.995 (BE)

Motor: 2.457 cc, viercilinder met turbo, 300 pk @ 6.000 tpm, 407 Nm @ 4.000 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 5,2 s, top 255 km/u

Aandrijving: vier wielen, 6v handbak

Verbruik (gemiddeld): 10,4 l/100 km, 242 g/km CO2

Gewicht: 1.535 kg

Reacties

Meer van TopGear