In 1984 bouwden Renault en Chrysler elk een klein busje en riepen ze beide dat ze een nieuw type auto hadden uitgevonden. Wie echt de eerste was, is nog altijd voer voor een hevig, ietwat sneu debat; maar waar het om gaat, is dat het concept in no-time uitgroeide tot een automobiel fenomeen met vele volgers. Mensen waren het zat om hun kinderen in krappe stationwagens te moeten stapelen en zochten massaal hun toevlucht tot de hoge, slimme en ongekend ruime MPV. Het was een goed idee dat uitstekend in de tijd paste, maar inmiddels zijn minibusjes wereldwijd in onmin geraakt.

Wat was daar de reden voor?

Alleen die term al: busje. Het geeft aan dat je het ding alleen maar kocht om z’n doelmatigheid, als vervoermiddel voor je joelende familie. Er wordt geen lol beleefd; jouw taak is het rondzeulen van je kroost, verder niets. Je kocht eigenlijk geen auto, maar een enorme buidel op vier wielen.

Dat kan anders, zo weten de papa’s en mama’s van 2015: er is nu namelijk zoiets als een SUV. Daarin heb je niet alleen een vergelijkbare hoeveelheid ruimte, maar zie je er bovendien uit alsof je permanent bezig bent om op avontuur te gaan, ook al rol je in werkelijkheid alleen maar over drie drempels naar de buurtsuper. Natuurlijk verkies je zo’n stoer geval boven een duffe bus; en zo kwam het dat de Espace-verkopen de laatste tien jaar alleen maar daalden en daalden.

Er was nog een reden: de Espace was oud

Hij werd voor het laatst vernieuwd in 2003 en was daarmee onderhand zo’n beetje het langst lopende Renault-model sinds de 4. De reden dat de Fransen er zo lang over deden om een opvolger voor hem te regelen? Ze gaven ‘m geen make-over; ze sloopten z’n vege lijf en bedreven ingrijpende, reconstructieve chirurgie.

Je zou de nieuwe Renault Espace Energy TCe 200 nog niet herkennen als ie z’n wulpse achterste met de typeaanduiding tussen je ogen zou parkeren. Hij verwijst werkelijk in niets naar z’n alom gewaardeerde voorvaderen. Renault laat de grote-MPV-markt volledig aan auto’s als de Volkswagen Sharan en Ford Galaxy en springt met beide benen een onbekend segment binnen. Dat is een gewaagde zet.

Bij Renault geven ze toe dat ze best wat klanten zullen verliezen; maar als het goed is, krijgen ze er een vrachtlading nieuwe gegadigden voor terug. Dit is namelijk de eerste Espace die ook buiten Europa verkocht zal worden. Hij maakt de oversteek naar Azië, waar letterlijk geen levende ziel geïnteresseerd is in MPV’s, maar crossovers des te gewilder zijn. Dat, en de tanende populariteit van minibusjes aan het thuisfront, maakt dat we de keuze van Renault uitstekend begrijpen. Wat niet wil zeggen dat we hem klakkeloos accepteren.

Waar moet de Renault Espace Energy TCe 200 aan voldoen om het een goede auto te maken?

Renault staat erom bekend dat ze regelmatig met uniek gevormde modellen komen: auto’s als de Avantime en Vel Satis, die een nadrukkelijk design-statement willen maken. Zulke creaties fleuren het grijze verkeer behoorlijk op en kunnen we dus uit volle borst toejuichen. Maar bij de Espace, de praktische familie-auto bij uitstek, hadden we toch het idee dat ie boven zulke uitspattingen verheven was. Z’n naam geeft het al aan: ruimte is z’n forte. Functie staat boven vorm.

Om het in goed Frans te zeggen: das war einmal. De nieuwe Espace is even lang als de vorige Grand Espace, maar is van boven en beneden als een sandwich in elkaar gedrukt waardoor de grondspeling groeide en het dak omlaag kwam. Tegelijk werden z’n wielkasten opgerekt en kreeg hij grote velgen met dikke banden. Landgenoot Laurens van den Acker gaf vorm aan het geheel volgens zijn bekende, vloeiende ontwerptaal en zette zo een auto neer die gespierd, sierlijk en langgerekt oogt. Groot, vooral ook.

‘Tik je de Sport-stand aan, dan zit je – mede dankzij scherpe, actieve vierwielbesturing – plots in een verbazend wendbare bonk auto’

Althans, dat was onze indruk toen we de eerste foto’s zagen. Wanneer we daadwerkelijk op de Renault Espace Energy TCe 200 af wandelen, stoten we onze neus ertegen omdat we dachten dat ie verder weg stond. We rekenden op een forse, opgeklopte crossover – dit komt eerder in de buurt van een stevig uitgerekte Scénic.

Hebben ze binnenin nog wel wat van die ruimte kunnen redden?

In het interieur is de schok nog net even heviger. De wielbasis van de nieuwe Renault Espace Energy TCe 200 groeide, dus de beenruimte op de tweede zitrij is in eerste instantie riant. Maar tenzij je de stoelen een flink stuk naar voren schuift – tot het punt dat je als gemiddeld lange volwassene net niet helemaal lekker meer zit – kun je op de klapstoelen erachter hooguit twee aardappelzakken kwijt. Erger nog: de bewegingsvrijheid voor je hoofd is op beide rijen een lachertje. Al met al bekruipt ons een sardine-achtig gevoel dat we eerder associëren met een compacte midi-MPV dan met wat ooit een van de ruimste auto’s op de markt was.

Net als we denken ons oordeel over de Espace-transformatie klaar te hebben, nemen we plaats in een andere testauto; eentje zonder panoramadak. Dat scheelt een hoop. Met de beenruimte blijf je puzzelen als je alle zeven stoelen moet vullen, maar in dit exemplaar kunnen we in ieder geval rechtop op de tweede rij zitten. Hoe dan ook: het is duidelijk dat de Renault Espace Energy TCe 200, ooit een goochelend wonder van kubieke meters lucht, zijn klassieke kwaliteiten heeft verloochend voor een appetijtelijk voorkomen.

Het kostte ons een dagje fronsen, peinzen en vitten – ‘waarom heet ie dan nog Espace?!’ schreeuwden we radeloos van de daken – maar we zijn inmiddels een beetje bijgedraaid. De reden? De nieuwe Renault Espace Energy TCe 200 is een ontzettend, waanzinnig, ongelooflijk mooie auto.

Welke versie hadden jullie?

We beschikken over de meest luxe versie, de Initiale Paris. Bij het instappen moeten we oprecht even een momentje pakken om de pracht en praal in ons op te nemen. We zitten op zacht, meerkleurig leer en kijken uit over een adembenemend dashboard met een zwevende middenconsole waarvan Renault zegt dat ie lijkt op een vliegtuigvleugel. Wij vinden dat ie meer lijkt op het uitklapbare uiteinde van een nagelknippertje, maar dat neemt niet weg dat het een schitterend gezicht is. Er prijkt een portretvormig, tablet-achtig scherm in dat je zowel door aanraking als met een controller kunt bedienen. Erachter gaat R-Link 2 schuil, Renaults nieuwste infotainment-idee dat toegang biedt tot alles in de auto waar elektriciteit naartoe stroomt. Zoals alle vijf de stoelen achterin, die je hiervandaan omlaag kunt klappen, en een hele rits aan veiligheidsfrutsels waar we soms wat onpasselijk van worden (‘gevaarlijke situatie!’ gilt de navigatie, waardoor we op het scherm kijken in plaats van op de weg, waar zich gelukkig helemaal geen gevaarlijke situatie voordoet).

Ook hier te regelen: Bose surround-audio, het head-up display, bizar intensieve massages, een parkeerassistent die kan in- én uitparkeren (was dat echt nodig?) en verschillende rij-instellingen, die Renault samenvat onder de noemer Multi-Sense. In de Comfort-stand worden we getrakteerd op vederlichte besturing en een bij uitstek Frans onderstel, dat na hobbels nog honderd meter blijft deinen als een oude 2CV; heel ontspannend. In Neutral is alles precies zoals het moet zijn. Tik je Sport aan, dan zit je – mede dankzij scherpe, actieve vierwielbesturing – plots in een verbazend wendbare bonk auto. De sfeerverlichting in het interieur verandert mee en er is meteen een nadrukkelijke ronk van de motor te horen. Bevalt een van deze zaken je niet, dan kun je losse elementen aan en uit zetten of gewoon een persoonlijke voorkeursmodus samenstellen.

Heeft de Renault Espace Energy TCe 200 nog een beetje pit?

De Espace is er met drie motoren, allemaal 1,6 liter groot: een diesel met 130 pk, een diesel met twee turbo’s en 160 pk en een turbo-benzinemotor met 200 pk plus zeventraps dubbelkoppel-automaat. We rijden de laatste, maar worden daar niet ongemeen enthousiast van. De motor heeft merkbaar een flinke kluif aan 1.700 kilo Espace, komt daardoor zenuwachtig over, en de transmissie kiest zijn versnellingen soms als een besluiteloos jochie met een euro in de snoepwinkel. Later proberen we de nieuwe biturbodiesel, een zijdezachte en koppelrijke wolk van een motor die wat ons betreft vele malen beter past bij een auto als deze.

Zo blijkt de nieuwe Renault Espace Energy TCe 200 een wel heel bijzonder geval te zijn. Om te zien is het een van de meest prachtig vormgegeven auto’s die we in tijden zijn tegengekomen. Er (voor)in zitten is een regelrechte verwennerij en z’n instelbare demping en vierwielbesturing laten een diepe indruk achter. Aan de andere kant ontbreekt het hier en daar aan het raffinement dat je van een auto in deze prijsklasse mag verwachten; zo horen we aardig wat wind- en onderstelgeluiden en voelt de elegante transmissiehendel aan als een wiebelige pc-joystick uit de aanbiedingenbak. Dan is er nog het ruimteaanbod, dat onze knieën en kruinen niet erg prettig verraste. Nu zijn we de laatsten die zullen beweren dat wie mooi wil zijn niet een beetje pijn mag lijden, maar bij een ‘krappe Espace’ begint ons contradictie-orgaan toch op te spelen.

Om kort te gaan: wij zullen aardig moeten wennen aan Renaults herboren paradepaardje, maar ben jij een van de klaarblijkelijk vele mensen die z’n voorganger heel graag wilden hebben, ‘als ie maar meer flair en minder hoofdruimte had’, dan zit je gebakken met dit plaatje van een crossover.

Motor
1.618 cc
viercilinder turbo
200 pk / 260 Nm
Aandrijving
voorwielen
7v automaat
Prestaties
0-100 km/u in 8,5 s
top 215 km/u
Verbruik (gemiddeld)
6,2 l/100 km
140 g/km CO2
A-label
Afmetingen
4.857 x 1.888 x 1.677 mm (l x b x h)
2.884 mm (wielbasis)
1.621 kg
58 l (benzine)
247 / 2.035 l (bagage)
Prijzen
NL € 50.490 (25%)
BE € 44.000

Het vonnis
We hebben gemengde gevoelens bij de Espace, die niet de verpletterende indruk maakt waar we op hoopten. Maar omdat ie er zo fantastisch uitziet en (vooral als diesel) erg lekker rijdt, vergeef je ‘m z’n ongemakken gemakkelijk

Reacties