Uitgelicht: Peugeot op Le Mans

Toen we een kijkje gingen nemen bij Peugeots Le Mans-auto was het spuitwerk nog niet eens klaar, zo nieuw is hij. De dieselende racewagen van Peugeot gaat voor goud op Le Mans en moet de voortdurende hegemonie van Audi doorbreken. De nacht is voor ons.

 

Op 16 juni 2007 moet het weer spannend worden tijdens de legendarische 24 uur van Le Mans. De race was tot nu toe een marketingstunt van het Volkswagen-concern. Eerlijk is eerlijk, er waren maar weinig wanklanken te horen toen Bentley zijn rentree op het circuit maakte en uiteindelijk in 2003 een spraakmakende overwinning boekte. Boze tongen spreken van een geforceerde victorie, maar dat terzijde. En natuurlijk petje af voor Audi, vooral voor die geniale Deense coureur Tom Kristensen, die Le Mans zeven keer wist te winnen. Vorig jaar liet hij het complete deelnemersveld zijn achterste zien met de ongelooflijk stille R10 diesel. Om dit succes te evenaren moet je van goeden huize komen.

 

Het probleem is dat het in het in de racerij draait om competitie, en daar heeft het in de laatste zeven jaar wel aan ontbroken. Volkswagen wil uit kostenoverweging niet meedraaien in het F1-circus, maar in de wegracerij en dan met name Le Mans heeft het bedrijf heel wat geld gestoken. De successen stapelden zich op, maar voor het publiek is het allang geen verrassing meer. Die kijkt er niet meer van op, of erger nog, let er niet meer op. Dus, dank je wel Peugeot dat je de handschoen weer opneemt. De Franse leeuw heeft een hoop knowhow in huis en mag bovendien terugkijken op een rijke historie in de racerij, die terug gaat tot 1897. Niet lang dus nadat het merk zijn eerste auto bouwde. Op het CV staan ook diverse Le Mans-successen, de meest recente stammen uit ’93 en ’94. De 905 won toen twee jaar achter elkaar, met onder meer Mark Blundell en Derek Warwick als piloten van deze V10.

 

Maar we kennen Peugeot vooral als brenger van de goede boodschap die diesel heet. Zo’n vijftig procent van hun jaarlijkse productie heeft zo’n zelfontbrander onder de kap. Met de komst van het roetfilter heeft het merk bovendien de aanslag op het milieu aanzienlijk terug gebracht. Combineer je deze ervaringen dan creëer je geweldige mogelijkheden voor succes. De Duitsers waren de eersten die dat kunststukje uithaalden, maar dat laten we voor het gemak even buiten beschouwing. ‘Het is goed om Audi als rivaal te hebben,’ vertelt Peugeots sportdirecteur Michael Barge. ‘Winnen van een privé-rijder is geen wereldschokkend nieuws, Audi verslaan is heel andere koek.’

 

De jacht is geopend. Peugeot meldde al in 2005 vlak voor de race dat het de arena weer zou gaan betreden, maar de hier afgebeelde 908 is in een opmerkelijk korte periode ontwikkeld. De donkere wallen onder de ogen van Barge spreken boekdelen. ‘We zijn in januari 2006 begonnen met de ontwikkeling ervan,’ vertelt hij. ‘Dat is dus nog maar net een jaar geleden. Toch zijn het chassis, de motor en de versnellingsbak helemaal nieuw ontworpen. Op 31 december 2006 reed de auto om 8.45 uur zijn eerste rondje op een circuit. Ik herinner me dat moment nog goed. Vier uur daarvoor legden we de laatste hand aan de auto.’

 

We zijn een paar maanden verder en staan op een circuit aan de Spaanse oostkust, in Valencia om precies te zijn. Het asfalt baadt in een behaaglijk zonnetje, het is dan ook een populaire plek om de laatste testrondes voor de opening van het seizoen te draaien. Nu de F1-teams elders verblijven, heeft Peugeot de baan voor zichzelf. Aan de randen van het circuit lopen alleen maar wat lawaaierige schoolkinderen. Het is een kort, bochtig parcours en ik moet de eerste coureur nog tegenkomen die hier met plezier rijdt. De Mickey Mouse-bochten en het gladde wegoppervlak zijn daar debet aan. Maar het is wel de beste plek om een raceauto door te lichten. Hij wordt in elkaar gezet, uitgebreid getest en vervolgens weer ontleed om eventuele zwaktes nauwkeurig te kunnen onderzoeken.

 

Het legertje coureurs waarmee Peugeot in Le Mans ten strijde trekt, bestaat uit onder meer de Champ Car held Sébastien Bourdais en voormalig wereldkampioen Formule 1 Jacques Villeneuve. Dat zijn toch jongens die behoorlijk aandacht van de pers en fans zullen krijgen. Tijdens ons bezoek zijn het Ferrari’s testrijder Marc Gene en sportscar specialist Nicolas Minassian die hun rondjes draaien. Zij zullen tijdens Le Mans een team vormen met Stéphane Sarrazin en Pedro Lamy. Het is pas het vierde uitstapje voor de 908. De voorgaande drie trips waren betrouwbaarheidstests op Paul Ricard (niemand spreekt ooit van de nieuwe naam Le Castellet), het doel van vandaag is experimenteren met de afstelling van de auto. En er valt nogal wat af te stellen aan het onderstel.

 

De 908 is een mooie auto om te zien, maar ja, daar rijdt hij geen steek sneller om. Toch is het mooi meegenomen als je er 24 uur lang naar moet kijken. De body van de 908, die kleiner is dan je afgaande op de foto’s zou denken, is duidelijk gevormd door intensief testwerk in de windtunnel. Toch is het geen karikatuur geworden. Een nauwkeurige inspectie van de auto, die qua vorm het midden houdt tussen een straaljager en de Batmobile, geeft een paar geheimen van de aërodynamica vrij. Voor de voorruit zitten tal van inlaten en vleugels die als een origami van carbonfiber worden uitgevouwen en de motor omsluiten. Sommige delen moeten de lucht afkoelen, andere zorgen ervoor dat de gulzige V12 voldoende zuurstof binnenkrijgt. De vormen van de rest van de carrosserie zorgen voor noodzakelijke downforce. De achtervleugel speelt daarbij de hoofdrol, de venturi onder de auto ziet er al net zo complex uit. Eigenlijk zie je geen verschil met een Formule 1-auto. Vergeef ons dat we verder niet uitweiden over de werking van alle aërodynamische foefjes.

 

De regels schrijven voor dat met ingang van 2010 auto’s uit de prototype klasse alleen maar aan Le Mans mogen deelnemen als de cockpit gesloten is. Peugeot heeft als een van de eerste constructeurs de 908 overdekt, alleen de Bentley EXP Speed 8 ging hem voor. De ijzersterke koolstofvezel monocoque en de gesloten cockpit zorgen ervoor dat de 908 superstijf is. Hierdoor konden de ingenieurs langere panelen voor de opbouw gebruiken. Dit komt de koeling ten goede. Het bouwen van een auto als deze is een enorme uitdaging. Je moet weten dat deze auto slechts 900 kg weegt en wordt aangedreven door een 5,5-liter bijna 700-pk sterke V12 turbodiesel. En wat dacht je van het koppel? Dik 1.200 Nm, meneertje.

Eigenlijk zou iedereen dit blok moeten kunnen zien. Maar de HDi FAP, zoals de volledige, weinig enerverende naam van dit kunststukje luidt, is mooi ingepakt.

 

Met een volledig gesloten carrosserie zou je zweren dat er helemaal geen motor aanwezig is, wordt het motorpaneel verwijderd dan zie je het blok zitten. Hij heeft een blokhoek van 100 graden en zit diep weggestopt. Petje af voor dit staaltje technische vernuft. Want vergis je niet, dit is een hele prestatie. De olie- en waterpomp hebben los van de motor op de testbank gestaan, van elke cilinder werd een los schaalmodel gemaakt om zo de verbrandingskamers te optimaliseren. Volgens Peugeot duurde het drie weken voordat het eerste exemplaar van de motor samengebouwd was. Ze gaan tot het uiterste en terecht, want op Le Mans rijdt de auto 5.000 km op het scherp van de snede.

 

‘Het is een enorme uitdaging,’ beaamt sportdirecteur Barge. ‘Waren we een samenwerking met een privé-team aangegaan (naar verluidt had Henri Pescarolo interesse) dan hadden we een benzinemotor gekozen. Dat had het allemaal een stuk eenvoudiger gemaakt. Maar het gaat er nu om ook technische vooruitgang te boeken. We willen racen omdat dat bij de traditie van ons merk hoort. Maar we doen het wel op een manier waarmee we uiteindelijk het milieu mee kunnen dienen.’

 

Het team werkt als een geoliede machine, er heerst een bijzondere sfeer van kameraadschap. Barge onderstreept dat teamgeest heel belangrijk is, de technici werken met chirurgische precisie. Iedereen is bescheiden, niemand verwacht het eerste jaar meteen met de overwinning aan de haal te gaan, ook al lukte dat Audi wel. Ze zien uit naar de spanning van de wedstrijd.

 

En hoewel er een aantal opgewonden standjes met sterallures tussenzit, kunnen de coureurs prima met elkaar overweg. Minassian en Gene zijn overduidelijk twee mannen met een geheel eigen karakter. Beiden zitten ze heel relaxed in de auto, met de dringende instructie in hun achterhoofd om de enige nu bestaande Peugeot 908 heel te houden. Minassian’s rijgedrag ziet er gelijkmatig uit, Gene rijdt sneller. Hij remt later en accepteert dat de auto dan meer onderstuur heeft. Samen met Villeneuve moeten ze een gezamenlijke strategie uitdokteren die zo goed mogelijk bij hun uiteenlopende rijstijlen aansluiten.

 

‘Hij voelt echt aan als een raceauto,’ zegt Minassian. ‘Je denkt nooit: oh, het is een diesel’. Oké, hij rijdt niet als een turboloze benzineauto en we moeten de juiste balans nog zien te vinden, maar ze hebben uitstekend werk geleverd. Bovendien klinkt hij beter dan een Audi. Ons belangrijkste doel dit jaar is het uitrijden van de race. Maar het is bij langeafstandsraces altijd hetzelfde liedje. Je begint met het idee om het lekker rustig aan te doen, op het laatst strijd je om de centimeters.’

 

De hamvraag luidt: is de 908 snel genoeg? Nog niet, maar daar zal spoedig verandering in komen. Van de gezichten van de pitcrew valt vertrouwen af te lezen.Tijdens de races in de Le Mans Series zien we of dat terecht is. Het belooft een flink spektakel te worden. Audi krijgt concurrentie, de race van Le Mans viert zijn 75-jarig bestaan. Hopelijk wordt het een memorabele race. Boek om teleurstellingen te voorkomen nu alvast een plaatsje.