In de plaats Haltwhistle kreeg een in meerdere opzichten bijzondere autorit een surrealistische wending. Ik wil niet zeggen dat de kleine plaatsjes in de noordelijke regionen van Northumberland op zich iets bizars hebben, maar toen we er in een nieuwe Mercedes-AMG GT S doorheen reden, werd het een beetje griezelig. Eerst hield een klein groepje kwajongens op met waar ze mee bezig waren, stelden zich in een rij op en salueerden, alsof het een parade van paramilitair straattuig was. Meteen daarna verscheen er een man die er door zijn onwaarschijnlijk glanzend witte haardos en dito baard uitzag als een hoogbejaarde leeuw of magiër in ruste, voor de deur van zijn onopvallende, grijze rijtjeshuis en brulde iets wat tegelijkertijd van goedkeuring getuigde en volkomen onbegrijpelijk was, waarbij zijn trainingsbroek rimpelde van de inspanning. We werden bovendien in de lucht gestalkt door kraaien, dreigden met een lege tank te komen staan en parkeerden zonder het te weten voor de wasserette die het exacte middelpunt van Groot-Brittannië is. Ik weet het, het klinkt als een roman, maar dat was wat er gebeurde.

De lak van de AMG lijkt op vloeibare zonneschijn (om precies te zijn een optie voor de meerprijs van 9.010 euro die, heel gepast, Solarbeam heet en je in geval van felle zonneschijn lasogen kan bezorgen), en het moet gezegd, de auto brengt een soort hijgend, uitzinnig gegrom voort dat een buitensporig motorvermogen verraadt, maar dat verklaart de kraaien nog niet.

De fotograaf vond meteen dat het allemaal ‘heel aardig voor het verhaal’ zou zijn, maar ik kon bij god niet bedenken waarom stoppen bij een wasserij in het exacte hart van Groot-Brittannië en nageschreeuwd worden door een gepensioneerde Gandalf op wat voor manier dan ook van belang zouden kunnen zijn, tenzij we iedereen het idee wilden geven dat we de weg helemaal kwijt waren. Gesterkt door een heel pak kalmerende koekjes voerden we een geanimeerde discussie over hoe je kunt bepalen wat het exacte middelpunt van Groot-Brittannië is, waarna we helder probeerden te krijgen waarom we hier eigenlijk waren.

Het antwoord bleek te zijn: wegen. Wegen die tot de best bewaarde geheimen in het Verenigd Koninkrijk behoren. Verlaten binnenwegen met het soort schering en inslag waar ontwerpers van circuits alleen maar van kunnen dromen. Maar ook, zo blijkt, met het soort oneffenheden die ontwerpers van circuits genadeloos gladstrijken, om te voorkomen dat kostbare raceauto’s eindigen als verpulverd koolstofvezel. Dit is geen gemakkelijke ondergrond voor een vervoermiddel dat geen geraffineerde ophanging heeft, dit hier zijn die typische Britse b-wegen die geschikt zijn voor iets wat klein en meegaand is en waarmee je kunt gooien en smijten. Het paradijs voor een beetje hete hatch, bijvoorbeeld. De Mercedes is daar uiterst geschikt voor: het is een verrassend praktische ‘hatchback’ en uitgerust met een 4,0-liter biturbo V8-motor die met de nodige strijdlust 510 pk kan overbrengen op de achterwielen om in minder dan vier seconden van 0 naar 100 km/u te gaan – niet zozeer ‘heet’ als wel verzengend. Hij is net iets meer dan twee meter breed van buitenspiegel tot buitenspiegel, is ultralaag en uiterst beperkt in z’n zicht. Het is ook de vraag of z’n topsnelheid van 310 km/u er hier wel toe doet.

Wat ie in ieder geval is: mooi. Als je eenmaal aan het visuele geweld van de lak gewend bent, is dit een echt een plaatje. De langgerekte motorkap en z’n korte kont hebben iets klassieks, en wat maakt het uit dat ie een ramp is bij het inparkeren? Om onze toevlucht te nemen tot een toepasselijk cliché: hij lijkt razendsnel te zijn.

Aan z’n uiterlijk zie je overal invloeden van andere modellen – althans ik. Een vleugje Porsche 911 aan de achterkant, een snufje Jaguar F-type Coupé in de belijning, een saluut aan de oudere Mercedes SLS. Dat is niet negatief bedoeld: je hebt het gevoel dat ie niet snel gedateerd zal raken – zoals ook voor de SLS geldt – en dat ie met een wat ingetogener kleur bescheiden zou kunnen zijn. Deze auto trekt in ieder geval flink wat aandacht. Hij heeft dat opzichtige van een astronomisch prijzige supercar, maar is op een prikkelende manier anders.

‘Bij een flinke dot gas klinkt ie heerlijk onstuimig, als een ouderwetse V8 die lucht en brandstof naar binnen schrokt’

Hij maakte in ieder geval flink wat indruk op de gewone weggebruikers waardoor ik nu een expert ben in het liplezen van krachttermen uit verbazing. Ondanks z’n sensuele schoonheid is het niet bepaald een goed voorteken dat z’n rijgedrag op weg naar de snelweg behoorlijk onrustig is geweest. Ondanks dat de GT S een ‘Comfort’-stand heeft, heeft ie die niet echt te bieden, lijkt ie hardnekkig alle hobbels en bobbels op te zoeken en er zoveel mogelijk van te willen genieten.

Het helpt niet dat deze uitvoering is voorzien van het AMG Dynamic Plus-pakket, dat voorziet in een straffere ophanging en dynamisch motor- en transmissiesteunen (alsook een speciale motorinstelling in de Race-stand), maar hij vormt zeker geen bedreiging voor een S-klasse als auto voor de lange afstanden, zelfs in z’n meest comfortabele afstelling. De DCT Speedshift-zevenversnellingsbak vereist ook een flinke dot gas om te kunnen ontkoppelen en ‘m vanuit stand momentum te geven – wat in de bebouwde kom leidt tot nogal irritant schokkerig gedrag bij het stoppen en optrekken – en als je snel van z’n eerste versnelling naar z’n achteruit schakelt, bijvoorbeeld om op de weg te keren, dan gaat dat behoorlijk onhandig.

Mijn aanvankelijke indruk, die me niet meer heeft verlaten, is dat ie heel erg aanvoelt als die SLS met vleugeldeuren van vijf jaar geleden – met een wat doods stuurgevoel op het rechte eind, maar naar beide kanten toe nogal nerveus. Doordat de positie van de inzittenden nogal ver naar achteren is – de motorkap strekt zich als een weidse, zonovergoten vlakte voor je uit – bezorgt het draaipunt van de auto je een vreemd gevoel: alsof de voorwielen naar het stuur luisteren en je ze een microseconde later achterna gaat in plaats van dat het een vloeiende beweging is. Er zijn ergere dingen, met een V8 voorin die lekker aan het gorgelen is en het zonnetje dat aan de hemel staat.

Tijdens het rustige ritje van een paar uur omhoog naar het stadje Barnard Castle aan de voet van het Penninisch-gebergte haalden we zo’n 10 l/100 km (tegen een opgegeven 9,4 l/100 km gemiddeld). Dat was ongeveer zeven minuten lang het geval. Zeven minuten, want zo lang duurde het voordat we de laatste tekenen van menselijke beschaving achter ons hadden gelaten, de stand Sport+ inschakelden en het gas intrapten. Op de B6278 naar Stanhope keken we aan tegen een ietwat onthutsende 31,4 l/100 km, maar inmiddels maakte dat geen moer meer uit. Omdat de GT S een akoestisch bombardement was geworden, en mijn oren loeiden.

Niet letterlijk, natuurlijk, maar de AMG GT brengt het soort geluid voort waarvan ik dacht dat het niet meer voorkwam bij moderne auto’s. Hij is niet subtiel of helder (hij heeft dan wel kleppen in de uitlaat, maar die klappen open in alle standen behalve de Comfort-stand, én als je op het ‘noise’-knopje op de middenconsole drukt), maar bij een flinke dot gas klinkt ie heerlijk onstuimig. Zoals een ouderwetse V8 die lucht en brandstof naar binnen schrokt. Neem gas terug en hij niest door de turbo-wastegates (wat een beetje onverwacht is, gezien z’n een tikkeltje ouderwetse geluid) en grinnikt als een dronken kerstman, waarna hij een enorme knal aan terugslag uitspuugt. En vervolgens is het tijdens het opschakelen weer terug naar de Spitfire-soundtrack. De versnellingsbak komt plotseling tot leven en schakelt met fluwelen soepelheid.

‘Mercedes-AMG had heel makkelijk een 911 kunnen imiteren, maar ze zorgden ervoor dat deze auto iets heel anders werd’

De ophanging wordt steeds stugger naarmate je sportievere standen kiest, maar hoewel hij te stug is voor dit soort aanhoudende bobbels in het asfalt, is het lekker om te voelen hoe die dynamische motor- en transmissiesteunen de auto over het geheel genomen stijver maken. Ze koppelen de motor en de transmissie in wezen steviger aan het chassis (wat ten koste gaat van het rijcomfort, maar anderzijds een steriele traagheid voorkomt van de grote, zware componenten van de aandrijflijn), halen de loomheid uit het stuur en maken ‘m in z’n rijgedrag tot een ware raceauto: veel te gevoelig voor de gewone weg, maar kordaat en strak. Je krijg er het gevoel door dat ie weergaloos moet zijn op een circuit. Het probleem is dat we hier niet op een circuit rijden, en de GT S voelde te onrustig aan om onversneden lol te zijn. Interessant? Ja. Opwindend? Zeer zeker. Maar het kost even voor hij je vertrouwen helemaal heeft gewonnen.

Daarbij moet gezegd worden dat z’n grip uitzonderlijk is. Aangezien de auto in enkele waanzinnig schuine, smalle bochten keurig op koers bleef, verbaasde het me dat ie geen wortel had geschoten. Trap ‘m nog een beetje harder op zijn staart, wat heel wat harder is dan je op de openbare weg ooit zult doen, en de GT S zal je handenvol werk bezorgen. Zonder de fysieke of geestelijke bijstand van uitwijkmogelijkheden – iets waar de wegen door dit moesgebied als bekend niet scheutig mee zijn – wordt de GT springerig en rauw.

Als je ‘m netjes behandelt, zul je ‘m niet snel van z’n apropos brengen. Maar als je ‘m met opzet op z’n donder geeft, dan zullen die ruim 500 pk en de 650 Nm koppel de achterwielen op drift brengen en je een vleug onderstuur en een snelle zwiep overstuur bezorgen.

Daar komt bij dat het stuur inmiddels bij het minste of geringste reageert, zodat deze felgele coupé vooral flitsend en agressief aanvoelt: het is niet het soort geleidelijke overgang naar overstuur die sommige auto’s vertonen, met de mogelijkheid om te corrigeren als de achterwielen de voorwielen willen inhalen. Ik ben er zeker van dat je, als je over wat meer ruimte, tijd en bandenbudget beschikte, eraan gewend zou raken, maar dit is geen auto waarin ik het gevoel had eens lekker te kunnen gaan slippen zonder eerst even ergens uitgebreid te gaan oefenen waar ze brede grindstroken met stootkussens hebben. Ik weet dat een auto die je echt in de hand moet houden een heel speciale kick kan geven, maar als je besluit om de GT S op de weg eens flink te kietelen met de tractiecontrole uitgeschakeld, dan moet je wel heel zeker van jezelf zijn en het overstuurreactievermogen hebben van een TVR-bezitter. Als het erop aankomt, is de GT S een echte hot rod. Achter al dat technische vernuft en het verlokkelijke uiterlijk schuilt een pure rouwdouwer.

Het duurde even voordat ik de AMG goed aanvoelde, en toen hadden we inmiddels het Penninisch-gebergte achter ons gelaten. We raasden over Meadows Edge en Bale Hill, en door de plaatsjes Blanchland en Edmundbyers, Steel en Slaley. We schoten door Hexham en weer terug over de A69 en langs de Muur van Hadrianus, dat grootse bouwwerk van de Romeinse keizer Hadrianus dat douanegeld in het laatje bracht en een tweevingergroet bracht aan de wilde en krijgslustig Picten uit het Noorden. Daarna kozen we een willekeurige richting en reden een beetje rond. Rond om de Killhope-loodmijn, waar we even stopten om een foto te maken in de oude loodfabriek (nu een busremise), waarna we eindeloos veel kleine wegen vonden door het moerasgebied. Vanuit Alston kun je overigens zo ongeveer iedere kant op via goed begaanbare wegen, maar als je naar Nenthead of Wearhead rijdt en vervolgens naar het noorden afbuigt dan is een schitterende route verzekerd.

Gaandeweg begon ik het allemaal steeds beter te begrijpen. Mercedes-AMG had heel makkelijk een 911 kunnen imiteren, maar ze zorgden ervoor dat deze auto iets heel anders werd. De ingenieurs hadden de GT neutraal, mild en veilig kunnen maken, of zelfs vierwielaangedreven. Ze hadden ‘m beschaafd kunnen laten klinken, in plaats van als iemand die in een trappenhuis op een drumstel zit te rammen, en ze hadden ‘m een ruim en licht interieur kunnen geven met vier zitplaatsen.

Dat hebben ze niet gedaan. Ze maakten een auto die gewoon is wat ie is: een AMG. Afgaand op de kille cijfers alleen is dit geen grensverleggende sportauto. Z’n technische kunnen toont ie bij een onverwachte aanval van strijdlust. Hij is lawaaierig, veeleisend en hij laat je een beetje lijden. Alsof je een donderslag vast wilt houden. Ik kan je garanderen dat als je er, meer met je hart dan met je hoofd, een zou kopen – omdat je ‘m lekker vindt klinken, er mooi vindt uitzien of er iedere keer dat je er hard in rijdt hartkloppingen van krijgt als van een overdosis cafeïne – je er geen spijt van zult hebben.

Reacties