Koenigsegg heeft zijn krachtigste auto ooit onthuld, de flower powered CCXR. We haalden Top Gear’s eigen Koenigeggometer – The Stig – erbij om dit bronstige beest te temmen.
 
The Stig en de Koenigsegg zijn uit hetzelfde hout gesneden. De ene is een passief-agressieve machine die gecreëerd is met de pure intentie om maximale prestaties te leveren onder welke omstandigheden dan ook. En dan is daar de Koenigsegg: het über-exotische Zweedse martelwerktuig dat dichter bij het einde van The Stig is geweest, dan welke andere auto ook. Daar komt bij dat Koenigsegg nog steeds houder is van de snelste ronde op het Top Gear-circuit. 
 
Van geen van beide kun je beweren dat ze een verantwoorde en ‘groene’ inborst bezitten. Dat wil zeggen, tot vandaag. Na de CC8S, de CCR, de CCGT en de CCX, verschijnt nu de Koenigsegg CCXR ten tonele. De helgroen gespoten ‘R’ op de badges die de flanken aan weerszijden sieren, verwijzen naar het gebruik van raketbrandstof; E85 bio-ethanol. Dit goedje is een mix van 15% benzine en 85% pure alcohol. Net zoals huisgestookte alcohol – dat maar wat vaak wordt gedestilleerd uit gefermenteerde druiven, graan en nog wat vage organische rommel – vindt ook bio-ethanol zijn oorsprong in de grond. De eco-theorie is als volgt: tarwe, maïs, oliehoudend zaad, suikerbiet en wat je nog meer kunt verzinnen om sterke drank van te brouwen, absorberen op z’n minst net zoveel CO2 tijdens de groei, als dat ze vrijgeven wanneer ze worden verbrand; in onbehandelde toestand zijn ze CO2-neutraal. Gooi er de energie bij die benodigd is om deze gewassen om te zetten naar bio-ethanol, accepteer vervolgens dat auto’s op bio-ethanol twintig tot vijfentwintig procent dorstiger zijn en het resultaat is dat een auto die loopt op E85, nog steeds vijftig procent minder CO2 uitstoot dan een gelijksoortig automobiel op alleen benzine.
‘Zijn de voordeeltjes van de Zweedse regering een aansporing voor potentiële Koenigsegg-klanten? Dacht het niet’
 
Zweden zit op dit moment midden in een bio-ethanol-gekte, hevig aangejaagd door de overheid. Op bio-ethanol wordt geen belasting geheven, auto’s op E85 zijn twintig procent goedkoper in de verzekering, er rust minder belasting op de aanschaf ervan en ze mogen gratis parkeren in de grote steden. Zijn deze voordeeltjes van de Zweedse regering een aansporing voor potentiële Koenigsegg-klanten? Dacht het niet. Het is helder dat deze klanten zo schathemeltjerijk zijn dat het ze totaal niet zal interesseren. In de verste verte niet zelfs. Aan de CCXR kleeft het lieve sommetje van 757.000 euro. Vóór belastingen ja. Maar er is nog een lekkermakertje dat iedere potentiële CCXR-eigenaar ervan moet overtuigen dat rijden op bio-ethanol een goed idee is: kracht. En wel in buitensporig grote hoeveelheden.
 
Laten we dit alles eens binnen een context plaatsen. De Bugatti Veyron weet minimaal 1.000 pk op de straat te brengen, dit tegen de 1.018 bio-ethanol-pk’s van de CCXR. En daarmee is de Koenigsegg in één klap de krachtigste productieauto ter wereld. Bio-ethanol biedt twee enorm belangrijke voordelen daar waar het gaat om prestaties. Even een beetje technische prietpraat, sla maar over als het te moeilijk wordt. Om te beginnen heeft het een octaangetal van 104 RON, veel hoger dus dan de reguliere ongelode superbenzine. Daarnaast koelt bio-ethanol de verbrandingskamers van de 4,7-liter V8 van de CCXR, waardoor het risico op detoneren wordt vermeden. Dat betekent concreet dat er dus voor een hogere compressieverhouding kan worden gekozen. Het resultaat? De twee superchargers kunnen een hogere druk afleveren. De injectoren, de brandstofpomp en de slangen kregen noodgedwongen een flinke upgrade zodat ze bestand zijn tegen de corrosieve eigenschappen van ethanol. Kortom, we kunnen gerust spreken van een gelukkig huwelijk tussen groene technologie en autotechniek op het allerhoogste niveau.
 
Nog maar kortgeleden ontsnapt aan de gortdroge lucht van een Airbus-toestel van EasyJet en koud door de douane, doemt in de verte het silhouet van The Stig op. Emotieloos, vanzelfsprekend. Het inktzwarte vizier van de helm geeft geen glimp prijs van zijn gezicht als hij het koolstofvezel stuurwiel van de CCXR onderzoekend beetpakt. Geen enkele vorm van ongerustheid is voelbaar bij de man die zo dadelijk de motor van de CCXR tot leven zal wekken. Ik grijp de zijkanten van de passagiersstoel stevig vast, terwijl The Stig tractiecontrole deactiveert en zich voorbereid op een waanzinnige take off op dit verlaten vliegveld van de Zweedse luchtmacht waar Koenigsegg kind aan huis is. Een witte Nomex-handschoen omvat de lange, aluminium versnellingspook. Een moment van rust en bezinning. En dan, uit het niets, ramt The Stig de pook met een daadkrachtige slag in ‘1’ en weg zijn we.
‘Nadat de G-krachten klaar zijn met het misvormen van mijn gezicht en het op en neer en heen en weer kaatsen van mijn oorlellen, beginnen de krachten van richting te wisselen’
 
Er is niets muzikaals te ontwaren aan deze krachtbron, geen geschreeuw, gekrijs, gejank of gebrul, alleen een onheilspellend mechanisch geluid. Boven de 4.000 toeren en precies op het moment dat alle 1.018 pk’s paraat staan om gelijktijdig los te gaan, gaat het onheilspellende geluid over in een desoriënterende krachtsexplosie. De CCXR weegt net zo veel als een Mini en is precies 708 kilogram (!) lichter dan de Bugatti Veyron. Stel je dat eens voor. Koenigsegg beweert dat er geen andere auto bestaat waar meer koolstofvezel in verwerkt is. Zelfs de rand rond de voorruit is opgetrokken uit dit peperdure spul.
 
Nadat de G-krachten klaar zijn met het misvormen van mijn gezicht en het op en neer en heen en weer kaatsen van mijn oorlellen, beginnen de krachten van richting te wisselen. Plotseling links en dan weer snoeihard naar rechts. Op het ziekmakende af. The Stig jaagt het gevaarte met een bloedgang over het asfalt, vergt al het mogelijke én onmogelijke van de vier moddervette banden. De Michelin Pilot Sport 2’s, in de maat 255 vóór en 335 achter met een speciale rubbersamenstelling en wangverstevigingen, zijn speciaal ontwikkeld voor Koenigsegg. Doe trouwens vooral geen moeite te vragen naar een reserve-exemplaar bij de Kwik-Fit-dealer. Indrukwekkend, dit rubber houdt het ontzagwekkend lang uit om contact met het wegdek te blijven houden.
 
Ik zweer het, The Stig trilt als een rietje als hij zijn ronde erop heeft zitten. Maar goed, nu ben ik aan de beurt. Eindelijk heb ik uitgevogeld hoe ik mijn lichaam moet draaien en vervormen om mezelf via de schaardeuren toegang te verschaffen tot de cockpit van de CCXR. Direct al bij ‘binnenkomst’ valt het me op dat een kleine fabrikant als Koenigsegg zijn zaakjes goed voor elkaar heeft. Zo valt er werkelijk niets af te dingen op de ergonomie van de zitpositie achter het stuur. En ook de detaillering en de gebruikte materialen zijn helemaal conform een auto van 757.000 euro. De CCXR biedt precies datgene wat je van een dergelijke auto mag verwachten, zelfs al zijn die zaken soms lastig te realiseren voor een autofabriek die sinds de oprichting slechts 45 auto’s heeft gebouwd.
 
De omliggende wegen zijn klaar voor ons. Ze liggen geduldig te wachten op wat komen gaat: bruusk geweld van het zuiverste water. Meanderend voeren de aalgladde asfaltlinten ons door dichtgepakte bossen en tussen geurige moerassen door. Naarmate je er langer mee rijdt, vallen de hoogte (lees: laagte) en de breedte van de CCXR werkelijk alles mee. Ook de besturing voelt prettig licht aan en het rempedaal is dikke vriendjes met de vijf centimeter dikke keramische schijven. De sequentiële zesbak geeft me het gevoel dat ik als bestuurder tussen twee verzetten in, heen en weer wordt gesmeten. Een directer contact met een versnellingsbak is niet denkbaar.
‘Hoe dan ook, de CCXR is een opmerkelijk schepsel. En een groene ook nog, uhm…, op een bepaalde manier dan’
 
Bij een auto als de CCXR kun je je voorstellen dat er geen moment is dat je aandacht ook maar een seconde kan of mag verslappen. Let wel, het gaat hier om een machine met een 850 pk per ton kracht-tot-gewichtsverhouding, die je loslaat op het publieke wegennet. Niet eerder voelde een 0-100 km/u in 3,2 seconden en een topsnelheid van een dikke 400 km/u zo zaligmakend excessief. Mocht je al niet beschikken over je eigen privé-snelweg in een of andere golfstaat, dan is het zaak op zoek te gaan naar een aantal wegen dat – qua lengte en breedte – afdoende is om een auto als deze uit te kunnen proberen.
 
Hoe dan ook, de CCXR is een opmerkelijk schepsel. En een groene ook nog, uhm…, op een bepaalde manier dan. De hamvraag zou kunnen zijn: kan Koenigsegg een snellere, groenere, door bio-ethanol aangedreven toekomst voor ons allemaal inluiden? Het debat gaat nog even verder. In de Verenigde Staten is de vraag naar E85 zo groot, dat de prijzen voor maïs omhoog zijn geschóten. Het is zelfs zo erg dat de almaar armer wordende Mexicaanse bevolking, nu heel veel meer moet betalen voor haar tortillabloem dan voorheen.
 
Desalniettemin is de situatie hieromtrent in ieder land heel verschillend. In het Verenigd Koninkrijk dumpen de boeren jaarlijks zo’n 3,5 miljoen ton aan onverkocht graan, genoeg om tenminste vijf procent van de weggebruikers op bio-ethanol te laten rijden. Afval, zoals houtsnippers van bijvoorbeeld de meubel- en papierproductie, kunnen ook gebruikt worden om biobrandstoffen van te maken. Er komt een dag dat afval die er is van het maken van dit tijdschrift, wordt gebruikt om joúw auto aan te drijven.
‘Precies op het moment dat de motor klinkt alsof hij zijn ingewanden eruit braakt en dwars door de fabrieksmuur heen spuugt, laat het scherm 1.064 pk zien’
 
Ondertussen is de CEO van de Zweedse firma, Christian von Koenigsegg, in het hoofdkantoor druk aan de arbeid. Zijn creatieve denktank is helemaal ingericht om een zo hoog mogelijke graad van perfectie te bewerkstelligen, vergelijkbaar met de keuken van driesterrenkok Jonny Boer. Von Koenigsegg laat ons zijn ‘Krachtkamer’ zien waar een door E85-gevoede CCXR een serie tests ondergaat. Een getal wordt ingetoetst, het geluid neemt toe en precies op het moment dat de motor klinkt alsof hij zijn ingewanden eruit braakt en dwars door de fabrieksmuur heen spuugt, laat het scherm 1.064 pk zien. Maar liefst zestig stuks meer dan officieel is geclaimd voor de CCXR en liefst 258 pk meer dan de ‘gewone’ CCX uit de V8 weet te peuren.
 
Koenigsegg is druk doende nieuwe technieken te ontwikkelen om met biobrandstoffen te werken en daarbij wordt er net zo naar efficiency gekeken als naar prestaties. Waar andere autofabrikanten aanlopen tegen zaken als rigide achtjaren-plannen, gewetenloze kostenbesparingen en – niet te onderschatten – de invloed van de olielobby, is deze kleine club van alternatieve brandstofpioniers veel beter in staat om te experimenteren, te reageren, risico’s te nemen en sneller voortgang te boeken. Pervers genoeg is Koenigsegg zó anti-establishment – het zal ze écht allemaal aan de hak roesten – dat ze tot één van de meest politiekcorrecte autobouwers van de wereld gerekend mogen worden.

Oh, er ging nog wat mis tijdens de fotoshoot: beetje oud nieuws maar wel geinig. Kijk hier maar. Alleen jammer van de CCXR, iedereen bracht het er verder levend van af…

Reacties