22-32-22. Maar eerst naar links of eerst naar rechts draaien? In films lijkt het altijd een fluitje van een cent: even de ene kant op draaien, en dan de andere, en hup je hebt de combinatie gekraakt. Vergeet het maar. Na een kwartier of zo ben ik nog even ver en begin ik door te draaien als het mechanisme van dit verdomde hangslot. Had ik maar een stethoscoop, dan zou het natuurlijk allemaal veel makkelijker zijn. Ik hoef alleen maar het hek open te maken. Heel even overweeg ik om gebruik te maken van het materieel dat achter me staat. Hij heet Dodge Ram 2500. Heel veel Ram, een beetje Dodge, schiet het door mijn hoofd. Het betreft een heel belangrijk hek want het biedt toegang tot het paradijs voor autorijders. Echt waar. Aan gene zijde ervan ligt een weg die kronkelt en slingert als de slangen die zich ongetwijfeld in het goudgele gras aan weerszijden ervan ophouden. We zouden hem zeer toepasselijk Zwarte Ratelslang kunnen noemen, maar hij staat bekend onder een heel wat vriendelijker naam: de Maryhill Loops Road. We zijn naar Goldendale, Washington, gekomen om een gemeenplaats te verifiëren: dat musclecars hopeloos zijn in het bochtenwerk. We hadden hier gewoon in de nieuwe Dodge Challenger SRT Hellcat kunnen gaan rijden, maar met z’n 716 pk hadden z’n banden de drie uur durende rit westwaarts vanuit Portland, Oregon, misschien niet overleefd. Trouwens, door ‘m op een trailer te zetten en ‘m over de spectaculaire Columbia River Gorge te hevelen, waren we in de gelegenheid om na te gaan waarom onze Amerikaanse vriendjes zo enthousiast zijn over die andere icoon op autogebied dat ze de wereld hebben geschonken: de pickup. Nu weet ik het: pickups swingen. De Ram 2500 is een onvervalst staaltje Detroitse kracht en doelmatigheid. Z’n blok is een 6,7-liter Cummins-dieselmotor die iets levert in de orde van grootte van 1.000+ Nm koppel. Hij weegt ongeveer 3.500 kilo, is ruim zes meter lang en trok 2.500 kilo aan musclecar en trailer alsof het niets was. Het is een halve vrachtwagen en je kunt de versnellingsbak en de ophanging niet blijer maken dan door ze met iets stevigs te belasten. Gewicht, in het mooiste geval. De laadbak alleen al is bijna twee meter lang (dit is de korte uitvoering) en aan beide zijden zit een Rambox, die op slot kan. De fotograaf heeft ergens bereik met zijn mobiel. Het blijkt dat de combinatie van het slot is veranderd. Er klinkt gevloek. En vervolgens nog meer gevloek, als er nog eens vijf minuten nodig zijn om het slot open te laten springen. Maar we kunnen erdoor, en al snel is de auto van de trailer geladen en weerkaatsen de heuvels het lawaai van een heleboel kubieke centimeters supercharged V8 die tot leven komen. We tuffen door het zes kilometer lange stuk privéparadijs en genieten van het fluwelen asfalt en de vele fotogenieke plekjes. Met de ellenbogen naar buiten en de motor die pruttelt en gromt, rijden we tussen de grazige weiden door langzaam omhoog. De kleuren zijn schitterend: het diepzwart van het asfalt, de gouden frisheid van het gras, het volle bloedrood van de Hellcat. Het zijn felle kleuren, een verrukkelijk palet voor een camera. Een stuk verderop doe ik een burn-out, de rook wit en wollig als watten. Op dit moment is de Dodge Challenger SRT Hellcat – misschien wel de toepasselijkste naam die ooit aan een musclecar is gegeven – aan het doen waar musclecars goed in zijn, namelijk zijn spierballen tonen. Herinner je je nog de aanloop naar de autoachtervolging in Bullitt? Zoiets. Weet je wat? Het voelt fantastisch. Groot, weelderige stoelen, eenvoudig interieur, verbazingwekkend strakke, handgeschakelde zesversnellingsbak met een naar voren hellend pookje met daarbovenop een soort biljartbal. Heerlijk. Zo veel koppel dat ik de hele dag bijna niets anders dan de tweede versnelling gebruik. De weg eindigt bij een boom, en in de schaduw daarvan merken we dat we niet alleen zijn. We maken kennis met Zane. Zane en zijn makkers zijn longboarders, skateboarders die heuvel af gaan en graag dood willen. Je zult misschien denken dat deze ontmoeting afgesproken werk was, maar dat is niet het geval – zij zijn hier om de weg voor hun hobby te gebruiken. Ik begrijp maar al te goed waarom zij het even uitdagend vinden om hier naar beneden te gaan als ik het vind om omhoog te gaan. Dus ik sluit een deal met hen. Het zou nogal cool zijn om hun door de zwaartekracht aangedreven sleeën over de weg te achtervolgen, en als ze daarmee akkoord gaan, dan kunnen ze van mij een vijf kilometer lange lift naar boven krijgen. Ze gingen ervan uit dat we hen uit deze afgesloten omgeving zouden smijten, dus ze kunnen hun geluk niet op. De helmen worden opgezet.

‘Het chassis van Hellcat wiegt zoetjes. Het is waarschijnlijk de heerlijkst driftende auto waarin ik ooit heb gereden’

Op weg naar beneden bereiken ze snelheden van zo’n 60 km/u, waarbij hun handen soms het asfalt beroeren, en ze remmen hooguit in de bochten. Petje af. De achterkant van de Challenger is drukker in de weer dan ik had verwacht, en van zo vlakbij en gezien door de voorruit van een musclecar bieden de longboarders met hun sublieme behendigheid een spectaculaire aanblik: het is ware acrobatie. Als we beneden aankomen klinkt er een hoop gejuich en gejoel. Slechts één boarder raakte van de weg, en hij juichte en joelde het hardst. Het zou niet gepast zijn geweest om deze supersportlieden achter in een tuttig minibusje te zetten voor de rit terug naar boven. Nee, de laadbak van een pickup is een veel geschiktere plek. Vijf man plus skateboards passen perfect, en ik besef maar weer eens dat een pickup voor deze manier van leven en deze omgeving ideaal is. Iedereen sleept iets in de VS, iedereen heeft wel iets wat in een waterproof laadbak gegooid moet worden, al zijn het maar medemensen. Zo is het nu eenmaal. Je vergeet maar al te makkelijk dat Amerikanen buitenmensen en avonturiers zijn, en het is pas kort geleden dat de trein tot hier doordrong. De pickup begint waar paard en wagen zijn opgehouden. Nu is het de beurt aan de Dodge Challenger SRT Hellcat. Dit is – en het heeft geen zin deze feiten niet onder ogen te zien – de krachtigste productie-musclecar die er ooit is geweest. De slogan is eenvoudig: ‘716 pk. Einde discussie.’ En ja, dat is meer dan een Lamborghini Aventador. Mij baart de schijnbaar nogal korte wielbasis een beetje zorgen, hoewel ik hoop dat dat gezichtsbedrog is door het ronde model. Ieder detail is subliem; uitsparingen in het plaatwerk, inlaten, achteruit geplaatste grille en één koplamp die tot inlaat is omgedoopt om de supercharger van lucht te voorzien. Hels, jawel. Dit is geen Europese verfijning, maar een musclecar is dan ook geen Maserati. Razendsnel is hij waarschijnlijk ook. Ik ben helemaal klaar voor al dat vermogen, dat koppel, maar ik ben er niet op voorbereid hoe opgewonden en fel de motor is, hoe gretig 6,4 liter aan beschikbare power is. De motor moet blijkbaar eerst 80 pk aan de supercharger leveren voor hij iets terugkrijgt, maar wát hij terugkrijgt is buitengewoon. Het gaspedaal reageert heerlijk en het vermogen gaat verrukkelijk crescendo en drukt je comfortabel weg in de Recaro-zittingen terwijl je oren onthaald worden op een uitzinnige cocktail van de opgewonden jankende supercharger, de stampende V8 en het rauwe geschreeuw van de uitlaat. Dus rijd ik, met de tractiecontrole uitgeschakeld, over deze uitzonderlijke weg, en doe nog een ontdekking: het chassis van Hellcat wiegt zoetjes. Het is waarschijnlijk de heerlijkst driftende auto waarin ik ooit heb gereden. Natuurlijk, met 880 Nm aan onmiddellijk beschikbaar koppel is tractieonderbreking en uitwaaieren niet aan de orde – niet in de verste verte – maar weet het chassis wat het daarmee aan moet? Het antwoord is verrassend. Hij is verrukkelijk in balans en het vermogen valt accuraat te doseren en is goed beheersbaar – je merkt hoe veel energie de afdeling SRT (Street and Racing Technology) van Dodge in deze auto geïnvesteerd heeft. De carrosserie vibreert niet, de vering voelt weelderig aan en hij is niet van zijn apropos te brengen. Het wemelt hier van de bochten, zachte bermen, greppels en andere verraderlijke natuurlijke decorstukken, maar de Hellcat zwiert vrolijk door het landschap, met swingende achterkant en lekker gierende banden. Helemaal volmaakt is ie niet. 57 procent van het gewicht rust op de voorwielen, en de banden kunnen dus een tikkeltje overwerkt raken, ook al zijn het 275 millimeter brede Pirelli P Zero’s (achter zijn ze van dezelfde maat), en hoewel de remmen van Brembo afkomstig zijn, zijn ze niet berekend op hun taak – ze voelen te sponzig aan en hebben niet die directe, vertrouwenwekkende grip. Hij wordt ook wat onrustig in de scherpe bochten op twee derde van de klim. Het enorme gewicht van de Hellcat laat zich nu eenmaal niet verloochenen. Echt, ik ben de koning te rijk. In z’n twee zit je rond de 140 km/u, ik meander onder een warm zonnetje door het adembenemende decor, het asfalt zuigt en trilt in de hitte, de auto gromt gelukzalig en boven op de heuvel word ik onthaald door een stel enthousiaste longboarders. Dit is niet bepaald een straf. Er is voldoende speelgoed voorhanden: drie standen voor de tractiecontrole, idem dito voor de schokdempers, en als ik zou willen zou ik ook kunnen kiezen welke toeren de launch-control gebruikt als ik de koppeling intrap, en er is ook nog een tweede, zwarte sleutel die de Dodge Challenger SRT Hellcat afknijpt tot ‘slechts’ 500 pk. Maar het lijkt allemaal alleen maar af te leiden van het pure genot dat deze auto biedt. Dus sla ik op dat alles geen acht en concentreer me op het gevoel dat deze auto me bezorgt. Dat is een verrekt lekker gevoel. Dit is de tweede volbloed musclecar die ik dit jaar heb uitgeprobeerd (de ander was de Camaro Z/28), en ook dit keer ben ik verkocht. Ik ben er zeker van dat dat evengoed komt door het oogverblindend mooie decor als door de prestaties van de Hellcat. Maar op deze plek, waar je losjes één hand op het stuur moet laten rusten en je voet stevig op het gaspedaal moet zetten, kan ik me geen beter vervoermiddel voorstellen.

Dodge Challenger SRT Hellcat

Motor
6.424 cc
V8 supercharged
716 pk / 880 Nm

Aandrijving
achterwielen
6v handbak

Prestaties
0-100 km/u in 3,7 s
top 300 km/u

Verbruik (gemiddeld)
9,4 l/100 km
CO2-uitstoot n.b.

Gewicht
1.892 kg

Prijs
ca. € 45.000 (excl. belastingen)

Reacties