Nee, dit is niet Batmans legendarische Tumbler. Dit is een staaltje huisvlijt. Gemaakt door twee Australische ventjes. In hun schuurtje. Jazeker, mate.
 
De stoel bestaat uit een dun stuk hardschuim, er is geen geluidsisolatie, er is geen afwerking, er zijn geen deurpanelen, en de voorruit is ongeveer zo groot als het nieuwe boek van Jeremy. Vrij klein dus.
 
Daarbij heeft ie zo’n vreemde kleur dat je het idee krijgt dat je blind wordt als je er te lang naar kijkt. De auto in de film had camera’s zodat Batman om zich heen kon kijken, en de fanatieke doe-het-zelver die deze Tumbler bouwde, Grant Hodgson, heeft een ruimte gebouwd om die camera’s in te passen – dat gaat hij pas volgend weekeinde doen. Oh, jammer.
 
In je rechteroor schreeuwt en gilt een stevig motorblok moord en brand: een 454 Chevrolet V8. En dan draaien we alleen nog maar stationair.
 
Het is begrijpelijk dat de bouwers (en de eigenaar) van deze auto een tikje nerveus zijn om TopGear de weg op te sturen met hun baby, en zodoende hebben ze ons gevraagd ons te beperken tot een enorm parkeerterrein waar een olifant nog geen porselein zou kunnen breken. En wij dus ook niet. Hopen we.
 
Ik klim achter het stuur van de Tumbler, die gebouwenbespringende en murenvernietigende Batmobile uit de film Batman Begins. Maar deze Tumbler is niet gebouwd door ontwerpers in Hollywood; deze Tumbler is in elkaar gezet door een paar gasten uit Perth, Australië – en ze hadden alleen een foto als voorbeeld.
 
Dit is het moment waarop ik normaliter in een verhaal zou schrijven dat ik de koppeling op liet komen en er met gierende banden vandoor ging, maar dat zou een rabiate leugen zijn. Ik zweet me ongans en laat met mijn linkervoet heel voorzichtig de koppeling omhoog komen, waarna de Tumbler en ik samen centimeter voor centimeter voorwaarts kruipen. En dan laat ik ‘m afslaan. En nog een keer. Uiteindelijk, als de koppeling ongeveer zo verbrand is dat ie nog louter uit een verkoolde schroef bestaat, krijg ik het voor elkaar om het goed te doen.
 
Toen was het een sprookje; stel je bij het rijden iets voor als de gekruiste eigenschappen van een ouderwetse supercar en een enorme vrachtwagen. Manoeuvreren op lage snelheden is zowat onmogelijk – de koppeling werkt zo precies als dat je een schakelaar omzet, en het gaspedaal doet of niks, of alles. Hij is boosaardig, hij maakt lawaai en hij is helemaal te gek.
 
Maar wat heeft deze Australiërs bezield om iets na te bouwen dat ze alleen maar in een film hadden gezien, en dat, voor zover ze konden weten, net zo goed een animatie had kunnen zijn als een echte auto? Hodgson zegt: ‘Nou, dat ging helemaal per ongeluk, eigenlijk. We zetten een foto van de Tumbler op onze website om te suggereren dat we allerhande autotypes uit speelfilms na zouden kunnen bouwen. Zo’n beetje onder het motto: niks is ons te veel. We hadden nooit gedacht, echt nooit kúnnen denken, dat er vervolgens iemand belde en zei: “Doe mij die Tumbler maar.” En dat is dus precies wat er wel gebeurde.’
 
Jarenlang hadden Hodgson en zijn partner in het bouwen van filmauto’s, Gordon Hayes, replica’s gebouwd van Mad Max’ Interceptor – ze konden er amper droog brood mee verdienen maar in de schimmige, kleine wereld van toegewijde Interceptor-fans werden ze als halfgoden vereerd.
 
‘Een van onze klanten, een verzamelaar in Japan, had al de Mad Max Interceptors I en II door ons laten bouwen, maar toen hij de Tumbler op onze site zag, nou, toen wilde hij die dus ook hebben’, zegt Hayes.

‘We kochten de dvd en bekeken ‘m steeds opnieuw, namen de maten op en tekenden het na’

 
Hodgson: ‘We wisten dat wanneer we hem zouden vertellen dat we de Tumbler konden bouwen, hij meteen een voorschot naar ons zou overmaken. Daarom wachtten we een week of twee, we moesten ons even oriënteren. Er zijn natuurlijk geen instructieboeken of bouwtekeningen van zo’n ding, dus hoe moesten we dat aanpakken?’
 
Hayes: ‘Uiteindelijk dachten we: kom op zeg, het is een auto. Niks meer en niks minder. We hoefden niet iets te bouwen dat zou kunnen vliegen of andere gekke dingen zou moeten kunnen. Dus het leek ons eigenlijk best te doen.’
 
Het voorschot kwam zo snel als een rijzende zon, verdween in hun zakken en Grant en Gordon kochten een vergrootglas om de foto’s van de Tumbler aan nadere inspectie te kunnen onderwerpen. Waar moesten ze beginnen? Hun grote moment kwam toen ze de voorbanden van de Tumbler bestudeerden. ‘Als je de film hebt gezien, of een duidelijke foto van de Tumbler hebt bekeken, dan kun je hebben gezien dat de voorbanden gemaakt zijn door speedway-bandenleverancier Hoosier. Die worden alleen geleverd als 15 inch-banden. Bingo! Door die maat te kennen, konden we de verhoudingen van de rest van de auto berekenen.’ Zo bouwden ze de hele auto op die schaal na, op basis van die voorbanden, en ze schoten daarmee verrassend snel op.
 
Maar het project behelsde meer dan alleen iets bouwen dat dezelfde voor- en achterbanden had als de foto, en ongeveer dezelfde carrosserie. Hodgson stond erop dat de auto zich precies zo zou gedragen als de auto in de film. ‘We zijn er eens goed voor gaan zitten. We kochten de dvd The Making of Batman Begins, en bekeken ‘m steeds opnieuw, speciaal het stuk met de Tumbler in beeld. Elke keer als we ‘m keken, concentreerden we ons op een specifiek deeltje van de auto, dan namen we z’n maten op, tekenden het na, legden het naast de foto’s die we hadden, en dan vergeleken we alles nog een keer. Het was een eindeloos karwei, een enorm gedoe, maar dit was nou eenmaal de enige manier om het te doen.’
 
Dat hele proces nam alle ochtenden en avonden van vier lange jaren in beslag, en alle weekeinden, en bijna 200.000 euro van andermans geld. En toen hadden ze wat je nu ziet, maar niet rijdend. Nu, een maand voor aflevering, is de Tumbler dan eindelijk wel levend en rijdend te bewonderen. Hij mist nog wat gaas voor de luchtinlaten, de naverbrander ontbreekt, er zitten geen machinegeweren in de neus en hij heeft tot op de dag van vandaag nog maar vijf kilometer gereden, maar Hodgson zegt dat dat alleen maar details zijn.
 
We gaan niet op alle slakken zout leggen, en we vinden dat de Tumbler er inderdaad uitziet alsof ie klaar is om in actie te komen. Kijk naar die foto’s en vertel ons dat we ongelijk hebben – jij zou ‘m toch ook zo best willen rijden? ‘Amerikaanse fans van Batman die de filmauto in het echt hebben gezien – hij bestaat wel, jazeker – en ‘m hebben opgemeten, vertelden ons dat we er hooguit hier en daar een paar millimeter naast zitten’, vertelt Hodgson. ‘Ongelooflijk, toch?’
 
Omdat de Tumbler in de film nou eenmaal vooral ‘s nachts uitrukt, besluiten we ‘m een nachtrit te gunnen. Bij daglicht was het al lastig genoeg om naar buiten te kijken, maar in het donker is dat nagenoeg onmogelijk. Aan z’n voorkant heeft ie een paar kleine halogeenlampen die de Tumbler eruit doen zien als een gemeen kijkende spin, maar die de omgeving nou niet bepaald goed verlichten.
 
Gelukkig hebben we een politie-escorte die ons in de smiezen houdt, en die zeker wil stellen dat we niet ineens opstijgen en zodoende voetgangers aan het schrikken maken. Als we eenmaal een normale snelheid bereiken, blijkt de Tumbler behoorlijk wendbaar te zijn, terwijl AP Racing-remmen ervoor zorgen dat ie binnen een mum van tijd ook weer stilstaat.
 
‘Zo ver zijn we nog niet met ‘m geweest’, zegt Hodgson nadat we ‘m hebben geparkeerd en eruit zijn geklauterd. ‘Ik zag niks anders dan de achterlichten van de politieauto voor ons. Maar het was wel een geweldige ervaring, vond ik.’ Ja, hij is de enige niet.

Reacties