Autotest: Caterham Seven 1.6 Roadsport

Met de Ford-motor kan de Caterham Seven weer even vooruit, maar hij moet nog wel op dronk komen. Maar allereerst moet ik een geval van belangenverstrengeling melden. Ik heb ooit zelf een Caterham gehad die ik dagelijks gebruikte. Mijn liefde voor die auto was net zo sterk als de afkeer die mijn vriendin ervan had. Ik hield van de tekortkomingen aan de ene kant en de ingenieuze techniek aan de andere kant. Ik moest heel wat compromissen sluiten om deze auto te kunnen bezitten. Ik ben dus razend benieuwd naar het resultaat nu de K-serie motor van Rover zaliger vervangen is door een nieuw blok. Het grote probleem echter is niet mijn vooroordeel ten opzichte van dit merk, maar is meer het feit dat ik slecht vergelijkingsmateriaal heb. Mijn Seven was een oude auto die ik zoveelstehands kocht. Hij was dus helemaal ingelopen, zoals je lievelingsschoenen, het resultaat van jarenlange verwennerij en fijnslijperij. Alle kinderziektes waren eruit.

 

Dat kun je van deze Roadsport met Ford-motor niet zeggen. Nog niet, in ieder geval. Het 1,6-liter blok heeft goede papieren: een respectabele fabrikant, een vermogen van zo’n 125 pk en 163 Nm koppel. Ziet er goed uit. En hij ís ook goed. De Caterham reageert gretig als je het gaspedaal intrapt. De acceleratie is gelijkmatig, de verhoudingen van de vijfversnellingsbak zijn zo gekozen dat het ook op lange ritten goed uit te houden is. Tijdens het betere gooi- en smijtwerk voelt de Seven alert en goed uitgebalanceerd aan. Als het nodig is, staat hij in een mum van tijd stil.

 

Het chassis is aangepast, waardoor het twaalf procent stijver werd. Caterham meldt dat de Seven met Fords Sigma-motor ‘moderne rijeigenschappen’ heeft gekregen. Wie het verschil voelt, mag het zeggen. Misschien bedoelen ze met ‘modern’ wel de hoge zitpositie van de bestuurder, veroorzaakt door de beperkte verstelmogelijkheden die de Caterham-stoelen voortaan hebben. Het gevolg is dat je je hoofd moet buigen om de weg te kunnen zien, je rug moet krommen en dat je net zo goed met je knieën als met je handen kunt sturen. Het stuur is ontzettend klein en staat dichtbij het dashboard. Voorheen had ik deze problemen niet, dus waarom nu wel?

 

En ik ben nog niet klaar. Want een gevolg van de nieuwe motor is ook dat de uitlaat aan de andere kant is gekomen. Die zit bij een rechtsgestuurde auto aan de bestuurderskant. Dat maakt het moeilijker dan ooit om zonder kleerscheuren in en uit de auto te stappen. Deze barricade was eerst het probleem van de passagier, maar die heb je als Caterham-rijder toch bijna nooit. Nu zit je dus elke dag zelf met dat probleem opgezadeld. Toch is het nog steeds een goede auto, laat daar geen twijfel over bestaan. Maar als nieuwe eigenaar ben je wel even een paar maandjes bezig om bezeten te raken van deze auto.