De BMW M5 is niet meer. De dikke sedan met zijn hoogtoerige V10 is bedankt voor de bewezen diensten en nu zijn we in afwachting van een nieuwe model. Dat komt in de loop van 2011 en zal, naar verluid, een 4,4-liter V8 met dubbele turbo krijgen. Als je niet zo lang kunt wachten, dan hebben de mannen van Alpina een leuk alternatief voor je. Ze namen de nieuwe 5-serie en zetten daar een, juist, 4,4-liter V8 met dubbele turbo in.
Inderdaad, de veredelaar heeft ongegeneerd zelf het blok gebouwd dat BMW in 2011 op de markt wil brengen. Goed, het vermogen is met 500 pk lager. De volgende M5 zal zo’n 600 pk aan boord hebben, om de Audi RS6 de baas te kunnen. Toch is het een flinke stoot onder de gordel die de Alpina uitdeelt aan BMW. Zou het de goede verstandhouding die de twee merken hebben in gevaar brengen?
Het vermogen mag dan wel minder zijn, 500 pk is nog steeds ongelooflijk veel. De B5 komt niets te kort als het om snelheid gaat. In 4,7 seconden zit je op de honderd en als je nog niet van de weg bent geplukt kun je een top van dik 300 km/u halen. Hij geeft zijn vermogen bijna té makkelijk weg. Er zullen ongetwijfeld puristen zijn die de ongeblazen kracht van de V10 missen, maar die moest je zo delicaat rijden dat het moeilijk was om er echt alles uit te halen wat erin zat. Bij dit blok is dat heel anders.
Wie denkt dat de B5 gewoon een opgedofte BMW 520d is komt bedrogen uit. Alpina heeft de complete trukendoos opengetrokken om ook aan de rest van de techniek het een en ander bij te werken. De veren werden ingekort, de adaptieve schokdempers kregen andere software. Ook ondergingen de draagarmen een modificatie.
Het meest in het oog springende woord in de brochure is echter Einzelzylinderabschaltung. We hoorden de term eerder bij de presentatie van Alpina’s GT3-raceauto. Het betekent niets anders dan dat één van de cilinders een fractie van een seconde wordt uitgeschakeld, waardoor het koppel even terugvalt. Hierdoor kan de bak van de B5 sneller schakelen dan een conventionele automaat. Het werkt echt; hij raast door de versnellingen.
Ondanks het aangepaste onderstel, de racetechniek en de hoge snelheden waartoe de B5 in staat is, kun je niet zeggen dat het een explosieve circuitracer is. Daar rijdt ie veel te vanzelfsprekend voor. De B5 is veel comfortabeler dan andere Duitse supersedans. Om de grote velgen liggen namelijk geen stijve run-flat banden, maar gewone Michelins. Zelfs met de schokdempers in hun hardste stand voel je de auto iets zoeken als het echt hard gaat.

Wil je echt een non-plus-ultra sportsedan, wacht dan op de M5. De Alpina B5 is vooral voor diegene die in alle rust ongemeen snel wil rijden.

Reacties