Op het eerste gezicht lijkt de Virage het gat tussen de DB9 en de DBS op te vullen. Maar in de praktijk is ie meer dan dat.
 
De lancering van de Virage is net zoiets als de komst van de cd. Toen dit schijfje in de vroege jaren tachtig op de markt kwam, zeiden de platenmaatschappijen dat het nooit het einde van het cassettebandje zou betekenen. Nee, de cd zou een luxepaardje naast de cassette worden. We weten allemaal hoe het is afgelopen. Jonge lezers zullen nu naar hun iPad grijpen om op internet te kijken hoe een cassettebandje er eigenlijk uitzag. De cd luidde het digitale tijdperk in.
 
De DB9 is het cassettebandje van Aston Martin, de Virage hun cd. De Virage heeft als taak het gat tussen de DB9 en de DBS op te vullen. Hij heeft daarvoor de sierlijkheid van de DB9 meegekregen en de prestaties van een DBS.
 
Aston Martin hamert erop dat ze de DB9 zullen blijven bouwen, al was het alleen maar vanwege z’n lagere prijs. Naar verwachting is de Virage zo’n dertigduizend euro duurder dan de DB9 en er is nog steeds voldoende animo voor de laatste. In het laatste jaar was hij met duizend stuks goed voor 25 procent van de verkopen van Aston Martin. Maar die argumenten hadden de platenmaatschappijen ook in de jaren tachtig. Net als de cassette destijds zijn de dagen van de DB9 waarschijnlijk geteld. Niet omdat de belangstelling afneemt (dat weten we pas aan het einde van dit jaar), maar omdat de Virage zoveel beter is. Ben je in de markt voor een DB9, denk dan heel goed na of je niet liever een Virage hebt.
 
Hij is mooi, hè? De afmetingen zijn hetzelfde als die van de DB9 en dat is niet zo vreemd. Maar de Virage ziet er wel een stuk stoerder uit. De dorpels en wielkasten zijn breder, de grille loopt verder door naar de hoeken van de auto, de koplampen komen van de Rapide en aan de achterkant prijkt een bescheiden onderspoiler. Het beoogde effect is om het visuele zwaartepunt te verlagen en zo de sportieve uitstraling te vergroten.
 
Er is meer dan dat. De ontwerpers hebben behalve de kofferklep en het dak alle carrosseriedelen aangepast. Of het je opvalt, is nog maar de vraag want elke keer als een Aston Martin is aangepakt moet je tien keer kijken om de verschillen te ontdekken. Los daarvan is het resultaat altijd prachtig. De stijl van het merk maakt een evolutie door en het kan nog steeds bekoren. Dus wat is het probleem?

Stap in en het interieur is gelijk aan dat van de DB9 of DBS. Daar is op zich niets op tegen, maar Aston Martin had de mogelijkheid om hier wat anders van te maken best mogen aangrijpen. Een klant die in 2004 een DB9 kocht kijkt nu tegen exact hetzelfde interieur aan en heeft dan alle recht om zich bekocht te voelen. Oh zeker, de afwerking is verbeterd, maar op het eerste gezicht leef je er nog steeds in 2004. Ook van binnen moet de evolutie doorgaan.
 
Kijk je nauwkeuriger, dan zie je diezelfde subtiele aanpassingen als aan het exterieur. De kwaliteit van de gebruikte materialen is beter, om maar eens wat te noemen. Waar de DB9 knopjes met doorzichtig plastic heeft, zit er in de Virage echt glas. Alle knoppen van de elektrisch verstelbare stoelen zijn nu van metaal, het navigatiesysteem komt van Garmin. Dat is een hele verbetering ten opzichte van het vorige systeem. Dat was nog uit de schappen van Volvo, dat net als Aston Martin onder de vleugels van Ford zat. De bediening was een ramp en hopeloos verouderd. De Garmin-unit klapt omhoog uit het dashboard en sluit prima aan bij de rest van het interieur. Zelfs de kaartjes zien er mooier uit.
 
'Zelfs met de dempers in de stijfste stand is het comfort in de Virage dik in orde. Daarmee verslaat ie elke andere Aston Martin, los van de Rapide'
 
Het aluminium onderstel is exact gelijk aan dat van de andere Aston Martins, de zesliter V12 zit ook hier aan een zestraps automaat met koppelomvormer vast. De motor is wel wat aangepast en levert nu 490 pk en 570 Nm. Daarmee past hij precies tussen de DB9 (470 pk) en de DBS (510 pk) in. In 4,6 seconden raas je vanuit stilstand naar honderd, de top is 300 km/u. De eindoverbrenging is iets verkort, zodat de Virage alerter is bij hoge snelheden.
 
Snel is ie. Schakel een paar trappen terug en voor je het weet gaat het heel hard. Toch wat kritiek: we vinden dat het koppel wat achterblijft. Vaker dan je lief is, moet je terugschakelen om het volledige potentieel van de Virage-motor te benutten. Dat is jammer, want de V12 is alert genoeg.
 
Heb je de gelegenheid om voluit te gaan, zorg dan dat de versnellingsbak in de hand-stand staat en de motor in de sportmodus. Die laatste instelling zorgt voor drie dingen: boven de 3.000 tpm gaan er een paar kleppen in de uitlaat open waardoor je een prachtige kakofonie te horen krijgt (al evenaart hij de sound van de Ferrari V12 niet). De reactietijd van de automaat verkort ook. Heel bijzonder is dat de slag van het gaspedaal korter wordt. Om vol gas te gaan hoef je ‘m maar 52 millimeter in te trappen in plaats van 75 millimeter. Het lijkt lood om oud ijzer, maar het is een wereld van verschil. De hele auto voelt veel levendiger en gretiger aan.
 
Gebruik je de Virage als een soort van GT, laat die Sport-knop dan onberoerd. De Virage is een heerlijke auto om lange einden mee te rijden, het motorgeluid is dan aanwezig genoeg om je te laten genieten.
 
Met het comfort is niets mis. De ingenieurs van Aston Martin lijken het licht te hebben gezien toen ze de Rapide ontwikkelden, sindsdien is er een revolutionaire verbetering in de vering gekomen. De wegligging, besturing en comfort zijn beter dan ooit.

Dat neemt niet weg dat de Virage als reisauto nog flink hard geveerd is. De 20-inch velgen zijn daar vast en zeker debet aan. Op korte hobbels word je flink door elkaar geschud. Maar hoe hard hij ook is, de vering is wel evenwichtig. Dat geeft op hoge snelheden meer zekerheid. De marges zijn ruimer geworden, het onderstel kan het vermogen beter aan. Het gevoel dat de auto z’n best doet om jou in de eerste de beste greppel te laten duiken is weg.
 
Hoe heeft Aston Martin dit voor elkaar gebokst? Door variabele dempers en dan met name door de doordachte regelsoftware.
 
Voorheen kon je met de stelknop uit vijf instellingen kiezen, te beginnen met de hardste stand. De demping bleef in die stand als de rijomstandigheden er om vroegen, anders werd de sportstand uitgeschakeld. In de nieuwe set-up worden de instellingen geleidelijk opgebouwd naarmate er meer comfort gewenst is. Wat je vooral merkt, is dat er maar weinig verschil zit tussen de standaardinstelling en de sportmodus. De wegligging wordt wat strakker, maar dat mag nauwelijks een naam hebben. Druk je het gas verder in, dan merk je dat het onderstel wat stijver wordt. De kont glijdt minder in snelle bochten, het gepiep en gegil van de achterwielen is minder dan in de DB9. Er zit nog beweging genoeg in, maar het maant je absoluut niet tot kalmte.
 
Zelfs met de dempers in de stijfste stand is het comfort in de Virage dik in orde. Daarmee verslaat ie elke andere Aston Martin, los van de Rapide. De besturing is niet de top als het gaat om gevoel, maar het is precies en gevoelig genoeg om goed te kunnen voelen wat de voorwielen doen. De hoeveelheid grip is imposant. Ondanks de flinke massa van de V12 op de voorwielen stuurt de Virage heerlijk scherp en direct.
 
Het voorgaande gaat in gelijke mate op voor de Volante, de open variant. Je zult daar heel wat duizendjes extra voor moeten neerleggen, maar je hoeft niet veel in te leveren op torsiestijfheid van de carrosserie. De besturing trilt iets meer, maar het windgeruis wordt mooi onderdrukt als het dak dicht is. Heb je de kap open, zet dan wel het windscherm omhoog, want zonder dat is het door de turbulentie geen doen. Ben je van gemiddelde lengte dan moet je er rekening mee houden dat de wind over je kruin blaast. Zelfs bij 1,70 meter voel je je haren wapperen.
 
De Virage is in open of dichte versie een geweldige auto. Ten opzichte van de DB9 en de DBS is dit de beste keuze, vanwege het betere chassis. Het vlaggenschip, de DBS, hoeft echter niet te vrezen voor de komst van de Virage. De DB9 moet zich wel zorgen gaan maken. De enige reden van z’n bestaan is dat Aston Martin zijn kopers de keuze uit verschillende modellen moet bieden, maar als het aan ons lag, was dat niet nodig. Wij kopen geen cassettebandjes meer, maar kiezen voor de cd.


Aston Martin Virage

 


 

Leuk 

Het uiterlijk en het veelzijdige onderstel

 

Niet leuk 

Interieur lijkt te veel op dat van een DB9

 

TopGear-vonnis

Een mix van de beste punten van de DB9 en DBS, aangeboden in een verfijnder jasje. Een eenvoudige keuze

 

Prestaties  

0-100 km/u in 4,6 sec., top 300 km/u, 15,3 l/100 km

 

Techniek  

5.935 cc, V12, achterwielaandrijving, 490 pk, 570 Nm, 1.785 kg, CO2–uitstoot n.n.b.

 

Doen!  

Bang & Olufsen installatie

 

Niet doen   

Twee achterstoeltjes



Prijs NL ca. € 279.000

Prijs BE ca. € 193.000

Reacties