TopGear stapt net uit de nieuwste toevoeging aan het supercargilde, de McLaren 720S. In nummer 145, dat halverwege juni in de winkel ligt, lees je de volledige rijtest – nu alvast de highlights.

Testobject: McLaren 720S
Uitvoering: die ene
Locatie: omgeving Rome en het Vallelunga-circuit

Eindelijk, de McLaren 720S…

Nou nou, het is niet zo dat ze je bij McLaren erg lang hebben laten wachten. Vergeet niet dat het bedrijf pas een jaar of zeven geleden weer begon met het bouwen van straatauto’s. Sindsdien gaven ze ons de 12C, 650S, 570S, allerlei hete varianten hiervan, en natuurlijk de P1. Niet echt een merk waar weinig gebeurt, zouden we zo zeggen.

Echter, dit is de eerste keer sinds het begin van het hedendaagse McLaren dat ze een nieuw koolstofvezel platform hebben gebouwd, nog stijver dan het vorige. 91 procent van de 720S is nieuw, en van de motor – die nu 4,0 in plaats van 3,8 liter meet – is 41 procent van de onderdelen fris en fruitig. Het gaat dan om turbo’s, intercoolers, het gasklephuis uit gegoten aluminium, cilinderkoppen, de krukas, zuigers en de uitlaat.

Wat is het resultaat?

720 pk, 770 Nm, 249 g/km CO2, 0-100 km/u in 2,9 seconden, 0-200 km/u in 7,8 seconden en 0-300 km/u in 21,8 seconden. Niet gek veel langzamer dan de P1 dus. Het drooggewicht is 1.283 kilo, 18 kilo minder dan de 650S. Daarnaast is er nieuwe software, indrukwekkende deuren en een verlicht motorcompartiment waarin het blok 150 millimeter lager ligt. McLaren begon al in 2013 met het ontwikkelen van 720S, maar deed dit vooral digitaal. Het eerste prototype werd pas elf maanden geleden gebouwd.

Delen van de ophanging zijn nieuw, maar het principe is nog hetzelfde: dempers die met elkaar in contact staan en zo stabilisatorstangen overbodig maken. Het ‘brein’ achter dit onderstel is nu sneller en slimmer en er zijn twaalf extra sensoren, zodat de ophanging een verandering in het wegdek ondervangt in plaats van erop reageert. Er is nog steeds geen elektrische stuurbekrachting of meesturende achteras – die technologie is volgens McLaren simpelweg niet scherp genoeg.

Het interieur vindt trouwens een heerlijke balans tussen de rechttoe rechtaan ergonomie van een raceauto en de luxe van een snelwegvreter. De knoppen zijn overzichtelijk gegroepeerd, het bewegende display is erg cool en het stuur is gewoon een stuur. Zonder poespas erop. Klein puntje: een van de weinige dingen die van de 650S werden overgenomen, is de navigatie. Dat is jammer, want die is niet best.

Er ging extreem veel aandacht uit naar de aerodynamica: turbulentie aan de voorkant wordt langs de flanken geleid om downforce te genereren, en kanalen bovenop de deuren leiden koele lucht direct naar de radiateurs in de motorruimte. Alle slimmigheden bij elkaar zorgen voor 50 procent meer downforce op topsnelheid, twee keer de aerodynamische efficiëntie en 15 procent effectievere koeling dan bij de 650S.

Merk je daar iets van tijdens je woon-werkkilometers?

Grapjurk. McLaren stelde zich tot doel om ‘de opwinding van de 675LT’ en ‘de verfijning van de 570GT’ bij elkaar te brengen. Dat klinkt te mooi om waar te zijn, maar we moeten zeggen: dit is waarschijnlijk de meest allesomvattende supercar die we ooit hebben gereden. De eerste indruk is fantastisch: de besturing weet dat moeilijk te definiëren, bijna telepathische samenspel tussen weg, auto en bestuurder tot in detail te vatten. Het is net een grote Lotus Elise.

Daarnaast is ie monumentaal snel en reageert ie ontstellend snel op je commando’s dankzij z’n snel opspoelende turbo’s. De motor draait ruim 8.000 toeren en de bak schakelt 45 procent sneller dan zelfs de 675LT voor elkaar kreeg. Op hoge snelheid is de 720S bijna eng stabiel en ook op slecht wegdek straft hij overenthousiaste input absoluut niet af. Ook belangrijk: zelfs in het drukke verkeer rond Rome is ie volkomen ontspannen en gemakkelijk te rijden. Het geluid? Nog steeds niet zo mooi als bij een turboloze motor, maar het scheelt weinig meer (al doet de 720S zijn trucje deels via de speakers).

Zo ontzettend goed dat ie bijna, tja… dramaloos is. Dat brengt ons bij de klassieke supercarvraag: wil je vechten of wil je gewoon altijd en overal onmogelijk hard kunnen gaan? Het zal voor iedereen anders zijn, maar de 720S is een regelrecht precisie-instrument. Zeker niet klinisch, maar wel chirurgisch. McLaren monteerde een nieuw Variable Drift Control-systeem, waarbij de tractiecontrole je behoorlijk wat speling laat en je helpt om de boel in balans te houden. Maar als je alle elektronica uitzet, komt de genialiteit van het onderstel echt bovendrijven.

Een hebbeding, dus?

Zeg dat. De 720S is zo intrigerend als we hoopten dat ie zou zijn. We zullen z’n volledige potentieel pas in het juist licht kunnen bezien zodra we ‘m recht tegenover de Ferrari 488 kunnen zetten. Hij is in ieder geval alvast een stuk krachtiger, maar ook een stuk duurder: pas vanaf 307.700 euro kun je in Nederland een 720S mee naar huis nemen. Niet dat dat veel uit lijkt te maken: de 400 introductiemodellen van de 720S zijn al verkocht. Er zijn in totaal zelfs al 1.400 auto’s besteld, nog voordat het eerste exemplaar de fabriek heeft verlaten.

Lees onze complete rijtest van de McLaren 720S in TopGear Magazine 145, dat vanaf 15 juni 2017 in de winkel ligt.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear