Je hoort het de laatste tijd veel vaker: prolongatiemodellen. Niet te verwarren met homologatiemodellen. Prolongeren is het verlengen van iets. In dit geval de productie van een auto. Het zijn dus geen replica’s; ze worden geheel volgens originele specificaties in elkaar gezet. Vaak dragen ze chassisnummers die eerder ongebruikt waren. De nummers bleven destijds over omdat de productie – om wat voor reden dan ook – gestaakt werd. Jaguar is er aardig wegwijs in, maar ook steeds meer andere merken verdienen er goud mee; de meeste prolongatiemodellen beginnen pas bij 1.000.000 euro. De mooiste voorbeelden zie je hieronder.

Jaguar D-type

D-types. Waarom? Nou, omdat het lekker verdienen is, en omdat het verhaal van de auto, dat 60 jaar geleden begon, dan eindelijk rond is. De oorspronkelijke D-type was een zeer succesvolle (en bovendien beeldschone) racewagen die werd gebaseerd op de vroegere C-type, maar met een betere aerodynamica die specifiek was gericht op Le Mans-succes. Hij slaagde best aardig, met achtereenvolgende overwinningen van de 24 uur van Le Mans in 1955, 1956 en 1957. De planning was om er 100 te bouwen, maar de concurrentie werd te sterk en Jaguar heeft het nooit doorgezet. Ze bouwen 25 nieuwe D-types, om eindelijk toch de volledige productie van 100 exemplaren vol te maken.

Aston Martin DB4 GT

Er zullen 25 van deze GT’s voor op het circuit ­worden gebouwd – met de hand, op dezelfde ­productielijn in Newport Pagnell waar z’n voor­ouders vanaf kwamen. Hij heeft een paar moderne aanpassingen, maar hij is nog altijd mooi genoeg om hartkloppingen van te krijgen.

Jaguar XKSS

Op de avond van 12 februari 1957 brak er brand uit in de Browns Lane-fabriek. Binnen stonden er op dat moment 25 XKSS’en, waarvan er negen werden vernietigd. Jaguar besloot in 2016 om die negen auto’s opnieuw te bouwen en dezelfde chassisnummers te geven als toen. Ze kosten ruim een miljoen euro per stuk, maar aangezien het 10.000 manuren kost om er een te maken, is dat een heel redelijk bedrag.

Jaguar Lightweight E-type

Jaguars eerste prolongatie-activiteit: zes E-types om mee te racen, waarmee de in de jaren zestig geplande oplage van achttien stuks wordt gecompleteerd; want destijds werden er maar twaalf gebouwd. Hij wordt helemaal zo geconstrueerd als in 1964, wat betekent dat hij een aluminium carrosserie krijgt die 114 kilo aan gewicht bespaart. Ze werden verkocht als auto’s waarmee de koper deel kon nemen aan historische races. Maar wie het lef heeft gehad om daadwerkelijk te gaan racen met dit – ruim een miljoen kostende – stuk aluminium perfectie is ons onbekend.

Lister Knobbly

De wortels van de D-type, een met de hand ge­maakte aluminium carrosserie waarin 500 uur werk zit, en keuze uit een 4,2-liter (250.000 euro) of een 3,8-liter (330.000 euro) motor. En de slagroom op de taart: je kunt er legaal mee de weg op.

Range Rover Reborn

Niet echt per se een prolongatie-auto, meer een tot in de finesses gerestaureerde klassieker. Maar dat maakt ons niet uit, het is een zo goed als nieuwe driedeurs Rangie in mosterdkleur. Kost ongeveer anderhalve ton. Aha.

Shelby Cobra Coupé CSX 9000

Geschiedenisles: de Cobra Daytona Coupé was de eerste en enige Amerikaanse racewagen ooit die het World Sportscar Championship won, in 1965. Maar Shelby bouwde er slechts zes, voordat hij zich moest gaan toeleggen op de GT40. Dit exemplaar wordt gebouwd door Superformance met een authentiek CSX 9000-chassis, en met de zegen van Carroll Shelby zelf. Komt zodoende uiterst dicht bij het origineel. Achterwielaandrijving, 558 pk, handbak. Dit is er eentje voor serieuze liefhebbers

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)