TopGear reed zojuist de eerste kilometers met de nieuwe Porsche Cayenne. Binnenkort lees je het volledige testverhaal in TopGear Magazine, hier alvast de highlights.

Testobject: Porsche Cayenne
Uitvoering: S en Turbo
Locatie: Kreta, Griekenland
Weersomstandigheden: 23 graden, zon: het leek wel lente

Nieuw? Weet je het zeker?

Heel zeker. Oké, er zijn vast druppels water te vinden die minder op elkaar lijken dan deze Cayenne en zijn voorganger, maar is werkelijk elk onderdeeltje nieuw. De gelijkenis is natuurlijk weer eenvoudig te verklaren uit het feit dat de Cayenne een joekel van een succes is. Van de eerste generatie (2002) verkochten ze er meer dan 270.000, van de tweede (2010) meer dan 500.000. En het moet wel heel raar lopen willen er van deze derde incarnatie niet nog veel meer van de band rollen. De SUV is tenslotte hot, nietwaar? Sterker: zo hot dat bij Porsche de Macan en Cayenne inmiddels goed zijn voor 60 tot 70 procent (afhankelijk van de markt van alle verkopen).

Dus dan ga je niet lopen rotzooien met het design…

Precies. Je kunt het nieuwe er trouwens met een paar keer goed kijken we aan afzien hoor. Die standaard led-verlichting voor en zeker achter doet al een hoop. Daarbij geeft de nieuwe grille, met die ‘doorgetrokken’ horizontale spijlen hem een aanzienlijk breder overkomend front. De achterkant heeft weer veel familie-overeenkomsten met de Panamera en Panamera Sport Turismo. Dat geldt in nog veel sterkere mate voor het interieur: dat is bijna één op één hetzelfde. Niet erg, want het is volstrekt briljant. De (op de toerenteller na) volledig digitale meterboel is naar eigen goeddunken in te delen. Het enorm grote aanraakscherm in het midden is loeischerp en supereenvoudig te bedienen. De middenconsole is volgestopt met knoppen, alleen zijn het bijna allemaal tiptoetsen, waardoor het toch opgeruimd oogt. De afwerking is, Porsche-getrouw, boven elke twijfel verheven. Stoelen: perfect. Ruimte: meer dan genoeg, in het bagagegedeelte zelfs 100 liter meer dan voorheen.

Leuk, maar rijdt het een beetje, die nieuwe Porsche Cayenne?

Je had vast niet anders verwacht: nou en of het een beetje rijdt. Het compleet nieuwe onderstel is onder andere voorzien van de meesturende achteras en de verschillende bandenbreedtes voor en achter die we ook kennen van de nieuwe 911. Dat komt de  wendbaarheid aanzienlijk ten goede. Ook de motoren (voorlopig zijn het er drie) zijn nieuw. Er is een ‘basis’-V6 turbo met 340 pk, een S met biturbo V6 en 440 pk, en natuurlijk de Turbo met dubbelbeturbode V8 en 550 pk. (Wie daar achtereenvolgens de motoren van de Audi S4, RS5 en RS6 in herkent, heeft gelijk. Al zijn ze natuurlijk anders getuned.) Een Turbo S, diesel en hybride komen nog.

Dus dat wil wel?

Echt wel. De basis-V6 hebben we niet gereden, maar die doet een sprintje naar 100 km/u al in 5,9 seconden. De S doet dat een volle seconde sneller en de Turbo haalt daar nóg weer een seconde af. En dat voor een auto die twee ton weegt… Toch is, in tegenstelling tot wat je zou verwachten, de Turbo niet de leukste om te rijden. Die eer valt de S ten beurt. De Turbo klinkt, zeker door het ontbreken van een sportuitlaat op ons testmodel, wat lafjes. De biturbo-V6 is veel levendiger, klinkt gemener en gevarieerder, en dat leidt tot een veel ‘interactiever’ rij-ervaring. Het extra vermogen van de Turbo valt eigenlijk onder de categorie ‘zinloos geweld’, waar dat van de S perfect bij hem past. Wonderlijk, maar waar. Vermogen en snelheid zijn veel, maar overduidelijk niet alles. Verder laat deze lel van een SUV zich in en door bochten smijten alsof het een hot hatchje is. Het is verbluffend hoe speels zo’n Hulk van een auto kan zijn. Hooguit bij het aanremmen van een bocht blijkt af en toe dat zelfs de Cayenne niet tegen de natuurwetten op kan: dan voel je wel even hoe zwaar ie eigenlijk is.

Verder nog spannende dingen?

Een leuk gadget aan de nieuwe Porsche Cayenne is zijn beweegbare achterspoiler. Die past zichzelf aan aan de omstandigheden en dient verschillende doelen. Hij kan voor meer downforce zorgen (vanaf 160 km/u). Hij kan ook helpen het windgeruis te verminderen als je het schuifdak open hebt. En hij kan zelfs als extra rem werken: als je vanaf 250 km/u vol in de remmen gaat, klapt hij helemaal open en werkt zo als ‘airbrake’. Schijnt vanaf die snelheid toch maar mooi een twee meter kortere remweg op te leveren. Ook hip: een nieuwe coating voor de remschijven die daardoor glimmen als een spiegel, veel minder remstof opleveren en zo’n 30 procent langer meegaan. Het heet Porsche Surface Coated Brake (PSCB), zit (ook qua prijs) tussen de ‘gewone’ en de keramische remmen in, en zijn ook herkenbaar aan de witte remklauwen.

Verwennerij?

Zo veel als je wilt. De nieuwe Cayenne zit aanzienlijk beter in zijn standaarduitrusting dan zijn voorganger. Zo zijn zaken als dat grote scherm, de led-verlichting, parkeerhulp, 19″-wielen, navi en behoorlijk uitgebreide connectiviteit zijn standaard. Verder kun je je te buiten gaan aan een hoeveelheid opties die op zijn minst bijbels genoemd mag worden – ongetwijfeld weer voor prijzen die minstens zo legendarisch zijn. Alles wat je aan rijhulp- of connectiviteitselektronica kunt bedenken, is verkrijgbaar, tot ‘autonoom rijden op de snelweg’ aan toe.

Dus?

De nieuwe Porsche Cayenne verdedigt zijn positie als Koning der sportieve SUV’s weer met verve. Waar veel merken min of meer vergeten lijken te zijn waar die S van SUV ook alweer voor stond, smeert Porsche dat weer met dikke strepen rubber over het wegdek. En het feit dat het allemaal zo makkelijk lijkt, terwijl het zo onvoorstelbaar moeilijk is, dwingt alleen maar meer bewondering af. Goedkoop is ie natuurlijk weer niet. Het begint bij 109.800 euro voor de basis-V6. De S komt op minimaal 129.100 euro, en de Turbo is er vanaf een vorstelijke € 204.300. En wee degene die in de optielijst dingen gaat lopen aanvinken… Aan de andere kant: de S is de leukste, dus de 70 mille die de Turbo méér moet kosten, kun je alvast in je zak houden. Toch fijn…

 

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)