In één woord: wow. In twee (oké, drie) woorden: rock ‘n’ roll. Heel veel cooler dan een Plymouth Prowler gaat een auto niet worden. Het goede nieuws: er staat er een Plymouth Prowler te koop in Nederland. Het minder goede nieuws: misschien moest je het toch maar niet doen. Of toch wel? Nee. Of..?

Plymouth Prowler, zegt u?

Yep. Als Plymouth je niet zo veel zegt: kan kloppen, want het merk is al sinds 2001 morsdood. Op zich zonde, van een merk dat al in 1928 werd opgericht, maar goed. Het was onderdeel van Chrysler, en dat was meteen ook het grootste probleem. Geen merk heeft er, in de geschiedenis van de auto, op marketinggebied een groter zooitje van gemaakt dan Chrysler. En vrijwel altijd was Plymouth de sigaar. De Prowler werd in 1997 geïntroduceerd en was schaamteloos retro. Hij verwees nogal direct naar de immer populaire hotrods uit de jaren ’50. Geeft op zich niks: de VW New Beetle kwam in datzelfde jaar uit, en van Mini en de nieuwe Fiat 500 kun je ook niet zeggen dat het om bijster originele ideeën gaat. Laatste weetje: de heavy retro Chrysler PT Loser Cruiser, was oorspronkelijk als Plymouth bedoeld.

Rare naam, Prowler

Zeg dat. Het betekent insluiper en met dat soort types wil je eigenlijk niets te maken hebben. Het betekent echter ook het sluipen zoals een beetje zichzelf respecterend roofdier dat doet, en dat is wat Plymouth bedoeld. Kijk maar naar het logo op het stuur. Al lijkt dat wat ons betreft meer op een astmatisch kuchende poes met chronische rugklachten. Kan aan ons liggen.

Wel een cool ding!

Supercool zelfs! Als je van aandacht (heel veel aandacht) houdt, kun je nauwelijks een betere auto wensen. Daarbij is hij voorzien van een 3,5-liter V6 met 254 pk – what could possibly go wrong?

Waarom niet ik die Plymouth Prowler dan niet hebben?

Omdat hij maar voor één ding lijkt te zijn: om jou teleur te stellen. Ondanks die 254 pk is hij niet vooruit te trappen. Echt niet. Zijn gewicht van dik 1.200 kilo helpt niet mee, de viertraps automaat met overbrengingen die langer zijn dan de Chinese Muur maakt een moordlustig eind aan elke vorm van sportieve ambitie. Het interieur lijkt nog aardig, met die centrale klokken, maar is gemaakt van een soort plastic waar ze in diep-binnen-Mongolië nog geen boodschappentasjes van wilden recyclen. Van een testrit die we 20 jaar geleden ooit maakten, weten we nog maar een paar dingen. Het reed niet, het stuurde niet, het zat niet, het schakelde niet, het remde niet. Het was, kort gezegd, een van de grootste dompers in ons automobiele bestaan.

En toch wil ik hem!

Wij ook! Al is het maar om voor de deur te zetten en te kijken naar de carnavalsoptocht aan belangstellenden die elke dag langs trekt. En trouwens, ‘denken dat je cool bent, terwijl dat in het echt best wel meevalt’: waar kennen we dat ook alweer van? Ach ja: de spiegel, iedere morgen.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)