Lees eerst: Interview met Niki Lauda – Deel 1

Eddie Jordan: Er is een film over je gemaakt met de titel Rush. Hoe accuraat was die? En heeft die film een positief effect gehad op je persoon, op je erkenning? Wat denk je dat die film voor je carrière heeft betekend?
Niki Lauda: Ten eerste kwam [scriptschrijver] Peter Morgan naar me toe om er meer over te weten te komen.
Ik had geen flauw benul wie Peter Morgan was. Hij zei: ‘We gaan een film maken.’ Door de jaren heen ben ik door ongeveer vijftien verschillende mensen uit de filmwereld benaderd die de dingen anders wilden weergeven dan ze waren. Maar bij hem had ik het gevoel dat hij wist waar hij mee bezig was, dus ben ik met hem gaan samenwerken. Daarna, om een lang verhaal kort te maken, kwam Ron Howard erbij. Vervolgens werd de hele zaak opgeblazen voor de Hollywood-mensen, mensen die in films investeren. Het grappige was dat Morgan tegen me zei: ‘Je zult niet leuk vinden wat ik aan het schrijven ben.’
Ik dacht bij mezelf, laat hem er maar mee doorgaan, omdat hij zei: ‘Dit wordt een Hollywood-film. In Hollywood weet ik wat ik moet doen om vrouwen een film ook leuk te laten vinden, om het publiek de film leuk te laten vinden.’ Het zal wel.
Hij zei: ‘Dus je trekt je handschoenen aan, daarna zet je je helm op en dan is het meest belangrijke welke voet je in de auto zet?’
Waarop ik zei: ‘Je bent een idioot. Eerst zet ik de helm op, omdat ik met mijn handschoenen aan die klotehelm niet eens op kan zetten, daarna trek ik mijn handschoenen pas aan. Met welke voet ik eerst instap maakt me geen moer uit, want ik wil gewoon instappen.’
Uiteindelijk heeft hij me zelfs vanaf de filmset gebeld, omdat hij wilde dat alles precies klopte. Het voelde als iets heel positiefs.
EJ: Denk je dat de film een eerlijke weergave van jouw leven was en van de dynamiek tussen jou en James?
NL: Ik zal je de waarheid vertellen. In Wenen hebben ze de film aan een kleine groep mensen vertoond, zonder muziek. De montage was nog niet helemaal af en ik zei tegen mezelf: ‘Shit, ik moet echt een klootzak zijn geweest.’
EJ: Dat ben je ook, nog steeds.
NL: Ja, het was zo negatief, eerlijk waar, dat ik dacht, ‘Waarom heb ik dit in godsnaam allemaal gedaan?’ Hunt was de held, hij ging met iedere meid naar bed, hij won het kampioenschap. Ik was de zeur, echt waar, het kleine kind. Dit kan niet goed zijn voor mij. Maar toen ging ik naar Morgan. Ik zei: ‘Luister. Ben je helemaal gek geworden? Je naait me.’
Hij antwoordde: ‘Nee, zo ben jij nou eenmaal.’ Toen begon ik me echt zorgen te maken. Daarop zei hij, ‘We moeten de film trouwens nog afmonteren en er muziek onder plaatsen. Het geheel komt heel anders over als het helemaal af is.’
Bij de première in Engeland zat ik naast Bernie. De hele bioscoop zat barstensvol mensen en uiteindelijk vond ik de film beter dan ik van tevoren had verwacht. Het mooiste moment was toen Bernie zei: ‘Hij is ongelooflijk. Ik wil hem nog een keer kijken.’
EJ: Je noemde net James en enkele van zijn activiteiten buiten de cockpit. Hij was een womaniser, maar jij was zelf ook bepaald geen kneusje. Het was algemeen bekend dat je na je huwelijk meer dan genoeg vrouwen had.
NL: Mijn huwelijk was nooit over. Ben je gek? In het begin was het mijn vrouw. Ze was er altijd en steunde me door dik en dun. Soms had ze geen idee wat ik zonder haar allemaal uitvoerde.
EJ: Denk je dat we ooit nog mensen zoals jij en James zullen tegenkomen?
NL: Het is oneerlijk om mij en James te vergelijken, omdat we totaal verschillende persoonlijkheden waren. Daarbij was de Formule 1 in de jaren zeventig ook nog eens totaal anders dan de sport nu is.
Ik kende James al toen ik naar Engeland verhuisde. Ik huurde een appartement in de buurt van Victoria Station. Vraag me niet waarom, maar hij bood het me aan en ik aanvaardde het. Ik was 19 jaar oud, kwam net uit Oostenrijk en woonde alleen. Daarbij was mijn Engels niet zo best. Toen ontmoette ik Hunt toevallig in een kroeg. Ik legde hem uit waarom ik naar Engeland was gekomen, om de F3 binnen te komen en al die onzin, en hij besloot me te helpen.
We deden veel leuke dingen samen en vanaf dag één waren we bevriend. Zolang we maar niet al te competitief werden, toen ik in een Ferrari en hij nergens in reed, hadden we een makkelijker leven met elkaar. We maakten grappen over het feit dat ik aan de top streed en hij niet. Maar vanaf het moment dat hij beter ging presteren, veranderde onze relatie, omdat we het toen tegen elkaar moesten opnemen. Snap je wat ik bedoel? Op het circuit probeerden we beiden het kampioenschap te winnen, maar daarbuiten was alles weer zoals daarvoor.

Lees morgen het derde deel van het interview

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)