Het kon niet voortduren. Maar toen Groep B in het WRC nog bestond, was de aandacht van de autosportgemeenschap niet zozeer gericht op de Formule 1, als wel op de sneeuw, de gravel en de woestijnetappes die de rallycoureurs dwongen als gekken te improviseren. De gouden tijd was van 1982 tot 1986, en dat was de tijd dat iedere schooljongen wenste dat hij geen Frans maar Fins in zijn pakket kon kiezen.

Dat het publiek zich kan identificeren met wat het ziet, is een belangrijke factor in de sport, en mede daardoor was Groep B zo succesvol. Nooit werd dit inzichtelijker dan met Peugeots verkoophit van de jaren tachtig, de 205, die een rechte lijn trok tussen de GTi voor op de openbare weg en de T16-rallyheld. Zondag winnen, maandag verkopen? Reken maar. Peugeot kon ze niet snel genoeg bouwen.

Waarom kwam de Peugeot 205 T16?

De man achter de 205 was Jean Boillot, die besloot dat meedoen aan het WRC de nadruk zou leggen op de degelijke reputatie die het bedrijf had opgebouwd (in Noord- en Midden-Afrika rijden nog steeds vele scheepsladingen 504’s rond). Peugeot-Talbot Sport werd opgezet onder leiding van de huidige FIA-baas Jean Todt. Het bouwen van de rallyeditie van de 205 werd toevertrouwd aan Jean-Claude Vaucard en Bernard Perron, die de voormalige Alpine-man André de Cortanze inhuurden voor het onderstel en ex-Renault F1-techneut Pierre Boudy voor de motor. Boudy was verantwoordelijk geweest voor het pionierende turbowerk bij de andere Franse gigant. De ontwikkelingscoureur was de Fransman Jean-Pierre Nicolas.

Ze besloten een 1,8-liter 16V-motor te gebruiken, waarvan het blok was gebaseerd op de diesel van de XU-familie (die was zo ongeveer onverwoestbaar) waaruit ze aanvankelijk zo’n 320 pk peurden. De bak kwam van de Citroën SM, maar werd dwars geplaatst, met een variabele koppelverdeling tussen de voor- en de achterwielen voor maximale tractie. De regels schreven voor dat er 200 exemplaren van de T16 voor op de openbare weg moesten worden geproduceerd, en hoewel die er tamelijk wild uitzagen, hadden ze een vermogen van 200 pk – net genoeg om het velletje van je rijstepapje te trekken.

Groen licht

De wedstrijdversie was echter geweldig. Peugeot testte de auto op het circuit van Mortefontaine, in lokale steengroeves en op een aantal trajecten van de San Remo-rally. De bazen gaven ‘m groen licht op 29 maart 1984. Todt besloot de rest van het seizoen niet uit te zitten, maar direct mee te gaan doen. Ari Vatanen, met de Ier Terry Harryman als bijrijder, debuteerde met de T16 in de Tour de Corse in mei van dat jaar tegen de derde etappe was de Fin de snelste man van het veld, waarmee hij de Audi Quattro op zijn nummer zette. Na de achtste etappe ging hij aan de leiding. Een potentieel droomdebuut werd om zeep geholpen doordat de auto crashte tijdens de eerste manche van de laatste ochtend, en in brand vloog (de inzittenden bleven ongedeerd, maar fikkende Groep B-wagens zouden een zorgelijke trend worden).

Uiteindelijk wonnen Vatanen en Harryman dat seizoen drie races op een rij. In 1985 behaalde het team zowel de constructeurstitel als het coureurskampioenschap doordat Timo Salonen zeven van de elf races won. Daarna herhaalde Juha Kankkunen het kunstje in 1986 door met de nog krachtiger Evolution 2-versie de monsterlijk sterke Lancia Delta S4 achter zich te houden (die had een turbo en supercharger, goed voor meer dan 500 pk), evenals de Audi Quattro Sport S1, de Metro 6R4 en de Ford RS200.

Einde van de Groep B

Dat de 205 T16 de titel won in 1986, in een dergelijk capabel deelnemersveld, is overschaduwd geraakt door wat er dat jaar gebeurde in de Tour de Corse. Henri Toivonen en navigator Sergio Cresto kwamen om, alsook drie toeschouwers, toen hun Delta S4 van de weg raakte en explodeerde. De FIA kon niet anders dan Groep B verbieden, en het WRC ging een nieuw tijdperk tegemoet.

Peugeot legde zich toe op de Parijs-Dakar-rally, een onvoorstelbaar zwaar evenement door de Sahara en verder. Vatanen bewees nog maar eens dat hij voor geen kleintje was vervaard: hij reed de 205 T16 in januari 1987 naar de winst. Zijn auto, met startnummer 205, raakte al zwaar beschadigd voordat hij goed en wel de buitenwijken van Parijs had verlaten, maar hij knokte zich terug van de 274e plaats naar de overwinning – 13.000 kilometer en twee weken later. Peugeot won vier keer achtereen, van 1987 tot en met 1990, waarbij de 205 zich in totaal door 48.125 horrorkilometers worstelde.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear