De man achter de McLaren F1 heeft iets nieuws bedacht. Dit keer gaat het niet om een hypercar – een genre dat Murray eigenhandig in het leven riep – maar om een vervoersmiddel voor mensen in ontwikkelingslanden. Mensen die het nu vaak zonder moeten doen. De Ox (Engels voor, jawel, ‘os’) is veel goedkoper, sterker, ruimer en onderhoudsvriendelijker dan alle op dit moment beschikbare alternatieven.

Welke auto is daarvoor als basis gebruikt?

Het lag misschien voor de hand dat Murray zijn inspiratie zou zoeken bij de Toyota Hilux of de Land Rover, maar hij nam de Renault 4 als voorbeeld. Die auto, met zijn lange veerwegen, was voor een voorwielaandrijver heel capabel op onverhard terrein. De motor van de Ox zit daarom onder de voorstoelen, waar hij flink wat neerwaartse druk uitoefent op de voorwielen. De achterwielen zijn zo ver mogelijk naar achteren geplaatst, waardoor de gewichtsverdeling zelfs bij zware belading nog acceptabel is. De auto is gebaseerd op het door Murray gepatenteerde iStream-systeem, dat bestaat uit multiplex panelen op een frame van gelast staal.

De Ox heeft een rijklaar gewicht van 1.700 kilo, maar kan nog eens 1.800 kilo belading aan. Veel meer dus dan de gemiddelde pick-up, die niet verder komt dan 1.000 kilo belading. Omdat de Ox goedkoper is dan de alternatieven, kan een grote klant ook nog eens een grotere vloot aanschaffen.

De Ox is samengesteld uit zo weinig mogelijk onderdelen. De draagarmen links en rechts zijn hetzelfde, net als de koetswerkdelen aan weerszijden. Als de voorruit van de bestuurder sneuvelt, dan kan hij hem vervangen door die van een van de bijrijders. Alle draaiende delen zijn afkomstig van de Ford Transit; robuust en overal makkelijk te verkrijgen.

Hoe ga je de OX in de ontwikkelingslanden krijgen?

Ook briljant: de Ox kan in platte pakketten worden verscheept. Een Britse fabriek zou het chassis lassen en samenstellen en zaken als remleidingen en elektronica monteren. Alle koetswerkdelen en mechanische onderdelen passen in dit chassispakket, samen met de aandrijflijn. Op die manier kun je zes volledige voertuigen kwijt in een standaard scheepscontainer.

Het Ox-bouwpakket kan door drie mensen binnen een dag in elkaar gezet worden, ook als ze niet beschikken over een volledig ingerichte werkplaats. Omdat er geen robots of staalpersen aan de productie te pas komen, kost een iStream-fabriek maar een twintigste van een conventionele autofabriek. De ontwikkeling van het Ox-prototype heeft maar 3,3 miljoen euro gekost, betaald door filantroop Sir Torquil Norman. ‘Het is bijna een misdaad dat maar 20 procent van de hele wereldbevolking toegang heeft tot een motorvoertuig’, zegt hij erover. De Ox zou een uitkomst zijn voor humanitaire organisaties, maar zou het hele dorpen mogelijk maken om de weg in te slaan naar een betere toekomst. Er is nog maar een paar miljoen nodig om de Ox productierijp te maken. Een koopje, voor een auto die zo’n impact zal hebben.

Hoe rijdt dat nou?

De voorbank biedt weinig steun en het hout in de structuur van de Ox is meteen de enige geluidsisolatie die de auto kent. Toch valt het best mee met het geluid dat de 2,2-liter Transit-dieselmotor produceert. Oorverdovend is het zeker niet. De prestaties zijn niet fantastisch, maar de Ox brengt je waar je zijn moet – en daar gaat het uiteindelijk om. De centrale rijpositie stelt je uitstekend in staat om je weg te vinden over smalle bospaadjes. Het rijcomfort is een openbaring. De soepele ophanging absorbeert hobbels en kuilen alsof ze er niet zijn, waar pick-ups en terreinauto’s met hun starre assen elk obstakel genadeloos doorgeven aan de inzittenden. Uiteraard kun je deze voorwielaandrijver laten stranden, maar daar moet je flink je best voor doen. ‘Van al mijn auto’s ben ik het meest trots op deze’, zegt Murray. Dat is niet zo gek. De Ox is zeldzaam capabel en zeldzaam origineel.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)