Zoals een kind op weg naar de Efteling achterin de auto zit te springen, zo rijden wij naar de Goodwood Revival 2016. Een paar uurtjes sturen naar Calais: ongeduldig wiebelen. Op de boot naar Dover: zenuwachtig stuiteren. Binnendoor over kronkelweggetjes richting Chichester: ongecontroleerd gieren van opwinding. Want de Goodwood Revival is het flonkerende pareltje onder de autofeestjes. Het is een ervaring die je grijpt en die je bijblijft. In tegenstelling tot bij de heuvelklim van het Festival of Speed, waar je in je verwassen T-shirt op teenslippers naartoe kan, ben je bij de Revival zelf onderdeel van de aankleding van het evenement. Dat betekent dat je in een gepaste outfit dient te komen, volgens de gebruiken van midden vorige eeuw. Met een oubollig tweedjasje en een platte pet kom je al een heel eind, maar het is natuurlijk wel zo aardig om iets aan te trekken dat eruit springt. We spotten dames in volle Marilyn Monroe-uitdossing, vetkuifknapen in gevaarlijke bendejasjes en coureurs met zwarte schmink op hun gezicht waarin de vorm van hun leren stofbril brandschoon prijkt. Zelf verschijnen we dit jaar in een sterretjesshirt met felgekleurde bretels, lakschoenen en in ons haar een halve pot Brylcreem. Zo doen we dat.

Jack Brabham op Goodwood Revival 2016

Net als elk jaar komt er een bonte verzameling automobiel erfgoed samen op het Goodwood Motor Circuit. Deze keer is er een aparte schuur op de paddock gereserveerd voor de racers van Jack Brabham. De Australische legende, nog altijd de enige persoon die ooit een wereldkampioenschap won in een auto die zijn eigen naam droeg, wordt tijdens deze Revival geëerd met een Tribute Parade van auto’s die in zijn loopbaan een rol speelden. Het Road to Wembley-schouwspel is een knipoog naar het wereldkampioenschap voetbal van 1966 – Engeland tegen West-Duitsland – waarbij dubbeldekkerbussen en auto’s vol supporters over het circuit laveren. Speciale aandacht is er ook voor de Britse stockcar-racers, voor de taaie machines van de SAS Brigade van tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, en voor de Formule 1-bolides van 1966, het jaar dat de motorinhoud vergroot werd van 1,5 naar 3,0 liter met ongekende prestaties als gevolg. Daarnaast zien we ook de gebruikelijke klassen in actie. Klassieke GP-racers uit de jaren dertig rijden elkaar in de spaken tijdens de Goodwood Trophy, platte prototypes jagen elkaar na in de Madgwick Cup, de World Championship-racers uit de fifties – waaronder Jaguar D-types en de Maserati ‘Birdcage’ – zorgen voor spektakel in de Sussex Trophy. Ook hangen briljante waaghalzen naast vettige oude Nortons, Vincents en BMW’s in de enige motorfietsrace van het weekeinde, de Barry Sheene Memorial Trophy. Als je als klassiekergek hier je gram niet kunt halen, moet je misschien een andere hobby zoeken. Een man loopt voorbij aan het meisje dat bij de tunnel naar de paddock de toegangskaarten controleert. ‘Pardon meneer’, zegt ze, maar als hij omkijkt, glimlacht en zijn schouders ophaalt, wuift ze hem blozend verder. Het is Rowan Atkinson, die dit weekeinde in actie komt in de onvolprezen St. Mary’s Trophy tegen coureurs als Rob Huff, Gordon Shedden, Mark Blundell, David Coulthard en Jean Alesi. De mannen in een van de meest vermakelijke klassen verschijnen dit jaar aan de start met enkel Austins van het type A30 en A35. Het knullige maar capabele autootje viert z’n zestigste verjaardag, vandaar.

Kinrara Trophy

Deze editie wordt voor het eerst de Kinrara Trophy verreden, een race van 60 minuten met een rijderswissel. De auto’s: gesloten GT’s van voor 1962. Onder andere John Hugenholtz en Bernhard van Oranje van Racing Team Holland staan aan de start met hun Ferrari 250 GT SWB/C. De race is een feest om naar te kijken, met een partij close racing waar moderne klassen een puntje aan kunnen zuigen. Er gaan Aston Martins de bandenmuur in, er vliegen stukjes Corvette in het rond wanneer te veel auto’s zich tegelijk door de krappe chicane wurmen. Uiteindelijk gaat Tom Kristensen op schitterende wijze met de winst aan de haal. Vorig jaar zette de negenvoudig Le Mans-winnaar ook al een memorabel optreden neer toen hij van de laatste naar de eerste plaats reed in de St. Mary’s Trophy. Het is een belevenis om de man van dichtbij aan het werk te zien. Iets anders dat bij Goodwood hoort, is grillig weer. Is het vrijdag nog bewolkt maar droog, op zaterdag komt het met bakken uit de hemel. Niet goed voor je humeur, wel voor het spektakel op het circuit. Terwijl de kwetsbare museumstukken lukraak over het gras spinnen, eten we een kleffe hotdog en schuifelen we met ander parapluvolk tussen de kraampjes met vintage-kleding door. We maken een tussenstop bij de Gasoline Alley, een sfeervol Amerikaans pleintje met een rockabilly-band, een dansvloer en een heuse motorbende. Op de Revival worden tientallen acteurs ingezet om de sfeer aan te zwengelen, van duttende wegwerkers tot boenende huisvrouwen en van politiemannen tot deze linke figuren. De regen doet ze niks; ze blijven onverstoorbaar hangen, rondkijken en kauwgom kauwen.

Jocko Special

Op zondag fleurt Goodwood op van de wijd open hemel en de stralende zon. De enige dondergeluiden komen van de oorlogsvliegtuigen die al vroeg in de ochtend over het circuit komen scheren. In de Chichester Cup glijden kleine Formule Junior-auto’s van eind jaren vijftig op hun dunne bandjes door de bochten. Onder hen zijn een vreemde voorwielaangedreven Bond en een auto die luistert naar de naam Jocko Special. Je maakt geen Goodwood Revival mee zonder er iets van op te steken. De antieke GP-racers van Lotus, Maserati en Ferrari van de Richmond Trophy dreunen na in onze oren wanneer we ons terugtrekken op een terrasje. We snuiven de laatste geuren van Goodwood op voor we ons terug moeten spoeden; de boot naar de andere kant van het Kanaal wacht niet. Zo zullen we missen dat John McGuinness, de Isle of Man-motorfietstovenaar, zijn debuutrace op Goodwood wint. En dat Giedo van der Garde aan de leiding rijdt van de RAC TT Celebration, maar uiteindelijk na een ferme tik in het gras belandt. Onze eigen Chris Harris – hij heeft ook wel eens een weekeindje vrij – rijdt in dezelfde race mee met een Jaguar E-type. Misschien moeten we hem toch eens vragen hoe hij dat nou voor elkaar heeft gekregen. Want als we de Revival met één vurige wens verlaten, is het wel om ooit nog dichterbij de actie te komen in deze ultieme viering van de historische autosport, deze innige omhelzing van de machines die onze dromen vormen. Voor nu kleuren we volgend jaar september alvast rood in onze agenda. En zijn we de komende drie weken zoet met het uitwassen van ons haar. Foto’s: Drew Gibson, Nick Dungan, Adam Beresford, Amy Shore, Matt Ankers, Jayson Fong

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)

Meer van TopGear