Parasoldennen. Zo heten de hoge bomen in Rome. Het eetbare zaadje dat eruit valt, is de pijnboompit. Dan snap je waarom ze zo duur zijn. Ja, je steekt nog eens iets op tijdens het wachten. Bovendien is het uitzicht prima en de zon schijnt. Opeens horen we iets dat lijkt op een luchtalarm. Of nee, dat klopt niet. Een opstijgend ruimteschip dan? We kijken richting de obelisk van Marconi (uit 1959, ook geleerd) waar we de eerste Formule E-auto langs zien en horen zoeven.

Rome, Parijs, Marrakech, Berlijn, Mexico-Stad en Hong Kong. Het zijn voorbeelden van locaties waar de Formule 1 een spreekwoordelijke moord voor zou doen. En in de tijd van Godfather Bernie misschien wel letterlijk. Wanneer kun je anders prachtige architectuur en een snufje cultuur combineren met autosport? En als je moest kiezen, sta je dan liever drie uur van tevoren in de file bij een megadruk Spa-Franchorchamps? Of vlieg je het liefst een dag eerder in, geniet je van een prachtige wereldstad en pak je daarna de metro naar de race?

Formule E boven WEC

Audi verkoos de Formule E boven Le Mans en Formule 1. Het merk nodigde ons uit om naar de E-Prix in Rome te komen. Om daar de vraag te beantwoorden: is het terecht dat de Formule E niemand iets kan schelen? Want, laten we even eerlijk zijn, de nieuwkomer heeft nog niet veel voeten in de aarde.

Laten we beginnen met het geluid. We vroegen het Audi-teambaas (en drievoudig Le Mans-winnaar) Allan McNish: ‘Ik ben een autoliefhebber en ik vind geluid belangrijk. Maar de jonge mensen nu groeien niet op met autogeluiden. Het gebrek aan geluid is dus geen probleem. Integendeel: het geeft ons een voordeel, want je kunt in steden racen. Dit is een erg goed compromis.’

Roekeloosheid ontbreekt

Hoewel de stadsraces met hun decor enkel mogelijk zijn door het moderne en elektrische karakter van de Formule E, kampt de klasse met een probleem dat enkel opgelost kan worden met ouderwetse regelgeving uit de jaren tachtig en negentig. Of eigenlijk met een gebrek aan regelgeving. Simpel gezegd: de Formule E kan wel een vleugje roekeloosheid gebruiken uit de tijd dat racen nog levensgevaarlijk was voor deelnemers én toeschouwers.

Goed, we zeggen niet direct dat al het hekwerk naar het oud ijzer moet en dat iedereen een potje chicken met de coureurs moet gaan spelen. Maar hier in Rome zijn er nauwelijks plekken bij het circuit waar je de actie van dichtbij kunt meemaken. Daarbij komt dat de Formule E-auto’s ongeveer net zo hoog zijn als de massieve blokken die het circuit omlijsten; en de ideale lijn voert zo dicht mogelijk langs die blokken. Ergo: op veel plekken zie je de auto’s niet eens.

Het liefst sta je met je vingers door het gaas en voel je de windverplaatsing van de langsrazende elektroracers. Want de Formule E-auto’s maken nog best wat vaart op het circuit – alleen krijg je dit nauwelijks mee vanaf een afstand of op een scherm. De beste plek om te kijken, is het bruggetje waarmee je het circuit oversteekt. Maar daar mag je niet op stil blijven staan.

En het racen zelf dan?

Het grote commentaar op Formule 1 is het gebrek aan actie. Dat zit bij de elektrische variant wel goed. De coureurs wisselen in ieder geval genoeg lak uit. Ze kunnen het zich veroorloven, want halverwege de race wisselen ze van auto. Zie het als een wegwerp-scheurijzer. Ze nemen risico’s bij het inhalen en delen zo hier en daar een tikje uit of incasseren er eentje. En de uitslag blijft tot de laatste ronde gokken. In Rome pakt coureur Bird pas aan het einde van de race de eerste plek en om de finish als winnaar te bereiken.

Niet overtuigd? Houd er rekening mee dat deze raceklasse nog geen vier seizoenen bestaat. Formule 1 bestaat al bijna 70 jaar en heeft alle tijd gehad om te komen waar het nu is. Volgend jaar komt de volgende generatie Formule E-auto’s, die technisch een stap vooruitzetten. Daarnaast heeft de organisatie nog wat stappen te maken als het gaat om de baan en de aankleding ervan, zeker als je op de locatie aanwezig bent.

Conclusie

Dus: is het terecht dat de Formule E niemand iets kan schelen? Deels. Als je het gaat vergelijken met F1 (op dit moment) wel. Maar dat moet je volgens Audi niet doen. De FE loopt parallel aan de F1 en beide raceklassen zullen onafhankelijk van elkaar blijven bestaan. Gelukkig blijven automerken geld in de elektrische raceklasse pompen, omdat ze zelf graag EV’s willen verkopen aan de massa. Geef het daarom zeker over een tijdje nog een kans. En zet gewoon een muziekje op, dan stoor je je niet zo aan het hoge gegil van de elektrische auto’s.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)