Red Bull wordt tegenwoordig meer gezien als Formule 1-team dan ontbijtdrankje voor brugklassers die Mitchell heten. De producent van wakkerblijven in een blikje sponsort alles wat los en vast zit. We kregen de vraag of we even op de Red Bull wilden komen. Natuurlijk. Het bezoek opende onze ogen (letterlijk en figuurlijk). Dit zijn de tien dingen die we leerden tijdens ons bezoek aan Red Bull Racing-fabriek in Milton Keynes.

10. Een leger aan medewerkers

Hoeveel mensen zijn er nodig om twee F1-auto’s rijdend te houden? Het kan de aanzet zijn voor een slechte grap. Het antwoord is bloedserieus: 700 mensen. Tel daar nog honderd mensen bij op voor andere projecten als de Aston Martin Valkyrie.

09. De F1-fabriek draait door

Een aantal delen van de fabriek sluit niet. Bijvoorbeeld de metaalproductie, die gaat dag en nacht door. Lagertjes, schroefjes, dat werk. Goh, hoe zullen ze in de avond wakker blijven?

08. De koolstofvezel-afdeling maakt 10.000 onderdelen per jaar

Waar ze de energie vandaan halen of waar ze de onderdelen laten, snappen wij ook niet. Tijdens één raceseizoen produceert Red Bull 10.000 koolstofvezel onderdelen. Ondanks het megabudget gebruikt het team hiervoor de goedkoopste föhns die ze konden vinden (die wel of niet gejat zijn van goedkope hotels).

07. Dobberen

Alles wat Red Bull nodig heeft voor een raceweekend, vervoeren ze per zee. Toen jij het kerstdiner weg zat te hakken, dobberde de spullen voor de GP van Australië al ergens op zee. Als er een race bezig is, is een andere complete set spullen al onderweg naar de volgende. In totaal zijn er vijf sets met alles wat het team nodig heeft voor één weekend. De twee F1-auto’s zelf (meer hebben ze er ook niet) gaan wel met het vliegtuig.

06. Mission Control Room

Een groot deel van de mensen die verantwoordelijk zijn voor het succes, zie je niet. Die zitten in het Engelse plaatsje Milton Keynes, in een soort NASA-achtige Mission Control Room. Zij analyseren alle data en voeren die naar het team op het slagveld.

05. Er staan geen Mercedessen op de parkeerplaats

De dag begon toepasselijk toen we in een zilveren Mercedes-bus naar Milton Keynes vervoerd werden. Om de fabriek heen lukt het ons niet een Mercedes te vinden op de parkeerplaatsen. Wel twee Ferrari’s, waaronder de Dino van Christian Horner.

04. Overal Red Bull

Als je niet tegen het bedwelmende aroma van Red Bull kan, moet je niet bij het F1-team willen werken. Werkelijk in elke kamer bromt een klein koelkastje met vijf soorten zoete energiedrank. Elk van de vijf werkplekken waar de F1-auto’s geassembleerd worden, heeft een eigen koelkastje. En elke ruimte heeft een aparte prullenbak voor de blikjes. Lekker milieubewust.

03. Red Bull plakt geen stickers op de F1-auto’s

Stickers verstoren de uitgekiende aerodynamica van de rijdende luchtsnijders. Elk logootje en merkje is gespoten.

02. De fabriek produceert ook kunst

Niet echt. Windtunneltesten gebeuren met een schaalmodel op 60 procent van de ware grootte. We hebben nog nooit iets gezien dat we zo graag aan onze muur wilden hangen.

01. Niet alle trofeeën in de lobby zijn echt

De trofeeënkast in de lobby van de fabriek strekt enkele meters de lucht in en staat vol met prijzen. Niet alle bokalen zijn echt: in 2015 reden vier idioten een auto naar binnen om de kast leeg te roven. Een deel van de prijzen was onherroepelijk beschadigd en werd vervangen door replica’s.

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)