Vanaf het moment dat de eerste foto’s van de Audi R8 vorig jaar zomer openbaar werden, heerst het gevoel dat deze auto een stevige aframmeling verdient. Er wordt beweerd dat de koele rationaliteit waar Ingolstadt zo beroemd mee is geworden zich niet laat vertalen in zoiets als een supersportwagen. De R8 zou nooit het juiste gevoel kunnen overbrengen, dat speciale gevoel van dramatiek dat bij zo’n auto hoort. En, beweren sommigen, Audi is sowieso een beetje de weg kwijt als ze een auto als deze bouwen omdat mensen die een supercar van ruim 146.000 euro kopen, voor dat geld ook het logo van een échte supercar op hun auto willen hebben.

De kritiek op Audi heeft ook een meer sinistere ondertoon. In tien jaar tijd is Audi veranderd van sympathieke underdog in een merk dat verschillende marktsegmenten – en een hele raceserie – compleet domineert, vaak op een snaarstrakke manier die door velen behoorlijk onaantrekkelijk wordt gevonden. En dus zijn veel mensen kritisch op het merk. Die stemming is weliswaar onuitgesproken, maar alomtegenwoordig: velen zoeken een reden om Audi te bekritiseren.

Wat mij betreft is dat de slechtste manier om een supersportwagen te beoordelen. Ik ben liever pragmaticus; ik wil weten wat de Audi R8 zijn bestuurder te bieden heeft. Rijdt, stuurt en remt ‘ie goed genoeg om me blij te maken? Voelt de auto van binnen ook goed als je ermee op weg bent? Werkt het design van het interieur net zo goed als de auto rijdt als wanneer hij stilstaat? Als de R8 een goede auto is, komt de rest vanzelf, dan krijgt Audi een plekje op de Olympus van het supercardom en wordt de publieke opinie vanzelf milder tegenover het merk en de mensen die in Audi’s rijden. Kortom: ik heb de sleutels van de R8 in mijn hand, en mag vier dagen door Nederland rijden. Nou ja, rijden…

Het complete artikel over de eerste Audi R8 in Nederland staat in deze Top Gear en een dubbeltest met de Lambo Gallardo lees je hier.

Reacties