De Brabham BT52 is een van de belangrijkste wapenfeiten op het uitpuilende cv van ene Gordon Murray. Toen de FIA in 1982 aerodynamische middelen die het grondeffect bevorderden in de ban deed ten faveure van auto’s met een vlakke onderkant, reageerde Murray met een combinatie van zijn typische hand van ontwerpen en zijn vermogen om uit te dokteren hoe hij het nieuwe reglement juist in zijn voordeel zou kunnen laten werken.

Hoe kwam die sterkte turbomotor tot stand?

De Brabham BT52, die het resultaat was, lijkt op geen enkele F1-auto, uit eerdere of latere tijden. Met zijn agressieve pijlvormige chassis en ingekorte sidepods die waren ontworpen om de neerwaartse kracht terug te krijgen die door de verandering in het reglement verloren was gegaan. De monocoque was vervaardigd uit een mengsel van aluminium en koolstof­vezel. Het feit dat er tijdens de race weer bijgetankt mocht worden, betekende dat Murray kon inzetten op een kleinere brandstoftank ter verlaging van het gewicht. Zijn auto had voor en achter grote vleugels. Ze zorgden voor meer neerwaartse kracht. Ook had de auto een relatief conventionele wielophanging aan de voor- en achterkant.

Vreemde manier van testen

Maar de BMW-turbomotor was andere koek. Als bekend was deze 1,5-liter viercilinder gebaseerd op een veel toegepaste productiemotor, gemaakt van gietijzer en voorzien van een KKK-turbo. Er deden diverse mythes over deze BMW-motor de ronde; iemand bij BMW vertelde ons eens het memorabele verhaal dat de monteurs op de motorblokken urineerden en ze vervolgens dagenlang buiten lieten staan, een ongebruikelijke maar blijkbaar effectieve methode om hun doelmatigheid en duurzaamheid te testen. Het vermogen bedroeg zo’n 650 pk voor de raceuitvoering en tot wel 800 pk voor de kwalificatie-exemplaren.

Piquet profiteerde van deze techniek

Het team stond onder leiding van Bernie Eccle­stone, die dezelfde coureurs van het voorgaande jaar aanhield. De wereldkampioen van 1981, Nelson Piquet (foto), en Riccardo Patrese. Op de BMW-aangedreven bolides prijkte in grote letters de naam van de Italiaanse zuivelgigant Parmalat. Qua uiterlijk wisten ze de Ferrari’s en Renaults uit die tijd achter zich te laten. Piquet en Alain Prost voerden het hele seizoen een verbeten strijd met elkaar. Piquet trok uiteindelijk aan het langste eind dankzij voortdurende verbeteringen aan de BMW-motor in zijn Brabham BT52.
En zo behaalde Brabham zijn eerste F1-titel met een turbo-auto. Ten koste van het Franse team, dat zes jaar eerder als eerste met die techniek was gaan experimenteren. De nurkse Braziliaan won drie races en wist regelmatig het podium te halen. Pa­trese daarentegen had last van de pechduivel en wist maar één overwinning binnen te slepen. ‘Mensen hebben het over dat geweldige eerste turbotijdperk,’ liet hij door TG optekenen, ‘maar vergeet niet dat we dat gigantische aantal pk’s alleen maar tijdens de kwalificaties tot onze beschikking hadden, niet tijdens de wedstrijden. In die tijd was het behalen van een pole-positie net zo bevredigend als een goed resultaat in de race. Vandaag de dag heb je coureurs die achttien jaar oud zijn. Dat had toen niet gekund. De auto’s, en de circuits, waren daar veel te gevaarlijk voor.’

Reacties

Geef een reactie

(verplicht)