Als enige van de Amerikaanse ‘Grote Drie’ kreeg Ford geen staatssteun, maar klimt wel als eerste uit het dal. Dat kan de Raptor ook.
 
In Europa kennen we de RS- en ST-uitvoeringen van bijvoorbeeld de relatief compacte Fiesta en Focus als Fords sportieve buitenbeentjes. In de VS pakt het merk de zaken anders aan. Daar namen ze ook een populair model onder handen. De F150 is namelijk al decennia lang een van de bestverkochte auto’s van dat continent. Het resultaat is de Raptor, een puike pick-up met prestaties om eng van te worden.
 
In veel autotests rept de auteur over ‘in vliegende vaart’ als eufemisme voor snelheden die de staatkas flink kunnen spekken. In deze Drive moet je het letterlijk nemen. Ik ben letterlijk gelanceerd, op een manier die je kent van The Dukes of Hazzard. Nu hebben die boerenkinkels met hun capriolen heel wat General Lee’s in puin gereden, de Raptor blijft heel. Een monster, dat is het.
 
De carrosserie is aanzienlijk verbreed ten opzichte van de standaard F150: kijk naar de happen die naast de voorclignoteurs uit de spatborden zijn genomen. De wielophanging kreeg een veel langere veerweg en werd verstevigd. De schokdempers zien eruit als of ze zo onder een home-built monstertruck vandaan komen. De differentiëlen en elektronische veiligheidsvoorzieningen zijn aangepast. Niet eerder nam een fabrikant zo’n ruige versie van een doorsnee pick-up in massaproductie. Met ruig bedoel ik ook echt ruig. Hij krabbelt niet als een berggeitje omhoog, maar knalt als een sportwagen door onbegaanbaar gewaande paden.
 
Juist op zo’n plek mocht ik de Raptor uitproberen. Ik test de superpick-up in een stukje onherbergzaam Amerikaans achterland en ram met 80 kilometer per uur over heuvels ter grootte van een schaap. De vering is verbijsterend, hij beklimt ze alsof het niets is. Zijn rijgedrag is werkelijk buitenaards. De Raptor lijkt gemaakt om te springen. Ga je met een flinke vaart de heuvel op, dan gaan vanaf de top alle vier de wielen los van de grond. Je lijkt een eeuwigheid door de lucht te vliegen, waarna je met een lichte bonk weer op de grond landt.
 
Ford voorzag dit monster van een paar enorme banden die grip hebben van heb ik jou daar. Je hebt de keuze tussen aandrijving op twee of vier wielen. De attractie van 2WD is dat je de Raptor heerlijk ‘dwars’ kunt gooien als je de 5,4-liter V8 flink opport. Het spreekt voor zich dat in 4WD de terreincapaciteiten op hun best zijn.
 
Gek genoeg voelt de monster-Ford niet misplaatst op de verharde weg. De wegligging is comfortabel en rustig, perfect voor Amerikaanse omstandigheden. Hoe ie in Europa bevalt, is de vraag. De motor klinkt heerlijk potent, maar moet met 320 pk liefst 2,7 ton in beweging zetten. Tel daarbij de aerodynamica van een flatgebouw op en je begrijpt dat er hard gewerkt moet worden. De oplossing is er in de vorm van een krachtiger 6,2-liter V8 met 411 pk.
 
Gezien de kwaliteiten van dit beest, z’n karakter en de technische hoogstandjes die z’n prestaties mogelijk maken, is de F150 Raptor eigenlijk een koopje. In Nederland is ie ruim genoeg om ook als vierzitter op bestelwagenkenteken verkocht te mogen worden. Dat betekent dat er geen BPM afgerekend hoeft te worden en dat de BTW voor ondernemers aftrekbaar is.
 
De Raptor is alleen via de grijze import leverbaar in Nederland en België. Bij een Nederlandse specialist zag ik ‘m voor 41.900 euro staan, bij de Belgen is ie met 45.500 euro ietsje duurder. Zoek maar eens uit wat je voor dat bedrag nog meer kunt kopen. Zelfs de simpelste BMW X3 is duurder. En het mooiste is: bij de Raptor krijg je heel veel airmiles!

Reacties

Meer van TopGear