Wereldwegen 6: Nebo – Dode Zee

Diep in Jordanië bezoeken voor deze aflevering een religieus belangrijke plaats. Zowel letterlijk als figuurlijk slingert de weg heen en weer tussen joden, christenen en moslims.

 

Volgens de overlevering stierf Mozes, de voorman van de Israëlieten bij hun uittocht uit Egypte, op deze berg. Vanaf de top van de berg mocht hij het Beloofde Land zien, maar het binnengaan was hem niet gegund.

 

Het was het laatste panorama dat Mozes zag, maar mooier dan dit kon hij het ook niet krijgen. De weg die er tegenwoordig ligt, is zo adembenemend dat je zelf ook al gauw in hogere sferen komt, al erken je God noch gebod.

 

Heb je genoeg van wegen die heen en weer gaan als een achtbaan, dan moet je eens naar Nemesis gaan. De meeste bergweggetjes op de wereld vlakken stijgingen en afdalingen af, zodat het hoogteverschil gedurende een lange weg door haarspeldbochten overbrugd wordt. De weg op de berg Nebo is gewoon een stuk asfalt vanaf de top vrijwel recht naar beneden (of omgekeerd omhoog natuurlijk). Je rijdt over een beangstigend steile helling zo naar beneden richting de Dode Zee, het laagste punt op aarde. Wees gerust, niet de hele reis naar beneden gaat in één rechte lijn, onderaan kronkelt de weg in een paar nauwe bochten. De laatste anderhalve kilometer gaat wel recht naar beneden richting het zoute sop. Het hellingspercentage is zodanig dat goede remmen er letterlijk van levensbelang zijn. Een aantal bochten is beschermd met vangrails, maar in de meesten scheiden slechts een paar stenen het asfalt van een steile afgrond.

 

Het stof en de warmte kunnen hier en daar een aanslag doen op de grip van de banden op het asfalt, dus rijd niet als een kip zonder kop. Het is niet alleen het gevaar van slippartijen dat op de loer ligt, ook de lokale bevolking kan een barrière in de veilige reis zijn. Jordanië heeft een klein plukje rijke stinkerds binnen de grenzen, dus kijk niet gek op als je een supercar tegenkomt. Gallardo’s en Mustangs zijn niet ongebruikelijk hier. Maar de meeste mensen verplaatsen zich op een meer traditionele manier, dus op een ezel of in een halfvergane pick-up. Gelukkig zijn er voldoende plekken om in te halen.

 

Ben je eenmaal beneden, dan kun je er niet omheen om de zee in te gaan en de verplichte ik-kan-liggend-in-het-water-de-krant-lezen foto te maken. Bezondig je op het openbare strand niet aan een zonnebad in je blote niksie, je beledigt daarmee de lokale bevolking. Wil je wel bruinen, kies dan één van de Westerse hotels langs de kust.

 

Even ten noorden van de Nebo loopt de grens tussen Israël en Jordanië. Het is de moeite waard om daar rond te kijken, maar gebruik een goede kaart. Hoewel de grens vrijwel overal duidelijk is aangegeven met versterkte wallen en beveiliging, kan het gebeuren dat je ongewild aan de verkeerde kant terecht komt. Je loopt dan een gerede kans te worden gearresteerd of een kogel in je lijf te krijgen. We hebben je gewaarschuwd.

 

Ambulance 191, politie 192 en brandweer 193. Doe het extra rustig aan, daarmee ben je meer geholpen dan met bovenstaande nummers.

 

Vanuit Amsterdam vlieg je met Royal Jordanian Airlines rechtstreeks naar de Jordaanse hoofdstad. Overweeg ook eens een vlucht vanaf Brussel. Met Turkish Airlines en een tussenstop reis je voor 535 euro naar Jordanië en terug. Vanaf Amman is het zo’n 30 kilometer rijden naar de berg Nebo.

 

Het Mosaic City Hotel bij Madaba is stijlvol en comfortabel. Vraag wel om een kamer met balkon. www.mosaiccityhotel.com

 

Natacha Atlas – Gedida (1999)

 

Vierwielaandrijving is handig op de gladde wegen en de benzineprijs is een lachertje. Neem een Audi RS6. Een Bentley Continental cabrio is ook leuk, maar doe de kap alleen naar beneden als je huid goed beschermd is tegen de zon.

 

Ga je op zeker, neem dan een Mitsubishi Pajero, of boek thuis al een auto die je kunt ophalen bij de Europcar-balie op het vliegveld van Amman. Toen wij er waren, hadden ze een Volkswagen Eos TDI in de vloot. Leuk, maar denk aan de zon.