Het was 1964. Porsche had recent een motor achterin een sportauto gelepeld en noemde dat de 911. Om niet achter te blijven, besloot een groep Chevrolet-ingenieurs dat zij ook een motor achterin een auto wilde leggen.

Hun auto was een Corvette. Dat betekende dat de motor geen compacte zescilinder zou zijn, maar een forse Amerikaanse, heuse V8. Hun baas Zora Arkus-Duntov – de aartsvader van de Corvette – was sceptisch. Zo ook de rest van de wereld. Naar bleek, had hij gelijk, en redde de XP het niet tot in de showroom. Dit is waarom.

1
De eerste versie van de XP-819 kreeg ‘de lelijke eend’ als bijnaam. Dit is het werk van hoofdontwerper Larry Shinoda, en er zijn stemmen die beweren dat hij dit model heeft gebruikt om zijn mooiere C3 ‘Vettes op te baseren – we denken dan met name aan de bumperdelen en het kofferdeksel c.q. motorkap.

2
Behalve het ambitieuze idee van de plaatsing van de motor achterin, waren er ook andere curieuze esthetische zaken. De helft van de bestuurderstoel was in de deur gebouwd. Dus als je de deur sloot, moest je een bil optillen, omdat ie anders klem kwam te zitten.

3
25 centimeter brede banden achter, 15 cm voor. Testfoto’s wijzen uit dat de auto in de bocht op een ovaal zo’n tien cm los kwam van de grond met het linker voorwiel. Dat mag weinig verbazing wekken met al dat gewicht aan de achterkant.

4
Hij crashte. Spectaculair. Tijdens een verandering van rijbaan op hoge snelheid veerde ie ineens wild op, stuiterde tegen twee muren en werd vervolgens in twee stukken gezaagd om later op die manier te worden verkocht aan NASCAR-coureur Smokey Yunick. Dat moet een man met veel lef zijn geweest.

Reacties