Ze noemen het de ‘Tough Dog Tuff Truck Challenge’. Drie dagen lang worden mens en machine mishandeld op een gruwelijk parcours. Het draait niet om winnen, maar om overleven.

De duisternis is ingevallen en er is storm op komst. De afgelopen uren staan de TopGear-fotograaf en ik op veilige afstand te kijken naar een menigte die druipt van het bier, zweet en testosteron. Niet alleen wordt de massa steeds groter, maar het gaat er ook heftiger aan toe. Een door een orkaan opgezweepte rivier die zijn oevers dreigt te overtreden.

Eerst hoorde je alleen nog gejuich als er een truck vastliep, nu komt er een niet te stoppen golf van geluid op je af, ongeacht de gebeurtenissen op het parcours. Er gebeurt iets, hier in het hart van de storm. Iets waardoor men opgezweept wordt.

We wisselen een blik uit die deels angst, deels berusting uitstraalt. We hebben geen andere optie, we moeten ons laten meeslepen. We duwen onszelf richting actie en zien een scene die je zou verwachten in een nachtmerrie van Tolkien. T-shirts zijn optioneel. Net als broeken trouwens. Iemand duwt mij een schoen gevuld met een smerige substantie in handen. Het is gissen welk deel van de stank veroorzaakt wordt door de schoen en welk deel aan de drank te wijten valt. ‘Dit is hier een ritueel’, wordt mij verteld door een íéts minder dronken clangenoot. ‘Je moet bier drinken uit je schoen, of uit iemand anders z’n schoen.’ Dit is dag twee van een drie dagen durend evenement. Het is heet, het is modderig. Douchen lijkt men hier niet te doen. En ze drinken bier uit elkaars schoenen.

Iemand heeft een fiets meegebracht en wordt uitgedaagd om over een vuilnisbak te jumpen. Dat zijn inspanning, of die nu lukt of faalt, zal plaatsvinden midden in de enorme groep toeschouwers lijkt irrelevant.

Hij springt en botst tegen een enorme, shirtloze, kale reus aan die tegen de vlakte gaat. De reus staat binnen een paar seconden weer op zijn voeten en luid schreeuwend giet hij bier over zijn hoofd. Dat gebeurt hier vaker. Er klinken toeters, mensen gillen. Dit is waanzin.

Welkom bij de Tough Dog Tuff Truck Challenge. Dit drie dagen durende festijn vol drank en bagger is het grootste extreme 4×4-evenement in Australië. 61 teams, 10.000 toeschouwers en een prijzenpot van 20.000 euro.


Dit spektakel vindt plaats in een modderige, bergachtige buitenpost op drie uur rijden van de buitenwijken van Sydney. Die afstand is belangrijk. Een evenement als dit heeft de ruimte nodig, heeft kamperen nodig. Heeft bier, vuurtjes, verbroedering en waanzin nodig. Dit moet ver, ver van de beschaafde wereld plaatsvinden. Deels hierdoor hadden wij nog nooit van dit evenement gehoord. Het is een rap groeiend geheim genootschap van gekke petrolheads.

De regels zijn vrij simpel. Elk van de tien met obstakels bezaaide parcoursen kent een tijdslimiet. Maar om verzekeringstechnische redenen mag het geen race genoemd worden. In plaats daarvan is het een test van de technische bekwaamheid en op tien checkpoints per parcours kun je punten verdienen, plus een bonus van 10 punten. Ook kun je minpunten krijgen aan de hand van een lijst met 39 acties die bestraft worden. Zo kan achteruitrijden je 5 punten kosten en het raken van de afrastering 10 punten.

Elk team bestaat uit een bestuurder, een navigator en een supportteam wat kan helpen als er iets misgaat. Dat er veel mis zal gaan is zeker. De navigator loopt mee op het parcours, dat op wandelsnelheid wordt afgelegd. Per walkietalkie wordt de bestuurder door de navigator gewezen op de moeilijkste obstakels. Er staat geen straf op het niet voltooien van een parcours. Als je truck halverwege instort krijg je desondanks het aantal punten toegewezen dat je tot dan toe bijeen hebt gesprokkeld. Daarna probeer je de boel te repareren en ga je naar het volgende onderdeel.

Iedereen komt vast te zitten. De hindernisbanen zijn bedacht door Peter Antunac, het meesterbrein achter dit evenement. Hij heeft het erop gemunt zo veel mogelijk deelnemers te doen struikelen. Rotsblokken ter grootte van hatchbacks, zeven meter diepe geulen vol met modder en enorme vrachtwagenbanden, onmogelijke verticale rotsbeklimmingen en een nachtelijke rit door het bos met niets anders dan koplampen als verlichting. Dit alles zorgt voor een beperkt deelnemersveld.

De ritten zijn dermate ruig dat Peter genoodzaakt was een vloot hijskranen in te zetten om de vastgelopen of omgevallen 4×4’s van de baan te plukken. Geen enkele rijder wil die kraan horen aankomen. Dat is het ultieme bewijs van falen, net zoals de TopGear-heren niet in een reserveauto willen eindigen tijdens een tv-challenge.


Ondanks het hooligan-achtige gehalte van het geheel hangt er een familievriendelijk sfeertje tijdens het festijn. Er lopen aardig wat vaders met kinderen op de schouders. Ook is er geen gebrek aan met borsten duwende moeders trouwens. Veel toeschouwers komen niet om een specifiek team te supporten, ze willen gewoon mooie rijkunsten zien. Als iemand vastloopt op een obstakel wordt er gejoeld alsof er een rel uitbreekt in een gevangenis, maar over het algemeen juichen ze voor iedereen die de moed heeft mee te doen. ‘We willen gewoon spektakel zien’, zegt Alex Clifton, fan van het eerste uur. ‘Bij geen enkele andere soort motorsport kun je zo dicht bij de actie komen. Er zijn wel een paar Nissan- en Toyota-fans, maar de meeste mensen juichen voor alles.’

Fans als Alex verwoorden perfect de sfeer van dit evenement. Thuis sluit hij zich op in zijn garage om te werken aan zijn truck waarmee hij hoopt in 2014 mee te doen. Hij heeft nog nooit wedstrijden gereden, maar enige ervaring is niet vereist. Een auto is alles wat je nodig hebt. Er bestaan maar weinig professionele races waar deze regel geldt.

‘We hebben de auto nog niet getest, maar ik denk dat het een succes wordt’, vertelt hij ons. ‘Het leuke hier is dat elke truck kan meedoen, wat ie ook waard is.’

Dat geldt ook voor het publiek. Op luttele millimeters van het met linten afgezette parcours staat de massa te kijken naar de tonnen wegende metalen gevaartes. Gevaartes die elk moment omver kunnen rollen. De toeschouwers staan dermate dichtbij dat ze de rijders van advies dienen. Dit varieert van het beheerste ‘iets meer naar links’ tot het minder hulpvaardige ‘gassen eikel, je bent toch geen watje?’.

Gelukkig kunnen de bestuurders tegen een stootje. Ze tackelen dit parcours met de onbezorgde air van een ietwat te zware man die de trap op klimt.

Tussen alle pompende en gonzende trucks springt er ééntje uit, nummer 05, een Toyota Land Cruiser FJ40 die zo grondig aangepast is dat je ‘m bijna niet meer herkent als de versie die je op straat ziet rijden.

De speciaal opgebouwde 4×4 staat op 42 inch Interco-banden met Unimog-assen die we uit het leger kennen. Het interieur is gestript tot er niets overbleef dan kaal metaal, het dashboard zit vol knoppen die niet zouden misstaan in een ruimteschip. Gek genoeg moeten de trucks nog steeds ‘lijken’ op hun straatlegale broertjes, dus zijn ze uitgerust met ruitenwissers en richtingaanwijzers.

Nummer 05 is in de problemen gekomen. Dit is de auto die de afgelopen drie jaar in de top vijf eindigde en wordt gezien als de meest vernuftige en getalenteerde. Er zit voor meer dan 60.000 euro aan onderdelen in, een gigantisch bedrag als je bedenkt dat de meeste deelnemers hun auto bouwden in hun garage met niet veel meer dan bier en hoop. Maar zoals dat soms gaat met gedoodverfde favorieten, loopt het anders dan gepland.


Op dag 1 voltrekt zich een vreemd incident. De wielen van de 05 hebben zoveel speling in verticale richting, dat er één naar binnen is gebogen en met de dynamo in aanraking kwam. Dus moest er ergens een nieuwe dynamo vandaan getoverd worden. Daarna kampten ze met communicatieproblemen waardoor de bestuurder en navigator niet met elkaar konden praten. De eerste vier races liepen mis.

‘We kenden een moeilijk begin’, vertelt Tazz, de bestuurder van de 05 als we hem aanspreken bij het begin van de volgende race. ‘Dat dynamogedoe was ongelofelijk en toen het probleem met de intercom waardoor we eigenlijk blind moesten rijden. We hebben veel in te halen.’

Als na dag 2 de nacht valt is de stemming bij het team wat beter. Ze hebben goed gescoord op de laatste races van de dag en hopen dat dit genoeg is om ze weer aan de top van het klassement te zetten. Maar om dat te doen, moeten ze de strijd aan met modder.

Gedurende de dag is het publiek verspreid over de tien parcoursen, maar als het avond wordt, concentreert men zich op een baan met de naam ‘Mudrat’s Revenge’. Dit is het enige parcours waar het draait om snelheid. De Mudrat bestaat uit vier diepe geulen vol modder en obstakels. Dit is onmenselijk. Van de eerste tien auto’s die starten haalt er geen één de finish. De hijskranen maken overuren.

De coureurs zijn niet blij. Het is haast onmogelijk om dit parcours door te komen en na afloop staat men bij het schijnsel van een zaklamp nog uren modder uit de vitale organen van de auto te pulken. De slachting op de baan is niets vergeleken bij de reuring in het publiek. Hoe later op de avond, hoe gekker men wordt. Wonderbaarlijk genoeg blijft de sfeer goed. De politie zou bij vergelijkbare evenementen al arrestaties verricht hebben, maar hier kunnen ze rustig toekijken. Het is vermaak, meer niet.

Zij die van de gekte houden, mengen zich in de mensenmassa. Anderen niet. Voor hen zijn er vuurwerk, botsauto’s en kinderritjes. ‘Het is gewoon leuk’, zegt Raelene Paradisi, die hier voor de vijfde keer komt, met haar man Troy en hun zevenjarige zoon Austin. ‘We noemen het onze 4×4-reünie. We zijn er gek op.’

De nacht gaat voorbij en er resteren slechts katers en soppende bierschoenen. De vooruitzichten voor team OPW zijn goed. Een paar goede prestaties hebben hen weer aan de top gezet en ze eindigen met een solide 1.107 punten. Indrukwekkend, maar niet genoeg. Ze worden tweede achter team Rock Rash Racing, dat met 1.121 punten wint.

TopGear heeft één van de best bewaarde geheimen van de motorsport ontdekt. Het is toegankelijke, eerlijke motorsport op zijn best en staat mijlenver af van de gezuiverde, media-getrainde professionele racewedstrijden. Met andere woorden: fantastisch.

Reacties