Ter ere van ons honderdste nummer hebben we op de Nederlandse TopGear-redactie de koppen bij elkaar gestoken om antwoord te geven op een belangrijke vraag: wat zijn de honderd gaafste auto's die we sinds de oprichting van ons magazine hebben gereden?

Vraag niet hoe, maar na veel bekvechten, met koffie gooien, bureaustoelmeppen en een flinke hoeveelheid builen zijn we eruit. Dit zijn, op volgorde, de honderd coolste auto's uit honderd nummers TopGear. Dit zijn de toppers die de top 10 bijna gehaald hebben, maar nog net niet helemaal. Onder hen zijn een aantal exoten uit Italië en Engeland, maar ook een brave (maar oh zo vermakelijke) hatchback uit Frankrijk, een paar veel te snelle Duitsers en een zeker coupéduo uit Japan. Klik snel verder op de nummertjes hieronder voor tekst en uitleg!


025: Alfa Romeo 8C Competizione

8C Competizione
450 pk, 470 Nm, 0-100 km/u in 4,5 s, top 295 km/u

Kommer en kwel – niets minder en ook zeker niets meer is het de laatste jaren bij Alfa Romeo. Al tijden eigenlijk. Noodlijdende moeder Fiat heeft het te druk met haar Amerikaanse maîtresse Chrysler om zich nog erg druk te maken over de huiselijke beslommeringen, lijkt het. Alfa moet het al die tijd stellen met twee modelletjes en de belofte van een derde, die ook al tijden op zich laat wachten, maar die we binnenkort dan toch echt gaan rijden. Zeggen ze.

Die derde is natuurlijk de 4C, en als hij maar de helft zo goed, fraai en begeerlijk is als de (2×4=) 8C waar hij zijn naam en inspiratie aan te danken heeft, doet hij al alles goed. Want die 8C was een mirakel. Allereerst natuurlijk om te zien. Wie een Top 10 Mooiste Auto’s van de Afgelopen 25 Jaar maakt en de 8C niet bij de bovenste vijf zet, is zielig want blind. Maar daar bleef het zeker niet bij: de Alfa 8C rijdt namelijk net zo goed als hij er uitziet. De 450 pk sterke 4,7-liter V8 (wat je noemt een Cuore Sportivo!), afkomstig van Maserati, tilt de vol-carbon carrosserie naar prestaties om van te watertanden. Besturing en onderstel zijn vlijmscherp, en de uitlaten huilen met de mooiste wolven in het bos mee. Die Maserati-link had trouwens nog een bijwerking, in de zin dat laatstgenoemden niet veel zin hadden in een zo fraaie concurrent voor de eigen GranTurismo, en eisten dat de 8C (net als de later komende Spider) in een gelimiteerde oplage zou verschijnen – houdt het spul wel zo exclusief ook, en je kunt er meteen een stuk meer voor vragen. Of ze niet veel meer hadden kunnen verdienen aan een ongelimiteerde productie – het zal wel altijd de vraag blijven.

Hoe dan ook, hij zette Alfa, dat net de niet bijster succesvolle 159 en de geflopte Brera op de markt had gebracht, weer even helemaal op de kaart. Na de 8C volgden nog wel de MiTo en Giulietta (prima auto’s, daar niet van, maar ook geen hardlopers), maar sindsdien is het stil. Laten we hopen dat de 4C een schokgolf van nieuwe Alfa-interesse teweegbrengt, zodat Fiat de Alfa-ingenieurs weer uit hun winterslaap kan trekken. Het heeft even geduurd, maar inmiddels worden bij Chrysler weer voldoende centjes verdiend om dat ook te financieren. Alfa Romeo is een veel te mooi merk om zo lang te verwaarlozen, en de Alfisti (en zij die het waren, maar het nog niet/niet meer wisten) smachten naar een ‘gewone’ auto waar de emotie van af druipt. Kom op jongens, één blik op die 8C en jullie weten weer waar het allemaal ook alweer om begonnen was. Jullie kunnen het!


024: Porsche Cayman R

R
330 pk, 370 Nm, 0-100 km/u in 5,0 s, top 282 km/u

Het is een publiek geheim: voor de echte stuurlui is de Porsche Cayman stiekem een fijnere auto dan de 911. Kleiner, lichter en met een betere balans dankzij zijn middenmotor, weet de Cayman iedereen voor zich te winnen die er ook maar een paar meter in stuurt. Een snellere, hardere versie moet dan al helemáál een feest zijn, toch? Het woord ‘feest’ dekt nog niet de halve lading.

In de Cayman R heb je – en dat is best bijzonder – nooit het gevoel dat er ook maar iets anders had gemoeten. Van het fenomenale onderstel en de ideale zitpositie tot de heerlijk gevoelige besturing en de tot 7.500 toeren brullende boxermotor: dit is Porsche-rijden op z’n best. Of er van de nieuwe Cayman weer een R-versie komt, weten we nog niet, maar we hopen het vurig. Deze was onvergetelijk.


023: Aston Martin V12 Vantage

V12 Vantage
517 pk, 570 Nm, 0-100 km/u in 4,2 s, top 305 km/u

Dat ze bij Aston Martin de moeite hebben genomen om een V12 – een motortype dat inmiddels echt not done is – in hun kleinste sportauto te hijsen, is eigenlijk van de gekken. Dat ze er dan ook nog eens een handgeschakelde versnellingsbak achter durfden te monteren, is al helemaal niet te verantwoorden. Toch produceerde deze reeks rare beslissingen een van de lekkerste auto’s die het merk ooit voortbracht.

De Vantage heeft inmiddels bijna z’n laatste bandensetje opgerookt, en het zit er dik in dat zijn opvolger het met minder cilinders zal moeten stellen. Voor het zo ver is, kun je je nog vergrijpen aan de flink sterkere S-versie, waarin de zesbak helaas al plaats heeft moeten maken voor de Sportshift III-robotautomaat. Ons advies, derhalve: koop een tweedehands V12 Vantage, geniet met volle teugen en wacht geduldig op de klassiekerstatus.


022: Lamborghini Murciélago

LP670-4 SV
670 pk, 660 Nm, 0-100 km/u in 3,2 s, top 337 km/u

Het was de eerste superLambo na de overname door Audi. De verwachtingen waren derhalve hooggespannen, ook al omdat voorganger Diablo het een aardige tijd had volgehouden. En omdat de immer sympathieke (…) Volkswagen-baas Piëch er alles aan gelegen was er een spraakmakende auto van te maken. Zozeer dat hij alle Lamborghini-ontwerpen in de prullenbak mikte en Belg Luc Donckerwolke met de opdracht belastte. Hij stelde niet teleur. De Murciélago knipoogde naar oud en deed vooral nieuw, bijvoorbeeld met vierwielaandrijving en het feit dat hij níét meteen kapotging. Ofwel, hij bewees dat Italiaanse styling en Duitse engineering een fabelachtige combinatie vormen. Ook zorgde de toevoeging van alle moderne elektronica ervoor dat niet elke verse Lambo-eigenaar zich na twee bochten naar een andere wereld reed – een onmiskenbaar voordeel. Oude bruutheid en nieuwe be- (en ver-)trouwbaarheid leidden zo tot een auto die we maar moeilijk uit onze dromen krijgen.


021: Jaguar XKR-S

XKR-S
550 pk, 680 Nm, 0-100 km/u in 4,4 s, top 300 km/u

Dit is nog eens een crossover: een auto waarmee je rustig bepakt en bezakt door Europa kunt toeren, en toch net zo makkelijk mee het circuit op kunt stormen. De XKR-S is een zeer effectief aangescherpte versie van Jaguars sigaarpuffende-heren-toermobiel, een auto die heerlijk aanvoelt wat je van ‘m wilt – of dat nu een kalme rit, snelle rondetijden of honderden meters lange drifts zijn – en bovendien een ware attractie is voor iedereen in de buurt. De XKR-S heeft een van de luidst trompetterende, meest ongegeneerd gorgelende motoren die we ooit op toeren mochten trappen.

Oh, en hij is belachelijk snel: 0 tot 100 in 4,4 seconden en een top van 300 km/u. En hij ziet er fantastisch uit, met z’n functionele aerodynamische frutsels, z’n verlaagde onderstel en z’n leren bekleding met koolstofvezelprintje. En hij kost nauwelijks meer dan een instap-Aston. Wij zouden het wel weten.


020: Aston Martin DB9

DB9
517 pk, 620 Nm, 0-100 km/u in 4,6 s, top 295 km/u

Bijzonder ding, die Aston Martin DB9. Het is namelijk tot op heden niemand gelukt hem lelijk te vinden. Zelfs de meest verstokte autohater wordt week in de knieën bij de aanblik van die enorme verzameling perfecte lijnen. Lange neus, korte brede kont, een snel en elegant profiel en een stel heupen waar Jennifer Lopez diep voor buigt om er ‘U’ tegen te mogen zeggen. Bij Aston Martin zelf vinden ze het kennelijk ook best een geslaagd ontwerp, want elk volgend model was een DB9-kloon. Vantage, Vanquish, DBS, Rapide, zelfs de One-77: allemaal overduidelijk zonen van diezelfde vader. Rijdt hij net zo goed als hij er uitziet? Ach, hij is een tikje zwaarlijvig, maar heeft gelukkig zat vermogen om dat ‘gemis’ te compenseren. 


019: Renault Mégane RS

RS
265 pk, 360 Nm, 0-100 km/u in 6,0 s, top 254 km/u

Vergeet de Espace. Vergeet de Safrane, 25, en al die andere nummers die ze voorgingen. Denk bij Renault slechts aan twee letters: de R en de S. Ze staan voor Renault en Sport en in die combinatie beleefden (en wonnen) ze zo’n beetje elk denkbaar autosportavontuur. En leverden ze louter straatauto’s af waarbij het woord pret in zulke gillende chocoladeletters geschreven kon worden dat zelfs Jules Paradijs er koude rillingen van krijgt. De Clio RS (ook in deze lijst) bewijst het al, voor wie iets net een tandje volwasseners wil, is er de Mégane RS.

De Mégane RS is dé perfecte keuze voor mensen die elke seconde die ze rijden plezier willen hebben, maar geen zin hebben daar doodleuk een halve ton (of een veelvoud daarvan) voor neer te tellen. Hij is vlijmscherp, bloedsnel, en voorzien van Recaro’s en telemetrie, zodat je precies kunt zien hoeveel G je nu weer in je favoriete bocht hebt gedaan. Normaal rijden, blijkt nog wel eens een opgave (dat gesleur, dat geluid en die prestaties werken érg verslavend), maar wie compact, fun, praktisch en redelijk betaalbaar wil combineren, kan zich nauwelijks beter dan zo’n RS wensen.


018: Ferrari F12 Berlinetta

F12 Berlinetta
740 pk, 690 Nm, 0-100 km/u in 3,1 s, top 340 km/u

Aah. De F12 Berlinetta. We moesten even iets wegslikken toen we de eerste foto’s onder ogen kregen. Wát een weergaloze schoonheid! De rij-eigenschappen en prestaties (V12, 740 pk, top 340 km/u, 0-100 km/u in 3,1 s) beantwoorden aan alles wat je ervan droomt; en meer, omdat zelfs je dromen nauwelijks toereikend zijn om te visualiseren wat dit apparaat met je doet. Technisch interessanter is dat de nadruk niet zozeer op schoonheid en bruut vermogen lag, maar op extreem efficiënte aerodynamica. Werkelijk elke lijn in deze auto moet van rijwind een vriend in plaats van een beperkende factor te maken. Dáár gaan we in de Ferrari-toekomst veel meer van zien.


017: Audi RS6 Avant

RS6 Avant
560 pk, 700 Nm, 0-100 km/u in 3,9 s, top 305 km/u

En maar beweren dat Duitsers geen gevoel voor humor zouden hebben… Dat je de motorruimte van een brave zakenlieden-station volstampt met een dubbelbeturbode V8 (voorheen zelfs een V10) van 560 pk, zodat je er voorzien van een compleet gezin met hond en vakantiebagage 911’jes mee van de linkerbaan kunt stampen – het idee is al lollig, de daadwerkelijke uitvoering ervan ronduit hilarisch. De man die dit bedacht heeft, verdient zijn gewicht in bier en evenveel diep-bedecolleteerde dirndl-dames als hij de rest van zijn leven denkt aan te kunnen. Gaan wij nog een paar rondjes jodelen in die fenomenale creatie van hem.


016: Koenigsegg Agera R

R
1.140 pk, 1.200 Nm, 0-100 km/u in 2,8 s, top 440 km/u

Sinds we bijna zijn doodgereden door de testrijder (driedubbele spin op een dijkweggetje) in een van de eerste Koenigseggs, associëren we het merk vooral met ware doodsverachting. En met brute snelheid, want man, wat gaat zo’n ding ongegeneerd hard.

Je moet overigens wel over ballen als kanonskogels en zeer bovengemiddelde stuurmanskunsten beschikken om er hard mee te kunnen, want zo’n Koenigsegg is bepaald meer dan twee handen vol. Zo ondervond zelfs onze eigen Stig, die het apparaat meer dan eens in het gras rond het TopGear-circuit parkeerde. Intensief overleg tussen TopGear en de beminnelijke Zweden leverde aanpassingen op die de auto tijdenlang in de allerbovenste regionen van ons scorebord nestelden. Alle Koenigseggs zijn handgemaakt, bruut en peperduur, maar de Agera R spant de kroon: 1.140 pk dankzij een V8 met twee turbo’s, 0-100 in 2,8 seconden, 0-200 in 7,8 en 0-300 en weer terug naar 0 in 21,9… Top? 440 km/u.

De prijs is natuurlijk zwaar onderhevig aan je specifieke wensen en harde onderhandelingen, maar in Singapore (oké, niet het goedkoopste autoland) legde iemand onlangs zonder blikken of blozen 3,2 miljoen euro neer voor een Agera R. Bij ons betaal je om en nabij de helft daarvan. Maar dan hoef je ook werkelijk niemand meer voor je te dulden.


015: BMW M5 / M6 Gran Coupé

M5 / M6
560 pk, 680 Nm, 0-100 km/u in 4,4 / 4,2 s, top 305 km/u

Zowel de M5 (een icoon) als de M6 Gran Coupé (moeilijkere instap, dus net even hipper) zijn beestachtige auto’s op een allervriendelijkste manier. Je gaat er rustig met je vredige modelgezin mee op vakantie en tokkelt er met het grootste gemak mee door de stad om je boodschappen te doen. Maar als de weg vrij is van medeweggebruikers en flitskasten, en je de instellingen voor gasrespons, onderstel en zo nog wat geneuzel op de extreemste stand zet, weet je niet wat je meemaakt.

Zoals meerdere topsedans zijn de M5 en M6 onaards snel. Alleen hebben ze geen vierwielaandrijving, zoals snelle Audi’s, en ook geen bandenrokerige doodswens zoals AMG Mercedessen. In plaats daarvan zijn het eigenlijk vermomde raceauto’s, exact afgestelde asfaltopkrullers met een nauwkeurig weggedrag en een balans die op een supercar niet zou misstaan. Ze zijn zwaar, comfortabel en veilig, en spelen het toch klaar om zo’n beetje iedereen zoek te rijden. Het zijn auto’s die zelfs voor de meest kritische berijder nauwelijks iets te wensen over laten, en dat verdient respect. Magiërs van BMW M, jullie zijn en blijven bijzonder.


014: Pagani Zonda

F Roadster
650 pk, 760 Nm, 0-100 km/u in 3,5 s, top 345 km/u

Voormalig Lamborghini-medewerker en koolstofvezelspecialist Horacio Pagani droomde over een eigen supercar, werkte jarenlang aan een ontwerp en liet eind jaren ’90 menig kaak tegen de grond kletteren bij de onthulling van deze ongelooflijke machine. Formule 1-boegbeeld Juan Manuel Fangio stond mede aan de wieg – ooit was het zelfs de bedoeling dat de auto zijn naam zou dragen – maar na zijn dood in 1995 besloot Pagani uit respect om een andere aanduiding te gebruiken. Dat werd de nu legendarische naam Zonda.

Voorzien van V12-motoren van Mercedes AMG – eerst 6,0, later 7,0 en 7,3 liter – waren de lichtgewicht Zonda’s een klasse apart. De eerste modellen hadden 394 pk, een handgeschakelde vijfbak en bereikten in 4,2 seconden de 100 km/u; zes jaar later, bij de introductie van de Zonda F, was het vermogen gestegen naar ruim 600 pk. De niet voor straatgebruik bedoelde Zonda R schopte het zelfs tot 750 pk, in combinatie met een drooggewicht van slechts 1.070 kilo. Deze tot de verbeelding sprekende cijfers, in combinatie met het insectachtige uiterlijk en het door merg en been snijdende geluid, maakte dat deze underdog feilloos een ieders hart binnen beukte.


013: Ford Fiesta ST

ST
182 pk, 240 Nm, 0-100 km/u in 6,9 s, top 225 km/u

Maximaal plezier, maximaal gebruiksgemak, het liefst voor zo min mogelijk geld; dat is vanaf het begin de insteek van de hete hatchback geweest. Vroeger waren er grootheden als de originele VW Golf GTI en de Peugeot 205 GTi. Toen was het een tijdlang stil. Toen was er de vorige Renault Clio RS. En nu is er de Ford Fiesta ST: bezielende bochtenkoning, toonbeeld van turbopret, klassieker in wording.

Je hoeft maar een halve minuut achter het stuur van de Fiesta ST te zitten en één hoek om te gaan om te weten dat dit karretje staat voor alles wat mooi is aan autorijden. De scherpte van z’n besturing en z’n opvliegerige motor reiken tot in de verste uithoeken van hersenen en schudden de boel daar hardhandig wakker. Een stevige Recaro houdt je op je plek terwijl het binnenste achterwiel hulpeloos in de lucht bungelt wanneer je als vanzelf de grenzen opzoekt. De toerenteller aait keer op keer het rood, de pook vliegt als vanzelf door het versnellingsbakje. En dan bedenk je je: misschien even rustig aan doen, want de kinderen zitten achterin, de achterbak staat vol boodschappen en er willen nog meer mensen deze minirotonde op rijden. Puur. Genieten.


012: Jaguar F-type

V8 S
500 pk, 625 Nm, 0-100 km/u in 4,3 s, top 300 km/u

Hij is de opvolger van de legendarische E-type, maar toch ook weer niet. Hij heeft subtiele verwijzingen naar een van de meest roemruchtige race-Jaguars ooit, de D-type – en toch ook weer niet. En hij is nog meer dan de XF, XK en de nieuwe XJ een baanbreker voor het nieuwe Jaguar. Hip, snel, luxe en hier en daar een tikje klassiek zonder dat je direct aan sigaarrokende ribbroekdragers denkt. De F-type is een volbloed roadster, vooralsnog leverbaar in drie smaken, waarmee je overal en altijd vrolijk zult zijn en anderen vrolijk zult maken. Vergeet z’n veel te hoge aanschafprijs en z’n idioot kleine bagageruimte: de F-type brengt Jaguar waar het hoort, op de top van de liefde voor auto’s.


011: Toyota GT86 / Subaru BRZ

GT86 / BRZ
200 pk, 205 Nm, 0-100 km/u in 7,6 s, top 226 km/u

De afgelopen decennia zijn auto’s vele malen geavanceerder geworden, maar daarmee ook stukken groter en zwaarder. Een sportieve insteek wordt vaak gecreëerd met kunstmatige hulpstukken; foefjes, al dan niet elektronisch, om massa te verbloemen en daarmee lichtvoetigheid te simuleren. Toyota vroeg zich af of het niet een goed plan zou zijn om een sportauto te ontwikkelen die deze trucs niet nodig zou hebben, om de simpele reden dat hij van zichzelf licht en gefocust zou zijn. Het merk vond, tussen haar vrachtladingen aan milieuneuzelaars en hybride-experts, enkele kundige lieden die hiermee aan de slag konden. In samenwerking met Subaru, boxerspecialist en autosportfenomeen, werden de GT86 en BRZ bedacht en gebouwd.

De twee zijn volstrekt eeneiig en zouden gezien kunnen worden als een stel bastaardjes: ze rijden niet als een Toyota, zien er niet uit als een Subaru, hebben eigenlijk geen duidelijke identiteit. Behalve dan die van de pure, compromisloze, simpele en betaalbare rijmachine. Ze zijn compact en gedrongen en bieden plaats aan vier middelgrote personen (twee met en twee zonder benen). Ze hebben een zwaartepunt dat lager ligt dan dat van een Ferrari 458 Italia. Er zijn geen turbo’s, enkel een toerengretige boxer die er het magische getal van 100 pk per liter uit perst.

Er zit een licht verschil in demping tussen de twee auto’s – de BRZ is iets steviger – en er zijn wat optische details als koplampen en plaatsing van logo’s waardoor je ze uit elkaar kunt houden. Voor de rest is het vooral een kwestie van merkvoorkeur, smaak of nabijheid van een dealer die je voor de Toyota dan wel de Subaru zal doen kiezen. In beide gevallen krijg je een knallend goed autootje dat op en top spektakel herbergt, nu eens niet door hoog vermogen, maar simpelweg door een uiterst capabel onderstel, een heerlijke balans en daaruit voortvloeiend een ronduit briljant weggedrag. Zoals Clarkson ooit opperde (en vervolgens demonstreerde): deze auto laat zich zo makkelijk driften dat je het zelfs zou kunnen doen terwijl je een boek leest. Dit alles, én de prijs is ronduit schappelijk te noemen. Hoe zou je niet van dit duo kunnen houden?

Reacties