Voormalig Formule 1-coureur Robert Doornbos neemt je vanaf nu maandelijks mee naar de wereld van circuits en raceauto’s, en verhaalt over de mannen en vrouwen achter én voor de schermen. Deze keer drie van de vele markante figuren die Robert tijdens zijn carrière tegen het lijf liep. Met eentje voetbalt hij zelfs nog wel eens.
 
Kijken jullie ook met zoveel plezier naar de Formule 1-races dit seizoen? En volgen jullie ook oud-F1-held Rubens Barrichello in de Amerikaanse IndyCar-Series? Hebben jullie de test gelezen van de nieuwste en snelste cabrio ter wereld, de Bugatti Veyron Grand Sport Vitesse? Of het verhaal over de Aventador J van Lamborghini? Zo ja, dan delen jij en ik in ieder geval een passie voor autosport.
 
Mijn passie voor autosport is begonnen als klein jongetje, en met maar één doel: ooit een dag in de Formule 1 racen. Na heel veel jaren vechten, op en naast het circuit, werd die droom werkelijkheid. Maar daarover een andere keer. Ik wil hier even stilstaan bij een aantal van de vele extravagante, intelligente en indrukwekkende mensen die je tegenkomt op weg naar en in de Formule 1.
 
Neem Christian Horner, inmiddels de huidige teambaas bij Red Bull Racing in de F1. Ik stond op het punt om mijn debuut te maken in de Formule 3000 (het huidige GP2-kampioenschap). Daarvoor had ik een test afgedwongen bij het topteam Arden International van Christian, door tijdens de WK Formule 3-races in Macau en Zuid-Korea op te vallen met podiumplaatsen. Waarom was dit team zo top? Simpel: teambaas Christian Horner. Hij organiseerde alles perfect, met de juiste mensen op de juiste plaats, zoals in een succesvol bedrijf.
 
Het is moeilijk om je team en jezelf te onderscheiden in een kampioenschap met allemaal dezelfde chassis, motoren en banden. Het zit in kleine en onverwachte dingen. Christian liet bijvoorbeeld altijd de monteurs de vloer schilderen voordat de pitbox werd opgebouwd. Dit zorgde voor een strakke uitstraling en volgens Christian hadden we op deze manier al 0,2 seconden gewonnen op de concurrentie.
 
Na een geweldig debuutseizoen in de F3000, met verschillende podiumplekken en overwinningen – dus die geschilderde vloer werkte klaarblijkelijk – kreeg ik dan eindelijk mijn kans in de Formule 1. Mijn jongensdroom kwam uit dankzij meneer Eddie Jordan. Weer zo’n indrukwekkend persoon. Wat een held.
 
Eddie Jordan was onder de indruk van mijn testwerk en nam me mee als reservecoureur naar China, waar ik de auto mocht testen op de vrijdag tijdens de vrije trainingen. ’s Avonds moesten Nick Heidfeld en ik mee naar een sponsordiner van Sobranie (Benson & Hedges), samen met Eddie en zijn rechterhand Ian Phillips. Dit soort verplichtingen hebben de coureurs elk weekeinde, en ja, de ene is wat leuker dan de ander.
 

 
Halverwege het diner begint Eddie een speech over hoe dankbaar en blij hij is met de steun van zo’n geweldige sponsor en met de nodige emotie wilde hij graag een heel waardevol en persoonlijk cadeau schenken: het stuurtje van de auto die de eerste Grand Prix voor het team van Jordan won. Ian geeft hem vervolgens zonder blikken of blozen een stuurtje en Eddie geeft dat vervolgens plechtig aan de CEO van Sobranie. Op dat moment fluistert Ian in mijn oor dat dit een voor Eddie typisch meesterzet is om de sponsor weer vijf jaar te laten bijtekenen. Het bleek stuurtje nummer twaalf van dat seizoen. Na de speech draaide Eddie zich om en gaf me een knipoog: op dat moment wist ik dat ik op het allerhoogste niveau van de autosport was beland.
 
Ik wil nóg een indrukwekkend persoon noemen. Zo zagen we deze zomer een bizarre GP van Valencia, waarin een Ferrari die startte van plek elf won. En een Duits talent, ene Michael Schumacher, naar het podium racete in zijn zilveren Mercedes. Serieus: de man heeft meer gewonnen dan heel de grid bij elkaar, maar hij maakte een desastreuze comeback in de sport. Nu, in zijn derde comeback-seizoen, lukt het hem naar een podium te racen en zijn teammaat Nico Rosberg voor te blijven. Het zelfvertrouwen is terug bij de Meister na zijn magistrale kwalificatieronde in Monaco, wat echt een rijderscircuit is. Hij was de snelste man van de dag en op zijn leeftijd (43!) is dat een megaprestatie.
 
‘Als de pers er niet bij was, sprak Michael altijd heel open en enthousiast over van alles en nog wat’
 
Onderschat de man niet. Hij is topfit. We speelden laatst bij een jaarlijkse voetbalwedstrijd tijdens de GP van Monaco samen in een team. Daarvoor gingen we nog even pasta eten. Wij scheppen allemaal lekker op, maar Michaels trainer pakt een weegschaaltje en schept precies 80 gram pasta op. Met een beetje tomatensaus, dat wel. Hij traint nog steeds vijf uur per dag en let met een vergrootglas op zijn voeding: hij leeft en ademt de sport.
 
Ik ken Schumi al sinds 2005, toen ik voor het kleine Minardi mijn debuut maakte in de Formule 1. Ik aan de ene kant van de grid, en aan de andere kant Michael, die overwinning na overwinning bij elkaar racete in zijn Ferrari. Natuurlijk kwamen we elkaar weleens tegen op de baan. Jammer alleen dat ik dan een blauwe vlag kreeg, als teken dat ik de leider moest laten passeren. De combinatie Ferrari en Schumacher was zo ongelooflijk goed en snel dat ze soms het halve veld op een ronde zetten. Voor de pers oogde hij vaak als een robot, maar als de pers er niet bij was dan sprak Michael altijd heel open en enthousiast over van alles en nog wat. Hij was zelfs geïnteresseerd in hoe het was om met zo’n Minardi te racen.
 
Ik heb enorm veel respect voor Schumacher (al is hij niet mijn grote idool, dat is Ayrton Senna natuurlijk) en ik hoop stiekem dat de Duitser zijn aflopende contract met Mercedes F1 zal verlengen om zijn comeback toch wat succesvoller te maken dan het nu lijkt. Met zijn eerste podiumplaats op zak gaat hij nu voor de overwinning en misschien, als Mercedes een heel snelle auto ontwikkelt, voor wereldkampioenschap nummer 8, in 2013.

Reacties