Dit is de auto waarmee het allemaal begon, dus is het logisch dat onze Hamster er even een rondje in rijdt.

We weten allemaal dat ie een enorm verkoopsucces was, en dat het de auto is geweest die de wereld mobiel maakte. Die kennis is zo algemeen dat je bijna zou vergeten hoe bijzonder het is. Vanaf 1908 zag Ford binnen vijftien jaar de jaarproductie van 10.000 auto’s groeien tot 2 miljoen auto’s. Allemaal dankzij de T-Ford.

Alleen in de Verenigde Staten werden er al meer dan 15 miljoen van gebouwd. Elders op de wereld werden er nog veel meer gemaakt. Ze waren goedkoop, zaten eenvoudig in elkaar en waren een dankbaar onderwerp voor misplaatste grappen. Ze hadden een hele flauwe bijnaam: Tin Lizzie. De topsnelheid hield met zo’n 70 km/u ook al niet over. Toen de productie in 1927 stopte, zag ie er al uit als een museumstuk. Toch doen z’n bescheiden statuur en enorme verkoopaantallen niets af van de hartverwarmende charme die de T-Ford heeft.

Dit is de ware essentie van ‘de auto’. Hier op het circuit lijken de koperen koplampen in de zon je een knipoog te geven, alsof de auto blij wordt bij de gedachte dat hij een levende machine is, een toverachtig apparaat dat jou en je vrienden of familie overal heen kan brengen.

Zelf voel ik altijd een soort kinderlijke opwinding bij het zien van een T-Ford. Erin klauteren voelt alsof je deel wordt van een film, van een fantasiewereld. Zelfs nu, bijna 100 jaar later, voel je bijna het verbluffende potentieel van de auto, en van de pure opwinding die hij in z’n tijd teweegbracht. Niet voor niets was dit voor de meeste mensen ‘de auto’ toen hij nog nieuw was. In 1913 produceerde Ford in zijn eentje meer auto’s dan alle andere autofabrikanten bij elkaar. Dat waren dus allemaal T-Fords.

Er is al van alles gezegd en geschreven over het feit dat rijden met de T-Ford lastig zou zijn. Om dat te illustreren parkeerde ik er ooit samen met Jeremy eentje bij ons hotel in Monte Carlo, gerustgesteld dat er geen parkeerwachter zou zijn die de auto kon wegrijden om plaats te maken voor een of andere dure, exclusieve bolide. Het is waar: de bediening van de T-Ford is anders dan wat je gewend bent.

Dit is niet voor niets een stuk autogeschiedenis. De T-Ford stamt uit een tijd waarin nog respectvol werd gesproken over ‘de automobiel’ en er nog geen regels bestonden ten aanzien van design en ergonomie. De ontwerpers hebben simpelweg gedaan wat ze het beste leek.


Om te beginnen bedien je met het rechter pedaal de remmen, het middelste pedaal schakelt de achteruitversnelling in en met het linker pedaal kies je een van de twee beschikbare versnellingen, terwijl de remhendel aan de rechterzijde ook werkt als een soort overdrive. Gas geven doe je met een pookje aan het stuur en voor de claxon was in het interieur geen ruimte. Die bevindt zich in plaats daarvan op een van de koplampen.

Dat is in het begin best verwarrend. Goede kans dat je bij je eerste poging tegen een boom eindigt. Maar als je er eenmaal aan bent gewend, dan werkt alles feilloos en wordt de bediening snel een tweede natuur. Tenzij er natuurlijk iets misgaat, want dan reageer je instinctief door de remmen los te laten en schakel je de achteruitversnelling in met de voet waarmee je normaal gesproken remt. Tegelijkertijd schakel je terug naar de eerste versnelling, omdat je denkt dat je de koppeling intrapt. Meestal zijn dat niet de juiste oplossingen.

Verloopt alles volgens verwachting dan is rijden met een T-Ford net zo leuk als ernaar kijken. De 2,9-liter zijklepper sputtert als in een tekenfilm en de transmissie kraakt en knarst alsof hij elk moment uit elkaar kan spatten. Maar alles werkt feilloos. Dat moest destijds ook wel.

Rijden was in 1908 geen plezierige bezigheid. Om te beginnen waren de meeste wegen nog onverhard, dus moest je auto wel tegen een beetje off-road kunnen. Maar hij moest net zo goed de rol van sportauto en gezinssedan kunnen vervullen, met een soort vanzelfsprekendheid die je niet verwacht van zo’n fragiel autootje.

Inmiddels ben ik klaar om weg te rijden. Ik schakel snel naar de tweede versnelling waarna de koppelsterke motor met heel weinig toeren vlot de topsnelheid van 70 km/u bereikt. De remmen werken, de wielophanging doet wat hij moet doen, de stoelen zitten comfortabel en het uitzicht over de hoekige motorkap zorgt voor een bijna pijnlijke grijns op mijn gezicht. Ik zou geen auto kunnen bedenken die leuker rijdt en prettiger aanvoelt dan deze T.

Omdat er miljoenen van zijn gemaakt, zijn ze niet eens duur. Onderhoud is heel eenvoudig, mits je er regelmatig mee rijdt. Er gaan verhalen van eigenaren die te maken kregen met een vastgekoekte aandrijfriem, simpelweg omdat hun T-Ford te lang had stilgestaan.

Zelf zou ik heel graag een T-Ford willen hebben, en dat gaat er ook zeker een keer van komen. Ben je autoliefhebber, dan moet je er ook zeker een keer mee hebben gereden. Zorg ervoor dat je iemand meeneemt die een foto van je maakt op het moment dat je doorkrijgt hoe je ermee moet rijden. Die lijst je vast en zeker in.

Feit

Henry Ford maakte houtskoolbriketten van het houtafval uit zijn fabriek. Toen E.G. Kingsford, zwager van Henry Ford, het bouwterrein voor de houtskoolfabriek bouwrijp maakte, noemde Ford het bedrijf naar hem. Anno 2014 heet het bedrijf nog altijd The Kingsford Company.


Ford Model T



Productie

1908-1927

10.071.745 exemplaren



Motor

2.900 cc

viercilinder

20 pk / 112 Nm



Prestaties

0-70 km/u in enkele minuten

top 70 km/u



Aandrijving

achterwielen

2v voetbak



Verbruik (gemiddeld)

11,7 l/100 km

CO2 n.b.



Gewicht

680 kg



Prijs

vanaf ca. € 15.000

Reacties

Meer van TopGear