Max Verstappen bezorgt Ferrari problemen. Dat is niet de eerste keer. Er zijn beschuldigingen over voorkeursmotoren, verhitte gemoederen en sociale media staan bol van de commentaren. Erger nog, ouders zijn erbij betrokken.

Nee, we lopen niet op de zaken vooruit. Sterker nog, waar het nu over gaat, is alweer een jaar geleden, nog voordat bekend werd gemaakt dat Verstappen een stoeltje bij Toro Rosso bemachtigd had, waarmee hij veruit de jongste F1-coureur ooit is. Het is januari 2014, we zitten in Miami voor de Florida Winter Series en dit is de allereerste keer dat Max in een auto gaat racen.

De Florida Winter Series is geen officieel kampioenschap. Er zijn geen punten te verdelen en ook een titel aan het einde schittert door afwezigheid. Het is feitelijk een maandenlange, intensieve coureursopleiding. In ruil voor een lieve som van zes cijfers kun je naar Florida afreizen waar je alles leert over de juiste voeding, fitness, tactiek en de kunst van het racen. Van advies voor televisieoptredens tot de techniek en de juiste afstelling. Een goed gevulde portemonnee volstaat niet om er een maand door te brengen. Je moet worden uitgenodigd.

Het mooiste van dit alles is nog niet verteld. De Florida Winter Series wordt gerund door Ferrari. Het beroemde merk zorgt voor de lessen; jij luistert. Als waardevolle bijkomstigheid verkrijgt de Italiaanse renstal data over alle deelnemers die voorbij komen, zoals telemetrie en persoonlijke gegevens. Iets dat in een later stadium misschien wel eens van pas zou kunnen komen. Bijvoorbeeld als een jong wonderkind de stap naar de F1 maakt bij een rivaliserend team.

Wat we hier dus hebben is een stel supersnelle, super-getalenteerde en super-jonge toekomstige supersterren. Deze TopGear-redacteur is meer dan twee keer zo oud als de oudste deelnemer, en heeft bovendien nog nooit in een single-seater gezeten. Maar dat is oké. Max destijds ook niet.

Max is rechtstreeks vanuit de karts gekomen, waarmee hij al racet sinds zijn vierde. Wij weten helemaal niets van karten, maar we begrijpen het woord ‘gewonnen’ wel. Max heeft in de karts alles gewonnen. Alleen al zeven kampioenschappen in 2013. Misschien is dat wat minder verrassend als je weet dat Max over een genetisch voordeel beschikt. Zijn moeder was een succesvol kartracer, terwijl zijn vader natuurlijk Jos ‘The Boss’ Verstappen is.


Jos is er ook, met een wat rossiger gezicht dan toen hij de laatste van zijn 107 verreden GP’s reed. Brede schouders verraden dat hij zijn vak geleerd heeft toen voor het rijden van raceauto’s nog spierkracht vereist was. Jos heeft nooit een GP weten te winnen – hij scoorde in totaal twee podiumplaatsen – maar hij was fantastisch om naar te kijken. Zijn zoon, naar later zal blijken, is uit hetzelfde hout gesneden.

We zijn op het Miami Homestead circuit waar we de helft van de ovalen baan en het listige deel van het circuit gebruiken. De meeste van de elf aanwezige coureurs rijden al in de F3 of het GP2-kampioenschap. Ze komen overal vandaan: Colombia, Italië, Rusland, Japan, Groot-Brittannië, Nederland, Canada. Drie behoren al tot het selecte gezelschap van de Ferrari Driver Academy. Het zijn net de coolste kinderen van school – bij elkaar passende rode kleding, een air van onaantastbaarheid en onderlinge grapjes. Een van de jongelui heeft een Ferrari’s verzamelende miljardair als vader, maar degene die indruk maakt, is Antonio Fuoco. Hij is geconcentreerd, stil, toegewijd.

‘We hangen ergens achterin, ons wanhopig vasthoudend aan het aerodynamische kielzog van de snellere auto’s voor ons’

Het overheersende idee hier is dat er geen geheimen zijn. In klassikale briefings na de race krijgen we allemaal elkaars racegegevens en de beelden van de boordcamera’s te zien. Er worden geen doekjes om gewonden: coureurs krijgen een standje, meningen worden beargumenteerd en vragen krijgen de ruimte. Het is een open, eerlijk forum, want je bent hier tenslotte om te leren. Maar niemand is zo twistziek als Max. Het vergt lef om hier tegen de instructeurs in te gaan – de meesten zijn oud-F1-ingenieurs of coaches uit de F1-wereld, maar Max houdt zich niet in. Hij is ervan overtuigd dat de jongens van de Ferrari Academy betere motoren hebben in hun Formula Abarths met 1,4-liter, 200 pk turboblokken dan de rest. In de klas staat hij op om dit te zeggen.

Kijkend naar de gegevens heeft hij geen gelijk, maar het is voor een zestienjarige moeilijk om zich in te houden, in het bijzonder voor een jongen met weinig tact en een sterk gevoel voor eerlijk spel. Hij heeft Ferrari tegen zich in het harnas gejaagd en zij reageren door de gegevens op sociale media te plaatsen. Een trap onder de gordel.

Na de meeting gaat iedereen zijn eigen weg, maar Max staan ondanks zijn durf en bravoure de tranen nader dan het lachen. Het volgende moment komt Jos binnen. Hij ziet er razend uit: geen man die je op dat moment tegenover je wilt hebben. FWC-baas Luca Baldisseri vindt Jos nu tegenover zich. Als de Nederlander zijn stoom heeft afgeblazen, loopt Luca naar ons toe: ‘f***ing hell, ik stond op het punt levend verslonden te worden’.

Ook op dit niveau zijn er bemoeizuchtige ouders. Dat is nog niet alles. Sommige rijders hebben hun agenten meegenomen – Antony Hamilton is bijvoorbeeld ook aanwezig, er zijn talentscouts en overal wordt politiek bedreven. Zo hoorden we een agent tegen Luca fluisteren dat het wel eens voor slechte pr zou kunnen zorgen als een Italiaan deze serie won, omdat dit op bevoordeling zou kunnen lijken.


Maar de Machiavelliaanse plannen zijn voor de pitstraat. Op het circuit is het racen echt. We zijn nog langzamer dan we van tevoren hadden gedacht. Het probleem is dat auto’s met slicks en vleugels een totaal andere racetechniek vereisen, waarbij alles afhangt van je remvermogen. Je trapt op het pedaal zo hard als je kunt en duikt meteen richting de apex (‘zie de bocht als een V-vorm, niet als een U’, wordt ons verteld) en laat de remmen behoedzaam los met het afnemen van de aerodynamische grip. Time het perfect. Als je dat voor elkaar krijgt, stamp je in de apex weer op het gas. Volle bak, geen geneuzel. Time het verkeerd en de remmen blokkeren, wat zorgt voor onderstuur/overstuur/het verliezen van turbodruk, et cetera.

Nuno Pinto, Ferrari’s coureurscoach, loopt het circuit met ons door. ‘Je moet de eerste bocht meteen goed pakken, omdat daarna een serie volgt waarbij de juiste lijn noodzakelijk is’.

‘Je bedoelt deze?’ We wijzen naar de bocht aan het einde van het rechte stuk.

‘Nee, die neem je plankgas. Met ongeveer 230 km/u.’

We gaan er nog maar eens voor. Met het besluit dan in ieder geval die bocht maar vol gas te pakken. Na een handvol pogingen lukt dat, volledig vertrouwend op de grip van de neerwaartse druk en ons overgevend aan de g-krachten. Het was alles dat we konden doen om het stuur vast te houden, omdat ons zicht door de vele hobbels troebel werd. We vertellen deze anekdote als opmaat voor wat daarna gebeurde.

We zijn aan het racen. We hangen ergens achterin, ons wanhopig vasthoudend aan het aerodynamische kielzog van de snellere auto’s voor ons, terwijl we slipstreamend rond een deel van de ovaal van Homestead laagvliegen. Dankzij het benutten van elkaars slipstream zijn vier auto’s naast elkaar op het rechte stuk gekomen. Fysiek passen ze niet op die manier door de platte eerste bocht. Dan, opeens, zijn ze zelfs met z’n vijven naast elkaar. Verstappen, die de slipstream van een ander tot in perfectie gebruikt heeft, duikt in de binnenbocht, maar weigert van het gas te gaan op het moment dat hij op het meest hobbelige deel van het circuit terecht komt. Het lijkt alsof hij gelanceerd wordt, maar hij heeft alle vier de andere auto’s te pakken en ook nog zijn rempunt goed getimed voor de vitale 150-km/u linkerbocht die volgt. We kunnen letterlijk niet bevatten wat we zojuist hebben gezien. We begrijpen niet eens hoe je op dat punt één auto kunt passeren. Later praten we met Huub Rothengatter. Hij is een oud-F1-coureur (Niki Lauda gaf hem als bijnaam Rattengott – koning van de ratten), was de manager van Jos en is nu betrokken bij de carrière van Max. Hij vertelt hoe goed Max is en geeft toe dat dat alleen niet genoeg is om bij teams een stoeltje te bemachtigen. Snel zijn in een raceauto is net zoiets als het verkrijgen van een studiebeurs – je krijgt er slechts korting mee.

Hierboven staat Max op het hoogste podium. Hij ziet er daadwerkelijk opgetogen uit. Huub legde een weddenschap met ons dat Max in het seizoen 2017 in de F1 rijdt. We vertellen hem grappend dat we denken dat hij dat eerder redt. Huub, hadden we nou 50 dollar afgesproken?

Reacties

Meer van TopGear