Het Porsche-museum heeft veel voertuigen voor de schermen staan, maar nog veel en veel meer in het nieuwe, flitsende depot. We stuurden een verslaggever op pad om de inventaris op te maken.

Hurkend achter de auto die je hier­boven op foto 1 ziet, is de verslaggever verbijsterd. Hij heeft van het zeurende stemmetje achter in zijn hoofd gehoord dat hij de klem die daar zit ooit ergens eerder heeft gezien, maar hij kan zich niet zo snel herinneren waar dan wel. En het is geen regulier onderdeel van een auto, zoveel staat vast.

Ah, hij weet het. Het is de voorste klem van een ouderwetse skibinding – vraag hem niet hoe hij dat weet, want dat weet hij dan weer niet, maar hij is er zeker van dat hij de enige man ter plekke is die weet wat dat ding is.

‘Weet je wat dit is?’ vraagt een stem achter de verslaggever. Hij staat op, klaar om zijn verbluffende kennis van ouderwetse skiapparatuur te etaleren, maar voordat hij zijn gezicht naar de vraagsteller kan wenden, vervolgt die: ‘Het is een oude skibinding. De technici hadden wat moeilijkheden om de motorkap van de 910 te zekeren, en toen zei meneer Piëch op een avond tijdens het eten tegen zijn goede vriend meneer Geze, wiens firma die bindingen maakte, dat dit de oplossing voor het probleem was.’

Dieter Landenberger is de manager van Porsches archieven en in die hoedanigheid is hij waarschijnlijk de man die meer van de geschiedenis en afkomst van Porsche weet dan de familie Porsche zelf. Dat treft, aangezien de verslaggever momenteel ronddoolt in een loods die nogal veel bijzondere Porsches herbergt, waarvan het gros niet door de verslaggever wordt herkend.

Er is een reden dat de verslaggever, ik dus, hier is. Porsche heeft een museum (als je er nog niet bent geweest en toevallig in de buurt van Stuttgart bent, ga dan. Het is verbluffend. Vooral de lift) maar de tachtig auto’s die er staan, zijn slechts het topje van een ijsberg die bestaat uit 500 auto’s. En die moeten allemaal ergens worden ondergebracht. Daarom ben ik ter plekke.

Dat ergens, dat is dus hier. Het is niet ver van het museum, en het is gewoon het zoveelste industriële gebouw in de zoveelste industriële hoek van een industriële stad. Voorheen bevond zich er een productielijn, maar aanstonds zal er een hele collectie van automobiele grootsheid (en wat minder automobiele grootsheid) staan. Ik schrijf ‘aanstonds’, want de inkt op het contract is nog amper droog als ik er op bezoek ben. Inderdaad: TopGear komt Porsche een handje helpen om de familiejuwelen in hun nieuwe onderkomen te helpen. Laten we hopen dat de Stuttgarters goed zijn verzekerd.


Grote glimmende vrachtwagens arriveren, deuren worden geopend, we zien glimpjes van auto’s, uitlaadkleppen gaan naar beneden. Een man springt op een knalrode Porsche-tractor van een behoorlijke leeftijd – in concoursconditie. Wat volgt is een typisch agrarisch geluid dat vergezeld gaat van een opvallend stinkende wolk uitlaatgas. Als die wegtrekt, zie ik dat de tractor een volledig doorzichtige Cayenne-hybride uit het interieur van de vrachtwagen sleept. Als Porsche echt bezorgd zou zijn om de CO2-uitstoot, zou de volgorde van deze voertuigen andersom moeten zijn.

Ik help een handje en maak de riemen los waarmee een 597 Jagdwagen, een militaire jeep, vastzit. Hij rolt naar achteren, waarop ik wat Duitse krachttermen hoor en me realiseer dat oude auto’s niet noodzakelijkerwijs beschikken over effectieve handremmen.

'Ik zou je willen zeggen dat je hier een kijkje moet gaan nemen, maar dat mag niet'

Noch zijn ze in perfecte staat. Sommigen zijn aangevreten door motten, zoals de gedeukte 906 die eruitziet alsof ie al 46 jaar de ene na de andere crash heeft meegemaakt. Hij ziet er echt uit alsof ie een slagveld heeft gezien, met een motorkap waar de lak in plakken af valt, met vergane bekleding en een rottende carrosserie. Het is wellicht mijn favoriete auto in de loods, met een verhaal achter elke deuk en schram. Ook Dieter Landenberger bekijkt de 906 met sympathie en zegt: ‘Het zou zonde zijn om deze auto helemaal te renoveren, we willen de authenticiteit van deze auto’s in stand houden. Dat is in feite onze grootste uitdaging.’

Ik ben blij om dat te horen. Ook ben ik blij dat de meeste van deze auto’s niet in optimale staat zijn. Het gros ruikt zompig, stof zit overal, ze zien eruit alsof ze hebben geleefd. Of in elk geval een poosje in de opslag hebben gestaan. Er is een discrepantie tussen de mottige auto’s en de frisse omgeving waarin ze staan – alles in de loods is net geverfd en gepoetst.

Deze loods laat zien hoe serieus Porsche haar verleden neemt. Dat is, verrassend genoeg, een relatief recent fenomeen. De firma is pas een paar jaar geleden begonnen met het bewaren van de eerste en de laatste auto’s die van elke serie zijn en worden gemaakt. Het bedrijf probeert tegelijkertijd haar verleden te restaureren door op de vrije markt belangwekkende modellen aan te kopen. Recent verwierf het een 993 Cabriolet. Van Julio Iglesias. Echt.


Niet lang geleden vonden ze een auto terug waarvan iedereen het bestaan was vergeten – een Porsche 924 die volledig is gemaakt van pur-schuim. Niet echt, maar zo ziet ie er wel uit. Uitgerust met een 250-liter grote benzinetank, een lichtgewicht carrosserie, een joekel van een turbo en een primitieve, laagliggende koets, was ie bedoeld om snelheids- en afstandsrecords te breken, maar Mercedes was Porsche net voor, zodat Porsche deze auto onder een oude deken verborg en achter in een groot krat schoof. En toen vergat dat ie bestond.

En er zijn andere unieke exemplaren. Het prototype van de 965 – die de leemte moest vullen tussen de 911 en de 959, en die het nooit tot productie schopte. Hetzelfde geldt voor de unieke V8 die erin ligt. Er staat een 968 Club Sport Cabriolet, een open 928, een concept dat is ontworpen om eeuwig mee te gaan (vraag me niet hoe), en de Studie C88. Die laatste is in feite helemaal geen Porsche, maar het resultaat van een wedstrijd die de Chinese regering uitschreef om een auto voor de plaatselijke markt te ontwerpen. ‘Hij heeft maar één kinderzitje vanwege het een-kindbeleid van de Chinezen,’ vertelt Landenberger, ‘en toen we ‘m presenteerden, hield dr. Wiedeking [de voormalige bestuursvoorzitter, red.] zijn hele toespraak in het Mandarijn. Dat heeft allemaal weinig geholpen. De Chinese overheid bedankte ons vriendelijk en nam onze ideeën gratis van ons over. Als je nu naar Chinese auto’s kijkt, zie je veel details van onze C88 terug.’

Er zijn ook heel interessante persoonlijke zaken te zien. De familie Porsche bestelt al hun auto’s in dezelfde kleur bosgroen, omdat dat verwijst naar hun liefde voor de jacht. Daar staat de eerste 911 Turbo die ooit is gemaakt. Hij heeft geen logo’s, wel een speciale trim op de zijkanten; hij was het verjaardagscadeau voor Louise Piëch (Ferdinand Porsches dochter) in 1974. Nu we het toch over de Turbo hebben: er staat zelfs een vermomde versie van de volgende 991 Turbo geparkeerd in een stille hoek van de loods. Ik bekijk ‘m vluchtig en zie dan dat de sleuteltjes achteloos op het dashboard zijn gelegd. Een exclusieve wereldprimeur zou het zijn – de eerste proefrit in de volgende Porsche Turbo.

Ik zou je willen zeggen dat je er een kijkje moet gaan nemen, maar dat mag niet. Porsche houdt deze plek geheim. Dat is erg jammer omdat deze auto’s net zo interessant zijn als alles wat er in het museum te zien is; alleen staan deze auto’s in een wat minder deftige omgeving. Dat gaat mettertijd echter veranderen, want Porsche heeft het plan opgevat om deze auto’s naar het museum te brengen, en naar autoshows wereldwijd, en zelfs naar rally’s en races. En ja, ook die ene met de skiklem.

Reacties

Meer van TopGear