België is een blinde vlek als het gaat om een nationale auto-industrie. Heel België? Nee, diep in Wallonië vecht een sportwagenfabrikant tegen de gevestigde orde.
 
De term ‘in de marge opereren’ is op niemand meer van toepassing dan op Tony Gillet. Want geef maar toe: had je ooit gehoord van deze fabrikant van lichtgewicht sportwagens? Nee? Dat is niet zo vreemd, want de sympathiek ogende Waal verkocht in twintig jaar nog geen dertig auto’s. Er bestaan geen dealers of importeurs van het merk, afgezien van de ‘fabriek’ in Gembloux. Het pand ziet eruit als een willekeurige buurtgarage en is gevestigd pal naast de snelweg E42 – die van Parijs naar Keulen loopt en waar het verkeer dag en nacht langs raast.
 
Een handjevol medewerkers sleutelt aan motorblokken of inspecteert een nieuw koolstofvezel chassis, dat staat te drogen. Half weggestopt staat een volbloed racewagen, die vorig jaar nog meedeed aan de 24 uur van Spa. In vergelijking met de bijna steriele werkomgeving van iemand als Joop Donkervoort, kun je het hier best rommelig noemen. Dat wil niet zeggen dat dit ook geldt voor de auto’s die de fabriek verlaten.
 
Voor de ingang staat namelijk de splinternieuwe Vertigo 5 gereed. Glimmend zwart, denken we. Tot we dichterbij komen. De auto blijkt gespoten in de meest donkere kleur groen op deze aarde. Mooi? Hm. Apart? Zeker. Apart is ook de vormgeving.
 
Als we afgaan op foto’s van verschillende Gillets uit de afgelopen jaren, is het uiterlijk tamelijk polariserend. En dan zeggen we het nog netjes. Vroegere exemplaren lijken voorzien van een soort eendensnavel. Andere creaties hebben iets weg van een hamerhaai. Maar de ontwerpen van de krasse zeventiger Charles van den Bosch lijken goed te rijpen. Maar je vindt ‘m óf mooi, óf spuuglelijk. Een tussenweg is er niet.
 
De viriel ogende Batmobile die met zijn geopende vleugeldeuren voor ons staat, ziet er – dankzij de mix tussen modern en klassiek – agressief uit. Vooral de strakke afwerking en het materiaalgebruik vallen op, en ook het logo is geslaagd. Hooguit kun je de gladheid van de koolstofvezel carrosserie bekritiseren. Hier en daar zien we toch wat oneffenheden onder de mosgroene lak opdoemen.
 
De Vertigo is het enige nationale automerk van Hollands zuiderburen. Ooit was dat anders. Merken als FN en Imperia reden over de hele wereld. Met het merk Minerva stelden de Belgen ooit zelfs Rolls-Royce in de schaduw. Vandaag de dag is België nog steeds de grootste wereldproducent van auto’s per inwoner. Merken als Ford, Volvo, Volkswagen en Opel produceren er honderdduizenden auto’s per jaar. Met die eenheidsworsten heeft het merk Gillet niets te maken. De Vertigo is niet bereid tot compromissen voor wie ‘m te hard, te agressief of te opzichtig vindt.
 
Z’n geestelijk vader ontwierp de auto na een leven als motor- en autocoureur. Zijn ervaringen met mechanische sporten en zijn kwaliteiten als afsteller van motoren leidden tot de realisatie van een droom van menig jonge autoliefhebber. De auto was een uiting van zijn levensmotto: ‘Je dis, je fais’. Oftewel, ik doe wat ik zeg. In de showroom van de fabriek staan spullen uit een ver verleden. De Gillet Vertigo bijvoorbeeld. Schuin geplaatst op een plateau met een vergeeld bordje waarop staat dat dit in 1994 de snelst accelererende tweewielaangedreven auto ter wereld is. Het record, vermeld in het Guinness Book of Records, staat nog steeds.

‘De dorpels zijn zo hoog en breed dat ze in geval van hoog water ook als stormvloedkering zouden kunnen fungeren’

 
De naam van het ultrasnelle, maar niet bijster mooi ogende projectiel, is bedacht door zijn dochter Sophie, die cinematografie studeerde. Gefascineerd door Alfred Hitchcock, koos ze voor de naam Vertigo. Ook blijkt hier dat de auto een rol kreeg in het befaamde PlayStation-spel Gran Turismo. Maar Tony Gillet doet meer. Zo zien we aan de muur een dankbrief van de Belgische prins Filip omdat Gillet speciaal voor diens huwelijk met Mathilde een kunststof dak produceerde voor de koninklijke Mercedes cabriolet. Ook ontwerpt Tony Gillet – vanwege zijn expertise op het gebied van composietmaterialen – behuizingen voor radars, kantoormeubilair en koolstofvezel onderdelen voor Parijs-Dakar-auto’s voor merken als Nissan en Mercedes.
 
De Gillet Vertigo werd ontwikkeld met het woord gewichtsbesparing in het achterhoofd. Tony Gillet had namelijk geen goed gevoel bij de heersende tendens van het toevoegen van steeds meer uitrusting aan sportieve auto’s. De zwaardere auto’s werden voorzien van zwaardere motoren, maar dit volstond niet om de elementaire wetten van de fysica te doen vergeten. Bovendien bleek deze vlucht vooruit nadelig op het vlak van de milieuverontreiniging. Nu, bijna twintig jaar later, hebben bijna alle sportwagenfabrikanten gewichtsbesparing gebombardeerd tot leidraad, wat bewijst dat het Vertigo-project op een gezonde en avant-gardistische basis stoelt. Het koolstofvezel chassis met honingraatstructuur weegt dankzij deze Formule 1-technologie slechts 58 kilo.
 
Wanneer we ons onder de vleugeldeuren door hebben geworsteld, doemt een andere hindernis op. De dorpels zijn namelijk zo hoog en breed dat ze in geval van hoog water ook als stormvloedkering zouden kunnen fungeren. Maar wanneer we ons even later in de prachtige kuipstoelen van de Vertigo hebben laten vallen, is er geen weg meer terug. Ontsnappen uit de Bijlmerbajes is eenvoudiger. Soepel in- en uitstappen vereist oefening op een plek zonder publiek. Wanneer we om ons heen kijken, zien we ook hier voorbeeldig materiaalgebruik en een goede afwerking.
 
De hoofdsteunen, buitenspiegels, het stuur: alles ziet er origineel en professioneel uit. Je benen steken door een soort kattenluik naar voren richting pedalen, die door schotten van elkaar gescheiden zijn. Die tussenschotten zijn bedoeld om de enorme stijfheid verder te vergroten. Het ruikt hier naar een nieuwe leren jas, maar wanneer we de motor starten, begint de polyester carrosserie door de warmte te ruiken naar versgebakken speedboot. Om ons heen allemaal bruin leer en alcantara.
 
De auto ziet er zo ‘racy’ uit dat ie rechtstreeks lijkt weggereden uit een wedstrijd voor het FIA GT-kampioenschap. En in feite is ie ook bijna net zo ruig – zo blijkt wanneer we voorzichtig gas geven in een van de meest zeldzame auto’s van het westelijk halfrond. De Bridgestone-banden zijn met een breedte van 225 voor en 275 achter vooral geschikt voor droog wegdek. Ze hebben enorm veel grip, ook al omdat de lichtgewicht carrosserie veel minder druk uitoefent dan bij, eh, een dikke Mercedes bijvoorbeeld. De van Alfa Romeo afkomstige 3.0 V6-motor brult hees. Hij klinkt niet als een Alfa Romeo, meer als een Speed Six-motor van het Britse merk TVR. Niet vreemd, want Gillet heeft ‘m flink opgevoerd voor hij ‘m goed genoeg vond voor zijn geesteskind.
 
De tot vier liter opgeboorde motor levert 400 pk en daarmee kom je in een 900 kilo wegende auto niets tekort. De sprint van 0 naar 100 km/u neemt dan ook niet meer dan 3,3 seconden in beslag; de topsnelheid is 250 km/u. Toch vindt Tony Gillet dat niet genoeg. Of misschien is hij gewoon uitgekeken op de V6. De nieuwe generatie Gillets zal dan ook worden voorzien van een dikke Maserati V8, die in de Quattroporte ligt bijvoorbeeld. Standaard 400 pk sterk, maar dat is natuurlijk niet genoeg voor een auto die bijna 1.000 kilo weegt. En dus zal Gillet ook dit blok honen, uitveilen, van lichtgewicht zuigers en een andere krukas voorzien – totdat er een beetje fatsoenlijk vermogen uit wordt geperst. Net zoals hij deed met de Vertigo-racewagen die in 2008 kampioen werd in zijn klasse in het FIA GT-kampioenschap.
 
In de werkplaats zien we de prachtige motor staan. Nu nog ongeschonden en vers uit het krat, maar Tony’s glimmende ogen verraden dat hij staat te popelen om ‘m flink aan te pakken.

‘In achttien jaar bouwde Tony Gillet 26 auto’s. Het merk heeft een wachtlijst, maar niet vanwege de enorme vraag’

 
De auto waarmee we gaan rijden, is de showauto die twee jaar geleden werd onthuld op de Autosalon van Brussel. Dat betekent echter niet dat we moeten rijden alsof we op glas lopen, want Tony Gillet gooit en smijt zelf ook met de auto alsof hij meedoet aan een autocross. En de Vertigo 5 kan tegen een stootje.
 
De auto is voorzien van dezelfde wielophanging als de racewagens van Gillet die jarenlang in verschillende raceklassen meestreden, waaronder dus het FIA GT-kampioenschap. Ook veel andere technieken zijn rechtstreeks overgenomen uit de racerij. De vering en demping staan wat minder straf afgesteld, maar het maakt de Gillet niet bepaald tot een comfortabele cruiser. Wanneer we het gaspedaal vloeren, is dat het begin van een wilde achtbaanrit. De motor brult op orkaankracht en al snel worden we heen en weer geslingerd door de enorme kracht die de motor ontwikkelt. Maar in de bochten houdt de auto zich uitstekend. Zelfs met geweld kunnen we de auto nauwelijks in een drift krijgen. De zesversnellingsbak maakt zeer korte slagen, maar is wel wat hakerig en vraagt dus om een daadkrachtige hand.
 
Het begrip binnenruimte stond nooit hoog op de prioriteitlijst van Tony Gillet, met als gevolg dat personen met een lengte van meer dan 1,80 meter ronduit krap zitten. Niet alleen vallen de vleugeldeuren dicht op je hoofd wanneer je lang bent, ook heb je nauwelijks ruimte voor je benen. Het stuur is niet verstelbaar, waardoor het als het ware tussen je knieën gekneld wordt. Dat stuurt uiteraard niet zo prettig.
 
Tony Gillet lacht wanneer hij mij – met m’n twee meter – als een haring in een ton achter het stuur ziet zitten. ‘Ik heb eerlijk gezegd nooit bedacht dat mensen steeds langer worden. Mijn testcoureur is 1,70 meter lang. Maar ik denk dat ik jou maar ga inhuren wanneer ik een nieuw model ga ontwikkelen.’ Eh, graag Tony! We wachten met smart op een betere zitpositie. Vooralsnog is rijden met de Gillet vooral een vermoeiende ervaring. Het geraas van de motor in combinatie met de lage zitpositie zorgt ervoor dat een ontspannen ritje naar Zuid-Frankrijk er niet in zit. Dit is een auto om mee te racen: naar het circuit rijden, je daar een aantal rondes uitleven en dan snel naar huis.
 
In achttien jaar bouwde Tony Gillet 26 auto’s. Het merk heeft een wachtlijst, maar niet vanwege de enorme vraag. De kale verkoopprijs van 150.000 euro voor een Gillet met Maserati-motor zorgt er dan ook voor dat de Gillet geen impulsaankoop is – in Nederland komt dat neer op een bedrag van zo’n 215.000 euro. De vraag rijst dan ook wat voor soort iemand een Gillet koopt. ‘Dat is een persoon die niet wil opscheppen, maar iets origineels wil’, legt Tony Gillet uit. ‘Iemand die beïnvloed wordt door onze manier van werken ook, iemand die gevoel heeft voor de passie die hier leeft. De kopers zijn een docent wiskunde, een jong rijk meisje, een sjeik, een eigenaar van een luxe hotel, een fabrikant van auto-onderdelen, een materiaalverhuurder, maar ook een paar mensen die als werknemer in loondienst werken.’
 
Waarom wij een Gillet zouden moeten kopen, vooropgesteld dat we ‘m konden betalen, is volgens Gillet makkelijk te beantwoorden. ‘Vanwege het rijplezier, de lichtgewicht carrosserie en de gegarandeerde exclusiviteit. Wanneer je ermee naar Monte-Carlo rijdt, heb je in ieder geval een opvallende auto en hoef je niet aan te sluiten in de file van Ferrari’s en Lamborghini’s.’

Reacties