Gilles Villeneuve was een van de grootste talenten in de Formule 1. Dertig jaar later herdenkt TopGear zijn genialiteit.
 
Autosport heeft zijn helden zwaar gestraft, hoewel het tegenwoordig stukken veiliger is. Dertig jaar geleden kon het nog enorm mis gaan en op 8 mei 1982, tijdens de laatste minuten van de kwalificatie op Zolder, was dat het geval voor Gilles Villeneuve. Hij schampte de March van Jochen Mass en lanceerde zijn Ferrari. De auto vloog tegen het hek waardoor Villeneuve zijn nek brak. Hij was 32 jaar.
 
Rond de begrafenis van Villeneuve heerste grote onrust omdat zijn teamgenoot Didier Pironi tijdens de laatste race, de GP van San Marino op Imola, de overwinning van Gilles zou hebben gestolen. Vrienden zeiden dat het beoordelingsvermogen van Gilles door boosheid en ongeloof waren aangetast. ‘Gilles had een pure ziel’, herinnert Piero Ferrari, de zoon van Enzo, zich. ‘Hij dacht niet dat iemand hem in een positie zou brengen waarin hij in gevaar zou kunnen komen. Helaas gebeuren onverwachte dingen toch. Wat op Imola voorviel, was tragisch en er heerst nog steeds onduidelijkheid over wat zich daar precies heeft afgespeeld.’
 
Grand Prix starts: 67. Overwinningen: zes. Pole positions: twee. Snelste ronden: acht. Totaal aantal punten: 107. Als er ooit een rijder was wiens reputatie op andere feiten dan statistieken was gebaseerd, dan is het Gilles Villeneuve. Zijn carrière kwam als een bliksemschicht. Het ene moment was hij aan het racen op sneeuwscooters, het andere reed hij in een Ferrari F1. Hij was een coureur die stuurde op gevoel. Ieder van die 107 punten vergaarde hij op de enige manier die hem bekend was: vol gas. En niet alleen dat. Hij reed vol gas en tegelijkertijd flamboyant en spectaculair. Het leek alsof hij uit het niets grip wist te creëren. Gilles gleed met zijn auto alsof het Gods gave was, en op momenten dat er eigenlijk helemaal geen grip was. Het woord opwindend komt nog niet in de buurt van hoe het moet zijn geweest om hem in actie te zien.
 
Nadat Gilles in 1976 James Hunt had verslagen tijdens een race in Quebec kreeg hij een deal voor een ‘aantal’ races bij McLaren. Hij debuteerde in 1977 in de F1 tijdens de GP van Engeland. Villeneuve kwalificeerde zich als negende en reed zich, door een achteraf onnodige pitstop, net niet in de punten. Teddy Mayer, de baas van McLaren, maakte om onverklaarbare redenen verder geen gebruik van de diensten van de kleine Canadees. Daardoor kwam echter een nog grotere naam voorbij. Enzo Ferrari tekende Gilles Villeneuve op 29 augustus 1977 om Niki Lauda te vervangen. Dat was een enorme sprong in het onbekende voor de grootste naam in de autosport. Op dat moment waren er journalisten die zelfs nooit van de naam Villeneuve hadden gehoord. Maar Ferrari wist precies waar hij mee bezig was.
 
‘Ik denk graag dat Ferrari net zo goed coureurs als auto’s kan maken’, merkte Ferrari op. ‘Ik bewonderde Villeneuve. Hij is het product van een weddenschap die ik met mezelf ben aangegaan. Sommige mensen noemden hem een gek. Ik zei: “Laten we hem proberen”. Dat verbaasde de mensen en veroorzaakte zelfs een onrust die op dat moment misschien nog wel terecht was ook.’ Bijna 35 jaar later lacht Piero Ferrari om de herinnering. ‘Zoals je weet was mijn vader niet iemand waarmee je in discussie ging. Niemand kon hem dan ook op andere gedachten brengen. Hij wilde de wereld laten zien dat hij de juiste keuze had gemaakt.’
 

 
Ferrari kreeg niet meteen gelijk. Er waren zoveel ongelukken en andere incidenten – waaronder in 1977 een vreselijke salto in het publiek op Fuji waarbij twee mensen omkwamen – dat Enzo hem al snel de bijnaam de Prins van Vernietiging gaf. Daarbij testte Gilles’ gewoonte om de grens op te zoeken het geduld van zijn rivalen. Maar hij stopte snel met het maken van fouten en hij was nooit – in tegenstelling tot de mythe – roekeloos om het roekeloze. Zie hem bijvoorbeeld maar aan het werk tijdens de legendarische Grand Prix van Frankrijk in 1979, 34 ronden lang wiel aan wiel in duel met René Arnoux, maar zonder contact te maken.
 
Of lees over hoe hij in datzelfde jaar in de regen het circuit van Watkins Glen 9,6 seconden sneller dan alle anderen lapte. Wat te denken van de manier waarop hij in 1981 de sterke, maar verraderlijke Ferrari 126C naar de overwinning reed in Monaco en Jarama (volgens sommige experts bleek hieruit zijn ware talent).
 
‘De weg die naar de poort van Ferrari’s beroemde testcircuit leidt, heet Via Gilles Villeneuve. De buste van de coureur op het kruispunt is altijd omringd met verse bloemen’
 
‘Voor mij was het het belangrijkst om mezelf in leven te houden, maar Gilles wilde iedere ronde het snelste zijn, zelfs tijdens het testen’, merkte zijn Ferrari-teamgenoot en de wereldkampioen van 1979, Jody Scheckter, eens op. ‘Autoracen was voor hem iets romantisch. We waren goede vrienden die voor hetzelfde team hetzelfde werk deden, maar we hadden een compleet verschillende instelling.’
 
‘Gilles was een eerlijke, bijna naïeve jongen. Het imago van laconieke waaghals dat hij had, zo was hij helemaal niet’, vertelde Scheckter pas. ‘Hij gaf om veiligheid en werkte hard voor het racen, hoewel hij in de auto weleens wild kon zijn. Hij wilde iedere ronde winnen, terwijl ik probeerde het kampioenschap te winnen. Dat gaf me zelfs zelfvertrouwen.’
 
Eigenlijk had Villeneuve het kampioenschap van 1979 moeten winnen in plaats van Scheckter. Op Zolder had Jodi hem per ongeluk in de Williams van Clay Reggazoni gedrukt, waardoor een tijdrovende pitstop nodig was om de neus te vervangen. De lekke band die hij op het circuit van Zandvoort kreeg, terwijl hij aan de leiding ging – een moment gevat in een van de meest beroemde foto’s van hem en de F1 – beroofde hem van een zekere overwinning en daarmee van het kampioenschap. Gilles nam deze tegenslagen goed op. Hij dacht dat zijn tijd nog wel zou komen.
 
Hij verhuisde naar de Franse Rivièra, maar had een hekel aan de lokale keuken en zocht naar hamburgers en cola. Hij reed in zijn Ferrari 308 GTB heen en weer tussen Monaco en Maranello. De 560 kilometer lange rit legde hij routinematig af in een ongelooflijke 2,5 uur. Hij leerde een helikopter te vliegen – in slechts drie weken – en jaagde zijn familie en teamgenoot Scheckter de stuipen op het lijf. Zo stelde hij eens voor onderweg de motor even uit te zetten, vanwege een te warm wordende accu. Dat was een nogal onorthodoxe benadering die hem door de Zuid-Afrikaan niet in dank werd afgenomen. ‘F*#k you Villeneuve!’ zei die, ‘ik stap nooit meer in dat verdomde apparaat!’ Een andere keer ging hij in de helikopter direct naast de hotelkamer hangen waar Lauda lag te slapen, tot hij wakker werd. ‘De gekste duivel die ik ooit in de F1 heb meegemaakt’, zei Lauda. Maar hij hield daarom des te meer van hem.
 

 
Iedereen hield van hem. En nog steeds. Daarom wordt zijn sterfdag dertig jaar na dato nog steeds herdacht op 8 mei. Op de plek die zoveel voor hem betekende: Fiorano. De weg die naar de poort van Ferrari’s beroemde testcircuit leidt, heet Via Gilles Villeneuve. De buste van de coureur op het kruispunt is altijd omringd met verse bloemen. Niet alleen Enzo hield van hem, heel Italië liep weg met Gilles.
 
Het 30ste jaar na zijn dood resoneert extra. De zoon van Gilles, wereldkampioen F1 van 1997 Jacques, rijdt met zijn vaders 312T4 uit 1979 op Fiorano. Een passend eerbetoon met als gasten Ferrari-voorzitter Luca di Montezemolo, Piero Ferrari, CEO Amadeo Felisa, voormalig technisch directeur Mauro Forghieri en niet te vergeten Fernando Alonso en Felipe Massa en nog een keur aan anderen, waaronder de weduwe van Gilles, Joann, en dochter Melanie. In Modena is al een officieuze viering geweest waar naar verluidt meer dan 20.000 tifosi op af kwamen. Hoeveel F1-coureurs ken je die dit soort devotie opwekken?
 
We zien hoe Jacques een handvol ronden rijdt, omringd door leden van de oorspronkelijke pitcrew, van wie de meesten de gele Agip-teamjasjes dragen. Velen van hen zijn dik in de zeventig. Er heerst veel liefde en er wordt gelachen, maar daaronder voel je het verdriet. Brenda Vernor, Enzo’s secretaresse en geheime wapen tot aan zijn dood in 1988, dept haar ogen met een tissue. ‘Gilles sliep wel eens bij mij thuis’, herinnert ze zich. ‘Hij was mijn kleine jongen, maar een prachtige man. En ik herinner me nog dat ze hem de T5 gaven. “Nou, probeer jij maar met dat f*#king piece of shit te rijden”, zei hij tegen het team. Zonder die ferme taal zou hij Gilles niet zijn geweest.’
 
De aerodynamisch slechte T5 is slechts een voetnoot. Zijn voorganger, de T4 die met de constructeurs- en de rijderstitel aan de haal ging, ziet er nog steeds fantastisch uit en klinkt magistraal. Het is een herinnering aan hoeveel van Ferrari’s geschiedenis op twaalf cilinders rust. Jacques maakt zelfs een powerslide als hij de verraderlijke linkse haarspeldbocht van Fiorano uitkomt. Hij vermaakt zich, maar na afloop is hij net zo uitgesproken en onsentimenteel als altijd, ongeacht welke dag het is.
 
‘Het is alsof je in een blik tonijn zit, of zoiets’, zegt hij. ‘Ik ben verbaasd dat niet meer coureurs gewond zijn geraakt. Er waren veel ongelukken. Het komt waarschijnlijk doordat de coureurs meer respect hadden voor de limiet en voor elkaar. Ze reden niet gemeen. Ze namen wel risico’s, maar ze reden een concurrent niet op het rechte stuk het gras in, zoals je tegenwoordig ziet.’
 
Omarmt hij eindelijk zijn vaders nalatenschap, iets dat hij gedurende zijn eigen F1-carrière opvallend weigerde? ‘Mensen zeiden vaak tegen mij “Dus je vervolgt de carrière van je vader?” “Nee, ik race voor mezelf, omdat ik ervan houd”, antwoordde ik dan. En daar maakten ze dan van “Oh, je haat je vader”, dus ik dacht, weet je wat – laat ik het gewoon vergeten en verder gaan met iets anders. Ze zagen me niet als coureur. Ze hadden al een romantisch idee van de reden waarom ik racete.’
 

 
‘Of ik verdrietig ben dat mijn vader mijn carrière niet heeft meegemaakt? Eerlijk waar, ik had geen racecarrière gehad als mijn vader nog in leven was geweest. Ik denk dat hij het onder controle had willen hebben en dat ik geen ruimte zou hebben gekregen om mezelf te zijn. Op een bepaalde manier heeft het geholpen dat hij stierf. Voor mij als kind was het het meest verdrietige moment in mijn leven, maar als coureur, als man, als mens, heeft het me geholpen. Wat er ook gebeurt in het leven, verander het verleden nooit. Want al het goede dat je is toegekomen zou dan ook veranderen. Mijn vader was eerbiedig en hij verwachtte dat mensen zich op een bepaalde manier zouden gedragen. Andere mensen waren opportunistisch, maar hij was gewoon niet zo.’
 
Zijn moeder Joann reflecteert meer, maar hoe het moet zijn om de vrouw van Gilles Villeneuve te zijn geweest? Dit is een vrouw die heeft geleerd om in slaap te vallen in een Ferrari die plankgas heen en weer pendelde tussen Monaco en Maranello. Joann beantwoordde de telefoon op de avond dat Enzo belde om Gilles de stoel bij Ferrari aan te bieden (‘we dachten dat het een grap was’). En het was Joann die moest zien te leven met de woedeaanval die volgde op Imola en het verraad van Pironi.
 
‘De T4, die met de constructeurs- en de rijderstitel aan de haal ging, is een herinnering aan hoeveel van Ferrari’s geschiedenis op twaalf cilinders rust’
 
‘Gilles was ziedend, maar hij was niet het type dat woede levend kon houden’, vertelt Joann. ‘Hij was gekalmeerd en wilde Pironi de volgende race natuurlijk verslaan, maar nog meer dan dat wilde hij iedereen laten zien dat wat gebeurd was, niet klopte. Als Gilles in de auto zat, kwam hij in een wereld waar niets anders er meer toe deed – al het andere verdween gewoon. Alles. Of het nou boosheid was of honger. Dus ik denk liever dat er geen rode mist was op Zolder.’ Ze lacht. ‘Ik denk dat hij eind 1982 bij Ferrari weg was gegaan. Het belangrijkste voor Gilles was vertrouwen en als dat weg was, zou het moeilijk zijn geweest om door te gaan.’
 
Welk politieke spel er destijds ook gespeeld heeft, het raakte Enzo Ferrari diep. ‘Mijn leven zit vol met treurige herinneringen’, schreef hij. ‘En als ik erop terugkijk, zie ik bij mijn geliefden het gezicht van deze fantastische man.’ Gilles Villeneuve was een andere verloren zoon. Voor Joann was hij echter niet alleen een fantastisch coureur, maar ook een man en een vader.
 
‘Of ik Gilles nog mis? Oh ja’, zegt ze. ‘Misschien niet iedere dag, maar wetende dat hij de enige persoon was die ik blindelings kon vertrouwen. Het is moeilijk om zoiets opnieuw te vinden. Dat mis ik het meest. Weten dat er altijd iemand voor je is.’

Reacties