De Ford Mustang komt dit jaar naar Europa. Om dat te vieren, gaan we met ‘m op bezoek in 50 staten van de Verenigde Staten. Zit klaar en hou je vast voor de meest grootse roadtrip in de geschiedenis van TopGear. Na deel 1 is dit deel 2 van de 5.

Etappe 2

Km: 6.052
Dagen: 5
 

Te bezoeken staten:

20. Alabama
21. Florida
22. Mississippi
23. Louisiana
24. Arkansas
25. Oklahoma
26. Texas
27. Kansas
28. Missouri
29. Illinois
30. Indiana
31. Michigan
32. Wisconsin
33. Minnesota
34. North Dakota
35. South Dakota
36. Iowa
37. Nebraska
38. Wyoming
39. Colorado

Na een relatief gladjes verlopen eerste etappe begint etappe twee onder een ongunstig gesternte.

Tijdens mijn laatste trip naar het diepe Amerikaanse zuiden kreeg ik ineens te maken met de pistoolloop van een motorrijder. Laten we het erop houden dat ik zijn dikke vrouw de stuipen op het lijf had gejaagd door mijn ambitieuze manier van inhalen waardoor er ineens een pistool op mijn knieschijven werd gericht – een .45 maar liefst. Maar alles kwam in orde, want na wat diplomatiek gebabbel en hysterisch gesmeek liet hij me gaan als ik beloofde en zwoer nooit meer terug te komen.

Dit keer word ik verwelkomd door een dode tiener, die uit het hotelzwembad is gedregd na een drinksessie met zijn vriendjes. Het lichaam wordt op een brancard door de lobby gereden, druipend van het water en slap als een doek. Ik zou iets moeten hebben geleerd. Het is dan wel een tijdje geleden dat ik nog in deze contreien was, maar er lijkt nog niet veel te zijn veranderd. En als we gaan rijden, verbetert de situatie ook niet echt.


Als je het zuiden van de VS zou beoordelen aan de hand van de borden langs de weg, zou je denken dat het een plaats is waar zwaarlijvige vuurwerkfans hun leven doorbrengen door a) te slapen met mensen met wie ze dat beter niet zouden doen, en b) dat vervolgens in de rechtbank bespreken.

Tijdens de eerste paar kilometers van onze trip zien we dat het meeste hout hier niet in bossen staat, maar gebruikt wordt voor palen waarop enorme billboards staan – de grote uithangborden van het consumeren. Vroeger zag je daarop steevast de Marlboro Man staan. Vandaag de dag heeft hij plaatsgemaakt voor goedkope advocaten en vrolijke geheugensteuntjes dat God alles ziet – onthoud dit, lieve mensen: vermoord vandaag voor de verandering eens niemand! En vuurwerkwinkels, een lint van honderden van die zaken, dwars door de buik van de VS. Wat vieren ze hier dan toch de hele tijd?

'Elke staat zal in de vorm van een vlaggetje op het plaatwerk van de Mustang worden aangebracht; een beetje zoals dat vroeger ook bij bommenwerpers gebeurde'

Natuurlijk moet je verder kijken dan je neus lang is, achter de truckersrestaurants, want anders vind je niets meer dan een kleffe hamburger en een vrouw die Steve heet, maar daar hebben we de tijd niet voor. Als we Atlanta verlaten, heeft de Mustang er al bijna 3.000 kilometers op zitten maar tegen de tijd dat we ‘m in Denver aan de volgende redacteuren overhandigen, moeten dat er bijna 9.000 zijn – als we daadwerkelijk de negentien staten tussen hier en daar willen aandoen. We hebben vijf hele dagen om het te doen, en dat klinkt dan wel romantisch, maar de andere redactieteams hebben de mooie delen van dit grote land opgeëist zodat wij het deel door het midden moeten opknappen – zeg maar waar het graan staat.

Heus, tussen de Appalachen in het oosten en de Rockies in het westen groeit niet veel meer dan wat gras en veel graan en mais en andere dingen die prima smaken bij een glas melk.

Er zijn een paar bezienswaardigheden maar we missen de meeste. Dat krijg je als statenverzamelaar: om ze allemaal te bezoeken voor de deadline moet je een vreemde en meanderende route volgen die de meest interessante plaatsen mijdt. En zelfs als je dan eens wel door een leuke plaats rijdt, kun je je eigenlijk alleen maar afvragen wat zich zal bevinden achter de goedkope eettenten en de ettelijke vuurwerkverkopers langs de hoofdweg. De komende dagen zullen we verleidelijk dicht langs New Orleans, St. Louis, Chicago en andere plaatsen rijden waar ongetwijfeld vele culturele, gezonde en normale burgers wonen. Op een dag hoop ik hen nog eens te ontmoeten.

Maar we lopen vooruit op de zaak. Eerst moeten we Georgia in zuidwestelijke richting verlaten, naar Alabama en de moerassige zuidkust waar de Golf van Mexico het land in komt. We zetten de grote rode Mustang op de cruisecontrole – een nette 115 km/u opdat de agenten hun pistolen in hun holsters houden – en vertrekken.

De interstate snijdt een rechte lijn door de met pijnbomen omgeven moerassen waaruit verschillende soorten en maten schepsels zijn komen kruipen om op het asfalt te worden vermorzeld, waardoor de berm hier lijkt op de uitstalling van een horrorslagerij. Als je trek hebt, echt trek, dan zou je vanavond op de barbecue filets kunnen grillen van armadillo, schildpadden en wellicht als extraatje een wasbeerpoot.


Vervolgens brengen we het kortste bezoek in de geschiedenis van de mensheid aan Florida, om van daaruit door Mississippi de grens met Louisiana over te steken, waar alles boven zeeniveau op palen staat, inclusief de weg. Er staan kleine groene bordjes langs de weg waarop staat aangegeven wat er onder de weg te zien is en de meeste van die tips moedigen je in feite louter aan om ze snel mogelijk door te rijden naar de volgende staat. Want waar de pioniers in het noordwesten hun plaatsnamen met zorg en een vrolijk optimisme bedachten, hebben de zuidelijke verkenners de zaken aanzienlijk letterlijker aangepakt. We zien plaatsnamen als Murder Creek. Als Gashland. Als Turkey Foot.

Kennelijk, althans volgens de uit de kluiten gewassen informatieborden die we bestuderen naast de plaatselijke kerken, bestaat de enige hoop in deze buurten eruit dat Jezus binnen afzienbare tijd terugkeert op aarde om de zaken weer in het gareel te krijgen. Waarschijnlijk, zo combineren we uit plaatjes langs de weg, zal Hij uit het zuiden komen, blootsvoets skiënd over een moerassige rivierarm, met een peuk in zijn mond.

Gesterkt door dat idee bereiken we de buitenwijken van New Orleans en rijden de Mustang een oeverwal op, waar we verder weinig opwindends zien, en dus rijden we door. We doorkruisen de rest van Louisiana in het donker, wat waarschijnlijk ook maar beter was. We koersen in noordwestelijke richting en aan de snelweg I-49 houden we kort even halt bij het stadje Alexandria (waar blijkt dat drie minuten voldoende is om half opgegeten te worden door agressieve sprinkhanen), voor we stoppen bij een hotel in Texarkana, dat op de grens van twee staten ligt. Je gaat door voor de wasmachine als je die twee staten kunt noemen. Vandaag hebben we zodoende zes staten bezocht, en de Mustang 25 in totaal, dus zijn er nog 25 te gaan. Elke daarvan zal in de vorm van een vlaggetje op het plaatwerk van de Mustang worden aangebracht; een beetje zoals dat vroeger ook bij bommenwerpers gebeurde.

Op maandagochtend maken de klamme moerassen plaats voor veeboerderijen – we raken verzeild in het land der cowboys. De temperatuur is gedaald van 42 naar 28 graden, iets comfortabeler, en de Mustang zuigt gulzig de frisse ochtendlucht binnen, alsof hij een aardbeien-smoothie proeft. Ja, hij komt naar Europa met een viercilindermotor en dat is natuurlijk heel wijs en verstandig, maar – laten we eerlijk zijn – er gaat natuurlijk niets boven het geluid van een dikke V8. Hier in zijn thuisland zou een andere motor al helemaal niet op zijn plaats zijn.

Het is ook prettig om te weten dát hij er is – met z’n vijf hele liters, kilometer na kilometer met z’n forse zuigers weg stampend, als een schip op zee. Gelukkig is de benzine goedkoop, al komt dat vooral doordat het afgrijselijk spul is met een heel laag octaangehalte dat als een goedkoop rotje in de cilinders explodeert.

Deze ochtend brengen we voor het grootste deel door in Arkansas, een staat die bekend is omdat Bill Clinton er vandaan komt, en verder eigenlijk nergens om. Het is een aantrekkelijk gebied met opvallend diepe, beboste valleien waarin rode schuren en nette boerderijen staan – het lijkt wel Playmobil. De schreeuwerige billboards zie je hier niet veel meer en hier lijkt het midden van de VS zowaar een prettige plek te zijn. We rijden een eindje over b-wegen, zwieren door de heuvels, waar de wegen af en toe wat buigen, zodat het net lijkt alsof we bochten nemen – iets wat ons al even niet meer is overkomen.


Links, Oklahoma in. Dan door Kansas en een snelle bocht naar rechts naar Joplin, Missouri, waar we een poosje over de beroemde en legendarische Route 66 rijden. Vroeger zag je hier het echte Amerika, met eetgelegenheden in spoorwegwagons en roze motels, waar reizigers aankwamen in verchroomde Hudsons en Studebakers. Het is verleidelijk om in die opsomming ook de oude Mustang op te nemen, maar die bestond toen nog niet – deze Ford rijdt pas rond sinds 1964, toen president Eisenhowers interstates het landschap al begonnen te doorklieven en daardoor de Amerikaanse roadtrip-cultuur ten einde kwam. Je kunt met een beetje navigeren en gezoek de oude route nog wel rijden, maar die is nu vooral een vierbaans snelweg. Daardoor zijn de dorpen en stadjes aan weerszijden langzaam een stille dood gestorven.

Maar door toedoen van onze Mustang lijkt dit grote land te krimpen. Het is nog maar gisterenochtend geweest dat we wegreden uit Atlanta, nu rijden we hier door Missouri, dat ons de moeder aller onweersbuien serveert. De lucht pulseert door de elektrische wit en paarse schichten alsof we op een housefeest zijn, en onvoorstelbare hoeveelheden licht doorsnijden de zwarte nacht door ons groene velden en gouden stro te tonen. Dan komt de regen en de nevel die door voorbijrazende trucks wordt opgeworpen en kunnen we alleen nog rechtdoor blijven gaan door over de katten­ogen te rijden – van die bobbelige reflectors die in de weg zijn aangebracht. We komen in Illinois, de auto is nog altijd in z’n element, de bemanning bekaf. We gaan naar bed.

'In de tijd van postbodes te paard was er maar één ros dat echt garandeerde dat je de lege vlakten goed en snel doorstond. Dat was een wilde Mustang'

Op de derde dag worden we wakker in Terre Haute, Indiana, het thuis van Ron Burgundy en – wellicht nog interessanter – niet ver, voor Amerikaanse begrippen althans, van de Indianapolis Motor Speedway. Een oud vrouwtje met een spierwit kapsel wuift ons door de poorten, en eenmaal binnen nemen we wat foto’s en bekijken de landkaart op de motorkap. Het zou leuk zijn geweest om een rondje over de ovaal te rijden maar we hebben geen tijd. In plaats daarvan rijden we 300 kilometer om zodat we de geboorteplaats van de Mustang kunnen zien, in Michigan, waar de sobere reclames die we in het zuiden van de VS zagen zijn vervangen voor kleurrijke mededelingen van seks- en gokgelegenheden. We vorderen gestaag, zoveel is duidelijk.

Maar: we zijn er nog lang niet. Voordat we vanavond naar bed gaan, zullen we nog vast komen te zitten in de spits van Chicago, een creditcard vergeten bij een benzinestation – zodat we twee keer vijftig kilometer moeten omrijden, en een tijdgrens vier keer passeren – en Wisconsin en Minnesota doorkruisen, waar het een beetje lijkt op Nederland in de herfst, als het op de Veluwe althans zou sterven van de stinkdieren en de Harley-Davidsons.

Dag vier. North en South Dakota? Zoiets als Canada. Veel gras. Hier en daar een bizon. We rijden zuidwaarts en steken zodoende de grens met Iowa over. De schrijver Bill Bryson schreef ooit over de hoofdstad van die staat: ‘Ik kom uit Des Moines. Iemand moest er toch vandaan komen’, en hoewel we een fiks stuk ten westen van zijn geboorteplaats rijden, begrijpen we wat hij bedoelde. Dus hoeven we tot de grens met Nebraska geen aantekeningen meer te maken. Daar ontdekken we dat als je hond zou ontsnappen, je ‘m nog drie dagen in het vizier zou kunnen houden. (We vliegen nu snel door de staten heen, de afstand in deze alinea kostte ons tien uur om af te leggen, maar je we besparen je de saaiste delen van onze reis).


We overnachten in Grand Island, dat niet groot is, noch een eiland. Maar het was wel de plaats waar een opwindende serie tornado’s in juni 1980 huishield, in een nacht die later bekend kwam te staan als de Night of the Twisters. Zes mensen werden door de storm meegevoerd en elders neergekwakt, en meer dan 200 mensen raakten gewond. Zij die de schuilkelders wisten te bereiken, vonden de volgende dag hun huizen terug in heel andere straten dan waar ze voorheen woonden. Als herinnering aan de mensen die door de stormen werden meegenomen, is met het puin van de natuurramp buiten het plaatsje een heuvel gemaakt, die Tornado Hill heet. Er is geen plaquette. Zwijgend en onder de indruk gaan we op zoek naar een restaurant om te ontbijten waarna we de kaarsrechte I-80 nemen naar onze stop in Denver.

Niet alleen was de I-80 – ook bekend als de Lincoln Highway – de eerste transcontinentale weg dwars door Amerika, maar dit deel volgt ook de Oregon Trail, een voormalige pioniersroute van oost naar west. Duizenden paardenwagens reden over dat pad, en kerfden zulke diepe sporen in de grond en de kalkhoudende rivieroevers dat ze nog altijd zichtbaar zijn vanaf de moderne weg. Heel Amerika oversteken was destijds een vrij gevaarlijke zaak. Dit was weliswaar niet het wildste deel van het westen, maar als de bandieten en Indianen je niet bij je kladden grepen dan deden de ijskoude winters dat wel.

Dat zou de historische vacature kunnen verklaren die we vinden in een goed onderhouden Pony Express-station bij de snelweg in de buurt van Gothenburg. ‘Gevraagd: jonge, sterke knapen. Moeten uitmuntende ruiters zijn en bereid zijn om hun leven elke dag te wagen. Liefst weeskinderen.’ De succesvolle kandidaat zou postbode te paard worden, verantwoordelijk voor het vervoeren van post en boodschappen van oost naar west, en wel zo snel mogelijk. De besten onder hen legden zo’n 150 kilometer per dag af, en stopten elke 15 kilometer bij een houten stationnetje om van paard te wisselen.

Hoewel ze allerhande soorten tamme volbloeden gebruikten, was er maar één ros dat echt garandeerde dat je de lege vlakten goed en snel doorstond. Dat was een wilde Mustang. Met rappe paarden rennend van kust naar kust, begonnen nieuws en berichten de Amerikanen van toen steeds sneller te bereiken. Ondanks enorme inspanningen – en met een ruiterteam tot wie ook de beroemde Buffalo Bill behoorde – duurde die hele onderneming van postverplaatsing al met al maar achttien maanden, want toen bleek dat de mannen en de paarden te duur waren. Ze werden vervangen door de inmiddels uitgevonden telegraaf.

De wereld is behoorlijk veranderlijk, besluiten we. Onze Mustang heeft tot dusver 9.000 kilometers gereden in zeven dagen en wilde alleen af en toe iets drinken. En hoewel hij het best nog een tijdje zal uitzingen, zijn z’n huidige berijders licht vermoeid en hebben zadelpijn. Dus is het een opluchting wanneer we – op een stoffige weg van Wyoming naar Colorado – een figuur zien opdoemen aan de horizon. Hij ziet eruit als een kale lifter, maar het is een collega van ons, die geheel volgens afspraak staat waar hij moet staan. Hij zal het stuur hier van ons overnemen. Voor deze ploeg is het over en uit. Maar voor jou gaat de reis gewoon verder.

Klik door naar deel 3 om verder te lezen!

Reacties

Meer van TopGear