Hier bevinden we ons dan, halfnaakt in een grot, en we worden aangegaapt door een groepje oudere Duitse toeristen dat ons met grote ogen wezenloos staat aan te staren. Ze lijken zich erover te verbazen dat we hier halfnaakt in een ondergrondse geiserbron liggen te dobberen, ergens op een afgelegen plek in het oosten van IJsland. Het is dan ook geen gewone woensdagochtend. Vandaag zijn we op zoek naar volledige innerlijke rust. De volmaakte sereniteit voor de dag van morgen. Zen, en dan kunnen we aan de slag. Daarom zijn we op zoek gegaan naar de spirituele uithoeken van IJsland – waar we op zoek zijn naar emotioneel evenwicht – en waar we twee dagen hebben getracht onze ontspoorde chakra’s weer in het gelid te krijgen en onze cynische blik willen herijken. Dat lukt niet.

Waarom kon deze bron jullie innerlijke rust niet herijken?

Over een uur hebben we onze volgende afspraak staan voor het verkrijgen van nieuwe inzichten, en als gevolg van recente geologische onrust is deze bron zo heet dat we bijna aan de kook raken. Het zogenaamd geneeskrachtige water heeft een temperatuur van meer dan 45 graden. Nog iets meer geneeskrachtige werking en we lopen tweedegraads brandwonden op, en dan wordt het uiterst ongewis of we Zen vinden als we niet als de sodemieter medische hulp inroepen. Daarom stappen we een beetje rozig uit het water en zoeken soelaas bij ons geheime wapen in onze zoektocht naar sereniteit: een citroengele Citroën C4 Cactus. We kunnen jullie gedachten wel raden. Hoe kan een auto die wordt vernoemd naar een stekelige plant in vredesnaam het pad naar innerlijke rust plaveien?  Nou, de nieuwste kleine Citroën straalt innerlijke rust uit. Hij is ontworpen met het oog op eenvoud en kalmte. Om afstand te nemen van de wapenwedloop waartoe autofabrikanten zich geroepen voelen, om zich te richten op rechttoe rechtaan. Vermijd overdaad, verbeter het noodzakelijke en – als je toch bezig bent – bedenk hoe je een tegengif kunt ontwikkelen tegen overdadig complex en onrustig design. Anders gezegd: maak de auto simpel en goedkoop maar doelmatig. Aangezien velen de waarde van een auto afmeten aan een overdaad aan opties die ze nooit gebruiken, is dat best een gewaagde missie. Het woord ‘simpel’ wordt vaak in verband gebracht met ‘nuttig’, en ‘nuttig’ vinden de meeste mensen niet sexy klinken.

Is de Citroëm C4 Cactus wel sexy dan?

De Cactus ziet er aan de buitenkant niet saai uit. Integendeel. Hij lijkt op een concept voor een compacte SUV, met iets verhoogde rijhoogte, loensende koplampen en vele visuele details. Je herkent een vleugje van de nieuwe Picasso en hij is voorzien van de dikke, dubbele chevron. De rechthoekige panelen op de zijkanten heten ‘Airbumps’ en dat zijn met lucht gevulde stootkussens die kleine ergerlijke parkeerschades moeten tegengaan. De dakrails dragen bij aan het hoekige, brede-kakenuiterlijk, en het effect van een ‘zwevend dak’ oogt weliswaar modieus en eigentijds, maar is tamelijk eenvoudig verkregen door plaatsing van zwart gelakte paneeltjes in de a- en b- en het bovenrandje van de c-stijlen. Het ziet er fris en fruitig uit, en hij is verrassend – zeker verrassender dan een conventionele vijfdeurs. Toch is dat precies wat ie onderhuids is. Laat je niet foppen door design en dekmantel, want onderhuids is de C4 Cactus een variatie die is gebouwd op het PSA-platform voor de C3 en Peugeot 208, een vertrouwd platform dat in grote aantallen wordt gefabriceerd. Aan de voorkant zitten dus MacPherson-veerpoten en achter heeft ie een torsieas. De grootste motor die leverbaar is, komt niet verder dan een bescheiden 110 pk. Daarmee rijden we.

Gaat de motor in de Cactus nog een beetje vooruit?

‘Hoewel de Cactus twintig centimeter korter en zes centimeter smaller dan een gewone C4 is, voelt ie ruim aan’

Je kunt overigens ook kiezen voor een meer conventionele viercilinder turbodiesel, maar alle benzinemotoren voor de C4 Cactus zijn varianten – met oplopende vermogens – van een driecilinder 1,2-liter turbomotor. Het driecilindertje is brommerig maar lijkt op zijn taak berekend. Het geluid van de kleine motor past prima bij de auto. Wanneer we ons van de ondergrondse grot en de licht verbaasde gepensioneerden over de slingerende heuvelwegen in het oosten van IJsland verwijderen, blaast de kleine turbo van tevredenheid. Hij is niet bepaald snel en er zijn maar vijf versnellingen beschikbaar in de sponzige versnellingsbak, maar dat lijkt ‘m niet te deren. Hij lijkt zich onmiddellijk in z’n element te voelen. We trekken door het IJslandse landschap, halen sloom lokaal vrachtverkeer en treuzelende huur-Toyota’s in, en die zien er op slag intens ouderwets en saai uit. Het landschap van gladde, zwarte lavavelden glooit als een massieve, eeuwenoude geologische hartslag; de weg doorsnijdt het als een enkele ader van asfalt in een aderstelsel van ontelbare grindachtige, onaangelegde wegen. We zijn op weg naar een plek waar we in de toekomst kunnen kijken. Een toekomst waarin een compacte, zuinige milieuvriendelijke auto als de Cactus prima tot z’n recht zal komen.

Wat maakt IJsland zo geschikt om de Cactus te testen?

Onderweg hebben we de tijd voor mijmeringen. Het IJslandse landschap zet daartoe aan. Het is een prachtig maar woest eiland, gehuld in gedempte kleuren, gehavend door de oerkracht van de totstandkoming. Daardoor val je ten prooi aan enigszins duistere mijmeringen. In de wintermaanden is er geen daglicht, en nu, in de zomer, kondigt de nacht zich enkel aan als een grijze horizon. We weten niet wat erger is. We zijn hier nog maar pas, en toch raken we een beetje van slag. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat we – ondanks onze obsessie met paardenkrachten – echt gehecht beginnen te raken aan de Cactus. Hij heeft toch echt ongeveer 400 pk minder dan de auto’s waar we doorgaans onze ego’s mee strelen. Natuurlijk blijkt uit de rijimpressie heus wel dat dit onderhuids een C3 is die wat vrolijker is uitgedost – ‘De auto die antwoord heeft op vragen van nu’ is marketing-blabla – maar de Cactus is laagdrempelig met prijzen vanaf 16.000 euro, en voor dat bedrag is ie heerlijk karaktervol. Een kleine cocon van zachte, vriendelijke sensatie. Dat doet een mens goed, zeker hier.

Kan je echt zo vrolijk worden van deze C4?

Een van de verklaringen daarvoor is dat de Cactus sober aandoet. Zowel letterlijk als figuurlijk. Het design schreeuwt niet om aandacht en iedereen die we tegenkomen lijkt oprecht belangstellend. Hij vormt geen bedreiging maar het is geen sulletje. Interessant maar geen aandachttrekker. Hij heeft een enorm glazen dak dat zes kilo bespaart ten opzichte van een stalen dak en waardoor de auto ruim en licht aandoet. De achterbank is niet deelbaar of verschuifbaar zodat gewicht wordt bespaard. De meeste in andere auto’s onnodig elektrisch bediende functies worden in de C4 Cactus met de hand bediend; alleen de ramen in de voorportieren zijn elektrisch, achterin kunnen ze met een scharnier een paar centimeter worden uitgeklapt. Dat lijkt misschien onpraktisch maar elektrische bediening is zwaarder, en zo kon elf kilo aan gewicht worden bespaard. Bovendien ontstaat meer ruimte op ellebooghoogte: hoewel de Cactus twintig centimeter korter en zes centimeter smaller dan een gewone C4 is, voelt ie ruim aan. Resultaat van dit alles is dat deze auto – naar hedendaagse normen – een vedergewicht is. Deze citroengele Citroën (de officiële naam voor de carrosseriekleur is ‘Hello Yello’ – dat jeukt een beetje) weegt ongeveer duizend kilo. Andere modellen van dit formaat wegen zo’n twintig procent meer en dat betekent dat de kleine motor niet te veel moeite heeft om de auto op gang te krijgen. Ook hoeven de remmen niet zo krachtig te zijn, er is minder koeling en een lichtere aandrijflijn vereist – het is een heilzaam recept waardoor de auto pittig rijdt zonder ooit de grenzen van het ietwat modale rijgedrag te overschrijden.

Kan je de Cactus wel op z’n staart trappen als je wil?

De slingerende glooiingen van het IJslandse landschap brengen aan het licht dat de Cactus niet zozeer voor rijplezier is bedoeld, en de eindeloze hellingen vergen veel schakelen om de motor in het juiste toerenbereik te houden. Dit is niet echt iets voor fanatieke bestuurders. Toch heeft deze kleine Citroën iets waardoor je op ‘m gesteld raakt. Het is een geinig ding, kranig en plezierig, en we beginnen er steeds meer iets van de Fiat Panda in te zien. Klein en goedkoop, maar niet saai of ondoordacht. Er zijn wellicht mogelijkheden voor een echte Cactus met vierwielaandrijving of met extra tractie op slecht wegdek of met winterbanden of zo. We zitten nog steeds te mijmeren wanneer we onze volgende stop bereiken: de geothermische elektriciteitscentrale Krafla.

Wat is Krafla precies?

Die ziet eruit als een landingstation op Mars. Zilverkleurige en oranje geodetische gewelven die onderling worden verbonden door een stelsel van buizen die over de stoffige rood-getinte aarde reiken als waren het transportbuizen uit de 22ste eeuw. Het hoofdgebouw lijkt op een modern museum dat grote zwavelrijke, kunstzinnige wolken uitbraakt die stinken naar ernstig rottende eieren. Frappant is dat dit het industriële equivalent is van de Cactus: er wordt creatief gebruikgemaakt van bestaande bronnen. Het lijkt op sciencefiction maar het is een buitengewoon praktische, eigentijdse toepassing.

Hoe gaat Krafla om met deze bestaande bronnen?

‘Welke auto is hier, in een landschap dat wisselend lijkt op dat van de maan of van Mars, beter op z’n plaats dan een auto die eruit ziet als het eerste maanwagentje?’

Het is verbluffend simpel: Krafla is een van IJslands geothermische elektriciteitscentrales die 60 mW levert; in wezen is het gewoon een warmtewisselaar die boven de vulkaan Krafla is gehangen. Die maakt gebruik van 33 boorgaten waar doorheen water op de warme vulkaanbodem wordt gestort zodat stoom ontstaat die energie oplevert. Dit soort toepassingen kan voor veel innerlijke rust zorgen bij schuldbewuste autoliefhebbers. Als we meer uit warme rotsen zouden kunnen halen, zouden we ons misschien iets minder generen voor onze achtcilinders. Toch zijn we er nog steeds niet uit. Dit is nog altijd niet onze gedroomde werkelijkheid, al zijn we gefascineerd en gerustgesteld door deze supergroene technologie. Terug naar de Cactus. We beginnen hoofdpijn te krijgen van onze poging om rustig te worden. Dat wreekt zich. Gelukkig helpt de kleine Citroën een beetje. Nee, hij heeft geen verwarmde stoelen of ingenieus infotainment-systeem, het interieur is sober en dat is maar beter ook voor de overzichtelijkheid. Er is een prettig gebrek aan knopjes; de meeste functies zijn verenigd op een enkel 7-inch touchscreen dat midden op het dashboard staat. De basisinformatie wordt op een klein lcd-scherm voor de bestuurder getoond. De rest is beschikbaar voor handige bergvakken die voor ruimte zorgen. Er zit een groot opbergvak op de plaats waar normaliter een passagiersairbag zit, want die zit bij de Cactus vernuftig verstopt in de hemel achter de zonnekleppen.

Zijn er nog meer van die handige dingetjes in het interieur?

Voorin heb je brede en comfortabele stoelen, en achterin een zachte achterbank. Kies je voor de ETG-versie, dan krijg je voorin één grote, gezellige bank. Wellicht maak je je zorgen wat je moet doen als dat grote scherm over vijf jaar de geest geeft en je geen idee hebt hoe je de achterruitverwarming wilt inschakelen, maar in de praktijk werkt het goed en je hoeft je niet druk te maken dat je de juiste instelling van de adaptieve cruisecontrole niet kunt uitvogelen. Want inderdaad: die heeft ie niet. We zetten koers richting het meer van Mývatn, en dan wordt IJsland plotseling een stuk groener. Het is niet zozeer dat je wordt overspoeld door bossen, maar je omgeving transformeert van zwarte lava en zand met de kleur van gedroogd bloed naar iets gezondere tinten. Water. Dat komt goed van pas. We stoppen en staren over de vlakke glasachtige rust van het meer, waarvan het water wordt gebroken door eigenaardige pilaren en lavabogen die nog resteren uit de tijd toen dit meer 2.300 jaar geleden ontstond.

Is dit de plek waar jullie de innerlijke rust gingen vinden?

We halen diep adem en trachten ons yoga-moment te vinden, maar we lijken daarentegen juist een collectieve astma-aanval te krijgen. Er is iets mis. Onze contemplatieve beleving van majestueuze, eeuwenoude natuur wordt ruw verstoord door de lokale fauna die zich in onze neusgaten, in onze oren en onophoudelijk in onze ogen opdringt. Vliegjes. Eindeloze vlagen kleine vliegjes die onze persoonlijke ruimte indringen. We rennen wezenloos rond en slaan ze van ons af, we spugen ze uit en drukken ze per ongeluk in onze oren. Het is om gek van te worden. Dan wordt ons ineens iets duidelijk. Blijkbaar betekent ‘mý’ in het IJslands ‘mug’. En van dat ‘vatn’ hadden we al door dat het ‘meer’ betekent. Prachtig uitzicht, maar het is zo ontspannend als onderdompeling in een zwerm insecten. We trekken ons terug in ons hotel en zien de nacht aan de horizon als een laagvliegende storm opdoemen. In plaats van innerlijke rust te vinden, dreigen we de kolder in de kop te krijgen. De volgende dag zoeken we ongerepter terrein op, rijden over onverharde wegen, en de Cactus zorgt voor nieuwe verrassingen. Dankzij de extra rijhoogte is het rijgedrag prima, en zelfs als je wat te lichtzinnig wordt, weet ie raad met grote hobbels en kuilen. Denk dus niet dat je nooit het risico zult lopen je aan een snelheidsovertreding te bezondigen.

Hebben jullie toen de zoektocht naar de verrijkte chakra’s opgegeven?

Terwijl de kleine Citroën voorthobbelt wordt het uitzicht uitdagender. We rijden langs een grote heuvel over een pad dat niet veel meer voorstelt dan een karrenspoor in rode aarde, en we realiseren ons van het ene moment op het andere dat de Cactus in IJsland z’n ideale bestemming heeft gevonden. Welke auto is hier, in een landschap dat wisselend lijkt op dat van de maan of van Mars, beter op z’n plaats dan een auto die eruit ziet als het eerste maanwagentje? Net zoals bij het landschap komt dat door bestaande, natuurlijke elementen, maar die worden interessant door de wijze waarop ze worden toegepast – hoe simpel het onderliggende uitgangspunt ook was. Hij heeft z’n eigen, unieke stijl, al moet je daar in het begin wellicht even aan wennen. Maar bovenal voert ie alles terug naar de essentie, zonder daarbij doorsnee te worden. Daarboven, bij de top van de heuvel, laat IJsland zich ook zo zien. We maken een bocht, en voor ons strekt zich een weergaloos uitzicht uit. Vlak bij ons zitten vulkanische kieren waaruit zacht sissend stoom wordt geblazen. Ze worden omringd door glinsterende minerale afzettingen die variëren van oranje tot geel tot rood, en door de dampen in de lucht ontstaan her en der regenbogen die afsteken tegen de donkere contouren van de verre horizon. Het panorama spreidt zich uit als een schildering, gekleurd in ontelbare schakeringen. Dan blijkt dat je geen geneeskrachtige bronnen of technologie nodig hebt om tot rust te komen. Het enige wat je nodig hebt, is een fraai uitzicht en de tijd om daarvan te genieten. Simpel genot. Het voelt als vrijheid. Als rust. En de kleine, simpele Citroën Cactus heeft ons die rust uiteindelijk laten vinden.


Citroën C4 Cactus e-THP Feel



Prijs: NL € 19.190 / BE € 21.650 (Shine)

Motor: 1.190 cc driecilinder turbo, 110 pk @ 5.000 tpm, 205 Nm @ 1.500 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 9,3 s, top 188 km/u

Aandrijving: voorwielen, 5v handbak

Verbruik (gemiddeld): 4,6 l/100 km, 107 g/km CO2

Maten (l x b x h): 4.157 x 1.729 x 1.480 mm, 2.595 mm (wielbasis)

Gewicht: 1.020 kg

Reacties