De Bugatti Veyron cabriolet heeft een ongewone oplossing voor als het regent. Zijn de ontwerpers wel goed bij hun hoofd?
 
We hadden dus allemaal het dringende verzoek gekregen om ons bij The Lodge te vervoegen en daar stonden we dan op het gras, met krijsende zeemeeuwen boven ons, te wachten op wat komen ging. We hadden allemaal de prikkelende publiciteitsfoto’s van de nieuwe Bugatti Grand Sport gezien, maar we bevonden ons hier op de golfbaan van Pebble Beach om hem voor de allereerste keer in een koolvezeluitvoering te aanschouwen.
 
Waar we vooral naar uitkeken was het dak, of de afwezigheid ervan, dus daar draaide het praatje dat aan de onthulling voorafging dan ook om. Iemand zei dat het een opvouwbaar paneel was dat netjes onder de voorkap verdween, wat goedkeurend geknik opleverde. Een ander opperde dat hij achter de zittingen zakte, wat heel wat honend gesnuif teweegbracht. En weer een andere heer beweerde, tot algehele hilariteit, dat het dak een paraplu was. Ha, wat een idioot idee, een paraplu als dak voor de snelste auto ter wereld! Terwijl we grappen maakten over zoiets krankzinnigs, stapte Bugatti-baas dr. Frans-Jozef Paefgen (FJP) achter de microfoon en hij wist ons pas echt nieuwsgierig te maken.
 
Na alle opgewonden publiciteitspraat en wat toespelingen op een opvolger van de Veyron in 2012 – nog altijd superluxe, en geen goedkopere uitvoering – vertelde hij ons dat we niet één maar twee auto’s op het podium konden verwachten. Een paar opgetrokken wenkbrauwen van de Engelsen en wat armgezwaai van de Italianen later, bleek het allemaal niet veel voor te stellen.
 
Het geluid waarvan wij dachten dat het een generator was voor een of ander apparaat achter het clubhuis, bleek een Bugatti cabrio uit 1930 te zijn die het groene gras op kwam tuffen. Ik weet dat het vloeken in de kerk is, maar auto’s uit die tijd zijn net als baby’s: ze zien er allemaal hetzelfde uit. Deze was niet anders.
‘Ze hebben toch niet een van de portieren van de Veyron vastgelast, of wel soms? Nee, vast niet. Dat zou bijna net zo belachelijk zijn als een supercar met een parapludak’
 
Waar ging het om? Het open dak, uiteraard, maar ook het feit, waar FJP nogal wat tamtam over maakte, dat hij maar één portier had en daardoor ‘heel erg stijf’ was. O potverdorie, dachten we, ze hebben toch niet een van de portieren van de Veyron vastgelast, of wel soms? Nee, vast niet. Dat zou bijna net zo belachelijk zijn als een supercar met een parapludak.
 
Toen kwam de Grand Sport, begeleid door afschuwelijke chacha-loungemuziek, over het gras op ons afgeraasd om, nog steeds hevig hyperventilerend, tot stilstand te komen voor de onverminderd opgewonden FJP. Op dat moment, terwijl we zo’n tien minuten op weg waren, wilden we allemaal langzamerhand weleens weten hoe het dak functioneerde, hoe dat van invloed was op het gedrag van de auto, hoe duur hij was en hoeveel ervan zouden worden gemaakt, zodat we ‘m konden smeren en door de bodem van een champagneglas meer auto’s zouden kunnen bekijken.
 
In plaats daarvan diende dr. Techneut zich aan, die ons een masterclass Eromheenlullen begon te geven. In plaats van ons alles over het dak uiteen te zetten, vroeg hij ons of we de nieuwe led-koplampen hadden opgemerkt (nee) en de nieuwe diamantgepolijste wielen (evenzeer: nee). Misschien was het de jetlag die zich liet voelen, maar het was het enige dat we konden doen om niet te gaan roepen: ‘In hemelsnaam, man, het dak! Vertel ons over dat verdraaide dak!’
 
We hadden het een- of tweedeurs raadsel al opgelost omdat er aan beide kanten handgrepen zaten. Maar toen hij eindelijk bij de uitleg van de kap kwam, had hij nog een paar verrassingen in petto.
 
De eerste was dat het dakmechanisme van polycarbonaat helemaal handmatig is. Er is geen schuif-, kantel- of hefmechanisme te zien. Het is niet meer dan een enorme plastic plaat die door twee mensen verwijderd moet worden, waardoor bezitters het kunnen vergeten om hem te openen en te sluiten naar gelang hun stemming en het weer.
‘De topsnelheid van de Grand Sport even hoog ligt als die van de coupé (404 km/u) met het dak omhoog en 42 km/u langzamer met de kap omlaag’
 
Het ding kan zelfs nergens in of op de auto worden opgeborgen, dus je moet van huis gaan met de kap op z’n plek of de kap eraf – of dump hem in een vuilnisbak als de zon tevoorschijn komt en koop voor de volgende keer een nieuwe. (Als je voor de Grand Sport bijna 200.000 euro meer uitgeeft dan voor de standaarduitvoering van de Veyron, dan kun je je waarschijnlijk wel een paar nieuwe dakpanelen veroorloven.) Maar misschien is dat wel helemaal niet nodig. Nadat dr. Techneut ons verteld had dat de auto slechts 53 kilo meer weegt dan de coupé, en dat de hele voorruit en de kuip van carbonfiber opnieuw ontworpen moest worden om te komen tot wat ‘de stijfste cabrio ter wereld is’, en dat de topsnelheid van de Grand Sport even hoog ligt als die van de coupé (404 km/u) met het dak omhoog en 42 km/u langzamer met de kap omlaag, liep hij om de wagen heen naar de voorkant, deed de ‘kap’ open en haalde een zwarte zak te voorschijn.
 
‘Tonneau-dek?’ opperde iemand voor me. Maar voordat er kon worden gereageerd, werden we met stomheid geslagen door de aanblik die ons geboden werd. Dr. Techneut had het erover wat er zou gebeuren als je een ritje ging maken zonder kap en het begon te regenen. Onder het praten pakte hij de zak en begon iets te ontvouwen dat op een gereedschapszak van canvas leek.
 
Nee dus. Wacht even. Dit was geen gewone gereedschapszak. Er zat een grote stok in het midden en armen die zich uitspreidden en… o mijn god… het was verdikkie nog aan toe een rechthoekige paraplu! We lachten toegeeflijk, in de veronderstelling dat het allemaal een goede grap was. Wie beweert er dat Duitsers geen gevoel voor humor hebben, hè? De auto is dan wel stijf, maar zij zeker niet, et cetera, et cetera. Maar toen dr. Techneut naar de auto liep en probeerde om de paraplu aan de bovenkant van de voorruit te bevestigen, begon het tot ons door te dringen dat hij serieus was. Dit was het provisorische dak.
 
Hij vertelde dat de paraplu bij snelheden onder de 140 km/u niet zou wegvliegen, maar dit was voor ons het teken om het hele gebeuren op geen enkele manier meer serieus te nemen. Het was al absurd genoeg dat we op een golfbaan ergens in Californië stonden om te kijken hoe de snelste cabrio ter wereld tijdens de presentatie werd ondergescheten door de zeemeeuwen. Nu de grapjes feiten werden, konden we maar beter de plaat poetsen.
 
Later die avond vertelde iemand me dat deze auto, de eerste van 150 Grand Sports die vóór 2011 gebouwd zouden worden, was geveild voor 1,45 miljoen dollar (ongeveer een miljoen euro). Ik ving de naam van de nieuwe eigenaar niet op, maar één ding is zeker: hij kocht niet alleen maar ’s werelds snelste cabrio, hij kocht ook ’s werelds duurste paraplu. De koper heeft duidelijk heel veel geld, maar het valt te hopen dat hij beschikt over flink wat gevoel voor humor. 

Reacties

Meer van TopGear