Kijk niet verder dan de Aston Martin Rapide S en de Rolls-Royce Ghost om je reiskilometers zo aangenaam mogelijk te maken. Al heb je natuurlijk ‘aangenaam’ en ‘aangenaam’.

Als er op aarde één zekerheid bestaat, is het dit: James Bond komt nooit verder in het leven. De bekendste, minst geheime geheim agent ter wereld zal nooit in een rustige voorstad zijn zoontjes naar voetbal brengen, en hij zal nooit als krakkemikkig opaatje in een schommelstoel belanden. Hij zat overigens ook nooit als huilbaby in een kinderstoeltje te jengelen met een groentepapje op zijn gezicht. Hij was altijd de gesofisticeerde pre-midlife vlotterik die we allemaal kennen, en die fase zal hij nooit ontstijgen.

Het is dan ook nogal nutteloos – maar wel boeiend – om je af te vragen welke auto Commander Bond zou rijden als hij ervoor koos om het iets rustiger aan te doen. Zou hij behoefte hebben aan meer ruimte, om met zijn makkers onverminderd hard naar de schietclub te kunnen sprinten met een spannende soundtrack op de achtergrond? Of zou hij als geheelonthaaster op een gedempt bed van zacht leer door het leven willen glijden, klaar met alle hectiek? Het is lastig te zeggen, maar zeker is dat de twee auto’s die we hier hebben niet op zijn shortlist zouden misstaan; noch op die van anderen met een zakcentje, behoefte aan vier zitplaatsen en een sterke voorkeur voor Britse bevalligheid.

De Aston Martin Rapide, gezegend met dezelfde sappige lijnen als de legendarische DB9, grijpt je aandacht resoluut beet en laat niet los. Vervolgens streelt hij je netvliezen alsof het duttende puppy’s zijn. Er zijn de afgelopen eeuw een handvol auto’s gemaakt waarvan niemand kan (of durft te) beweren dat ze niet tot in elk visueel detail perfect zijn. De Ferrari 250 GTO, de Jaguar E-type, dat soort rijdende goden. De hedendaagse Aston Martin hoort er wat ons betreft ook bij; om het even welk model, eigenlijk. Al zou je kunnen stellen dat de Rapide de mooiste van allemaal is, vanwege zijn meer gestrekte lijn en daardoor ongelooflijk treffende proporties.

Onlangs zag Aston Martin zich genoodzaakt om de auto op een paar punten aan te passen en een ‘S’ achter z’n naam te zetten. Naast een paar verfijningen en een grotere, opvallende grille kreeg de Rapide ruim 80 pk extra en werd hij schoner en zuiniger, waardoor het inmiddels vier jaar oude model weer even mee moet kunnen. Met hetzelfde doel zijn ze op het Rolls-Royce-hoofdkwartier druk doende om een ingreep door te voeren bij – alles is relatief – hun meest bescheiden saloon. Ze noemen ‘m dan de Ghost Series II, en hij staat voor later dit jaar op de planning. Wij zetten de Aston in deze test nog naast een ‘originele’ Ghost, in een uitvoering die – het moet gezegd – doet vermoeden dat het in Goodwood de designers zelf zijn die de testauto’s voor ons als pers samenstellen.


Misschien is de Ghost niet dezelfde esthetische schoonheid toe te dichten als de Rapide, maar het is duidelijk dat ie een berg elegantie en stijl met zich meedraagt waar alleen met heel foute kleur- en materiaalkeuzes een deuk in valt te butsen.

We zouden graag geloven dat, mochten wij plots een paar euroton en het bestelformulier voor een Ghost in handen gedrukt krijgen, we in staat zouden zijn om een versie als deze samen te stellen, maar we vrezen dat het resultaat nog niet half zo geslaagd zou zijn. Omdat de mogelijkheden zo uitgebreid zijn, zelfs als je geen gebruik maakt van het oneindige Bespoke-personalisatieprogramma. Zo kun je standaard al voor alles in het interieur, van de handgrepen tot de hoedenplank, een aparte kleur specificeren. Wij zouden de verleiding niet kunnen weerstaan om bijvoorbeeld één zonneklep in knalgeel alcantara te laten uitvoeren – en die manier van denken is waarschijnlijk precies waarom wij nooit een Rolls-Royce zullen kunnen bestellen.

'Tussen de ultraluxe, over-de-top sedans zijn er geen twee te bedenken die verder van elkaar af staan'

Onze test-Ghost is donkerblauw metallic – sorry: Midnight Sapphire – en combineert dit met een wonderschone roestvrijstalen motorkap, roomwit en blauw leer, diep donkerblauw tapijt en de mooist mogelijke houtstrips. Het is een machine die in staat is je zodanig te biologeren dat je je leven uit het oog verliest en onverhoopt aan lager wal raakt, waarna je nog niet onder dwang van zeventien schuldeisers afstand van je Ghost zou willen doen. Oppassen dus: deze auto betovert je.

In z’n balzaal van een interieur zakt elke gram stress uit je lichaam ogenblikkelijk in de dikke lamswollen vloermatten. Dit is niet eens de versie met verlengde wielbasis, en nu al weten we van gekkigheid niet wat we met al die ruimte aan moeten. Achterin zet je een glaasje champagne op een van de glimmende uitklaptafeltjes, strek je je lijf en laat je je rug bewerken door de massagestoel. Voorin doe je hetzelfde, maar dan natuurlijk zonder champagne, want daar komt er nog een kleine, triviale en moeiteloze taak genaamd autorijden bij kijken.

De verbluffende motor is een indrukwekkend staaltje Duits vernuft met Britse manieren. Als een toegewijde dienaar blijft de 6,6-liter twinturbo V12 op de achtergrond en doet hij zijn werk fluweelzacht en in volmaakte stilte; tenzij je hem plots gebiedt wat oproer te veroorzaken om het feestje op gang te krijgen. De Ghost is snel, echt belachelijk snel, en voelt nog veel sneller aan door z’n enorme omvang en gewicht. Accelereren in deze auto is een evenement; bochten zijn een noodzakelijk ongerief, die de rust en het evenwicht in je perfecte wereldje licht verstoren. Oh, de Ghost neemt ze met verve, maar de bocht in leunend met het dunne stuur in je handen merk je dat hij liever zo snel mogelijk weer overgaat tot z’n hoofddoel: het doortastend opkloppen van je welzijn.


De Aston maakt het je ook graag naar de zin, maar gebruikt daar heel andere middelen voor. Duw de glazen sleutel in het dashboard, en z’n 6,0-liter V12 springt aan met een blaf en een brul, wat allerlei moeilijk te duiden tintelingen laat sidderen in je zonet nog door de Rolls gesuste ruggengraat. Gevormd door de sportstoel, dorpel en middentunnel bemerk je geen ruimte: je bent omsloten, deel van het geheel. In deze smaakvol aangeklede Rapide voelen we ons als een honkbal, zojuist gevangen in een geurige, kastanjebruine handschoen. Met het verschil dat we de spannende, snelle vlucht nog gaan meemaken.

In de Aston is alles hard. Je drukt op stevige knopjes, trekt aan koude metalen flippers en leunt tegen dingen die niet meegeven. Onder dit leer huist graniet, geen dons. Het is de manier van de Rapide S om je te betrekken bij het avontuur. Er zijn comfort- en sportinstellingen voor zowel de aandrijflijn als het onderstel, maar je kiest voor sport, altijd en overal: omdat dat is hoe het in deze auto moet zijn.

Achterin zitten? Natuurlijk kan dat, maar verwacht niet dat de Aston je behandelt als een passagier. Videoschermpjes, knopjes voor de airco: ze zitten er, maar enkel voor de vorm. Ook medereizigers zullen horen en voelen en zich fysiek moeten inzetten. Magneten houden leren lusjes paraat tegen de b-stijlen, klaar om door hen vastgegrepen te worden, terwijl ze zich schrap zetten met hun knieën en zich bukken om hun hoofd niet te stoten. Ze worden niet vervoerd: ze raken in vervoering.

Jaag de Rapide op, en je ontwaart een geestdrift en een agressiviteit waarvan je niet had kunnen bevroeden dat hij het in zich had. Natuurlijk, je wist dat hij snel was, maar het blijft toch een gentleman? Hij nipt toch van zijn thee en excuseert zich als hij naar het toilet moet? Vergeet het: dring erop aan, en de Aston spuwt bocht en doet zijn behoefte waar het hem goeddunkt.

De Veluwe schrikt op wanneer de Rapide zich bulderend door de bossen beweegt. Het onbeschrijflijke gehamer van de V12 resoneert tot in je longen wanneer je opschakelt en je opnieuw klaarmaakt voor een salvo van geweld en verderf. Je zit laag, je voelt het asfalt en de snelheid waarmee het onder je door schiet. Dan vertel je de Aston subtiel – door twee keer een knop ingedrukt te houden – dat hij je niet hoeft bij te staan in wat je nu gaat doen. De weg buigt zich, en er is niemand in de buurt. Je draait aan het dikke stuur, voelt het gewicht zich verplaatsen, en je tikt het gaspedaal aan. De Rapide begint te dansen – een wilde, rokerige dans – en hij volgt je impulsen als een vlieger in de wind.

Tussen de ultraluxe, over-de-top sedans zijn er geen twee te bedenken die verder van elkaar af staan dan de Rolls-Royce Ghost en de Aston Martin Rapide S. In de ene vind je de ultieme ontspanning, de andere is een volbloed supercar-spektakel met plek voor toeschouwers. Buiten de pure klasse die van ze afdruipt, zijn ze in niets te vergelijken. Kiezen tussen deze twee is als kiezen tussen feesten of slapen: allebei heerlijk.

Voor ons kan er uiteindelijk maar één uitkomst zijn. Hoezeer we de Ghost ook begeren, hoe intens we ook van ‘m hebben genoten in druk verkeer, op snelheid, overal; we kunnen er onmogelijk de slopende geneugten van de Rapide S voor laten schieten. Leg ons de twee sleutels van deze meestermachines voor, en het is de Aston die we meenemen. Dat zijn wij. Al denken we dat een bepaalde geheim agent het – puur hypothetisch dan – met ons eens zou zijn.


Aston Martin Rapide S



Prijs: € 270.234 (NL) / € 192.793 (BE)

Motor: 5.935 cc, V12, 558 pk @ 6.750 tpm, 620 Nm @ 5.500 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 4,9 s, top 306 km/u

Aandrijving: achterwielen, 6v automaat

Verbruik (gemiddeld): 14,2 l/100 km, 332 g/km CO2

Maten (l x b x h): 5.020 x 2.140 x 1.350 mm, 2.989 mm (wielbasis)

Gewicht: 1.990 kg





Rolls-Royce Ghost



Prijs: € 346.000 (NL) / € 277.423 (BE)

Motor: 6.592 cc, V12 biturbo, 570 pk @ 5.250 tpm, 780 Nm @ 1.500 tpm

Prestaties: 0-100 km/u in 4,9 s, top 250 km/u (begrensd)

Aandrijving: achterwielen, 8v automaat

Verbruik (gemiddeld): 14,0 l/100 km, 327 g/km CO2

Maten (l x b x h): 5.399 x 1.948 x 1.550 mm, 3.295 mm (wielbasis)

Gewicht: 2.335 kg

Reacties