Een Volvo is altijd een verstandige auto voor verstandige vaders die veilige dingen doen. De nieuwe V70 is er voor die mannen. En hij is er voor vrouwen die van dergelijke mannen houden.
 
Na de Tweede Wereld-oorlog diende zich in Zweden een uit Amerika overgewaaide modelvariant aan: de stationcar. In 1953 kwam Volvo met de Duett. Of je ‘m nu Estate, Combi, Touring, Break, Variant of Wagon noemt, het principe is simpel: ruimte voor mensen én hun bagage. En hoewel we echt niet alle dagen van de week een gezelschap met hun koffers naar het Centraal Station hoeven te brengen, werd dit modeltype in de afgelopen decennia een hype. Gaandeweg verdween het gebruiksgemak zelfs een beetje naar de achtergrond en kochten kopers een stationcar omdat ‘ie domweg appelleerde qua design. Volvo werd heer en meester, want na die Duett volgden een Amazon Kombi (1962), de 145 (1967), de 245 (1974), de 740 (1985), 940 (1990), de 850 (1995) en twee generaties V70 vanaf 1996.
 
En nu is er dus de derde generatie V70. Het is frappant dat Volvo de designknuppel de afgelopen jaren in het hoenderhok heeft gegooid. De eerste modellen waren kaarsrecht getekend alsof de ontwerpers alleen maar over linialen beschikten. Eigenlijk is dat pad pas verlaten met de vorige generatie V70 (1999) die de voor Volvo karakteristieke schouderpartij meekreeg: de welvingen in de flanken die voor een extra robuuste uitstraling zorgen. Maar waar Volvo in het verleden koos voor geleidelijkheid, is met de nieuwe V70 een forse, on-Zweedse versnelling ingezet. Dat geldt voor het interieur, dat geldt voor het exterieur. Het is overigens een zeer bewuste keuze van Volvo. De ‘oude’ V70 loopt nog een tijdje mee in het gamma en zal zeker kopers blijven trekken die de nieuwe iets teveel van het goede vinden.
 
Aan de voorzijde zijn de wijzigingen subtiel en moet je er een vorige V70 naast zetten om de verschillen te constateren. Maar aan de achterzijde hebben de ontwerpers zich uitgeleefd. En we zeggen met nadruk ontwerpers, want het lijkt wel of er een compleet bataljon is opgetrommeld om ergens een lijn te zetten. Hoewel ze de merknaam nu over de volle breedte hebben uiteengetrokken, is de nieuwe V70 nauwelijks meer herkenbaar als een Volvo. Wij zagen een collega in de verte rijden en meenden een Mitsubishi Galant te zien rijden…
Dan ineens weten de marketeers van Volvo ‘dat maar liefst de helft van alle V70-kopers geen gezin met kinderen heeft’
 
Ook in het interieur heeft Volvo het zaakje op de schop genomen. Verdwenen is de stevige middenconsole die in het vorige model een beetje cockpitachtig naar de bestuurder wees. Daarvoor in de plaats zit nu een ultraplat paneel met daarachter een gapend gat waar je voornamelijk spullen uit het oog verliest. Deze vondst van de Nederlandse ontwerper Fedde Talsma (hoezo Scandinavisch design?) ziet er weliswaar fraai uit, maar de vraag is welk doel deze vinding dient. Voor het overige blinkt het interieurdesign uit in ergonomische functionaliteit. Enig minpunt is het scherm van het optionele navigatiesysteem dat scheef uit het dashboard steekt en zover voorover leunt dat het zich lijkt te schamen voor de getoonde kaart. Het zal met lichtinval te maken hebben, maar andere fabrikanten lossen dat fraaier op. En, oh ja, de wijzers van snelheidsmeter en toerenteller komen vanachter een centrale schijf tevoorschijn en laten daarbij slechts hun uiteinden zien. De afleesbaarheid zou beter kunnen.
 
Meer goed nieuws vinden we achterin de V70. De achterbank kan (optioneel) worden geleverd met geïntegreerde zitjes voor kinderen vanaf drie jaar. En van de bagageruimte heeft Volvo serieus werk gemaakt. Allereerst is er een groot luik dat met hydraulische dempers omhoog scharniert. Eronder vind je plek voor je laptop als je tenminste je V70 niet laat voorzien van het (wederom optionele) Dynaudio-systeem, want dan zit daar een forse booster. Volvo heeft goed over dat luik nagedacht: het wordt elektronisch afgesloten, dus inbrekers zullen teleurgesteld afdruipen. Ook is er een slim bagagenet dat je op allerlei manieren kunt bevestigen, zelfs als je ook nog een Labrador wil meenemen.
 
Toch zouden we de V70 tekortdoen als we ‘m alleen maar als verstandige en praktische pakezel beschouwen. Volvo heeft voor de V70 nu namelijk de nieuwe drieliter zescilinder beschikbaar. Kleiner dan zijn 3,2-liter soortgenoot, maar mét turbo. En dan zouden alle verstandige vaders toch echt even moeten fronsen. Dan ineens weten de marketeers van Volvo ‘dat maar liefst de helft van alle V70-kopers geen gezin met kinderen heeft’. Die motor is een gigant en dan doelen we op zowel zijn prestaties als zijn verbruik. Volvo denkt gemiddeld 1 op 9 te kunnen halen, maar de boordcomputer liet tijdens onze rit angstaanjagend hogere verbruikswaarden zien.
 
Wat dan weer wel uiterst verstandig is: de wegligging. Voor het onderstel is wederom een Nederlander – Egbert Bakker – verantwoordelijk en die heeft uitstekend werk geleverd. De nieuwe zescilinder krijgt standaard vierwielaandrijving mee en dus vindt het overvloedige vermogen altijd voldoende houvast op het wegdek. Ook de rechtuitstabiliteit is zodanig overtuigend dat je slechts door windgeruis wordt geattendeerd op snelheden van meer dan 200 km/u.
 
Natuurlijk staan we ook nog even stil bij een traditionele kwaliteit van Volvo: veiligheid. De kinderveiligheid is verder verbeterd door de genoemde geïntegreerde kinderzitjes, in combinatie met langere gordijn-airbags die lager reiken. Ook is er ‘Collision Warning’ met een remassistent, maar daar onderscheidt Volvo zich al lang niet meer mee. Maar kijk eens naar hoelang de 940 het heeft volgehouden…

 

Reacties

Meer van TopGear