Een Toyota koop je weloverwogen, met je gezond verstand, niet omdat je ‘m moet hebben. Meer met je hoofd dan met je hart, dus. Voor geen Toyota geldt dat meer dan voor de Avensis. Of zouden ze in de nieuwe stiekem wat passie hebben gestopt? Rij met ons mee in de Toyota Avensis TS 1.6 D-4D-F.

Het is maar net waar je voorkeur ligt. De één heeft het liefst een partner die lief, zorgzaam en betrouwbaar is en fantastisch kan koken, de ander liever een die bloedmooi is, waarmee je vooral veel lol kunt beleven en waarmee geen dag op de voorgaande lijkt. Is de één beter dan de ander? Natuurlijk niet – het hangt gewoon van je prioriteiten af.

En dat geldt ook in de auto-industrie

Zo zullen wij de laatsten zijn om te beweren dat ze bij Toyota geen passie voor auto’s hebben. Hun passies liggen alleen op net wat andere vlakken dan bij ons. Kwaliteit, betrouwbaarheid, zuinigheid, functionaliteit – daar gaan de ware Toyota-harten harder van kloppen. Wij hebben weer meer met fraaie lijnen, fonkelende prestaties en ‘karakter’, zaken die bij Toyota noodgedwongen (je kunt nu eenmaal niet op alles letten) tweede viool spelen.

Toch, zeker gezien de heerlijke GT86 en de vrolijke dwerg Aygo, blijven we bij elke nieuwe Toyota hopen op ‘beleving’, rijplezier, lol – zelfs bij de nieuwste versie van Toyota’s meest berekende model, de Avensis. Het is een typische zakenauto die door leasemaatschappijen op handen wordt gedragen. Kapot gaat ie niet, onderhoud is spaarzaam nodig en goedkoop, en de restwaarde is hoog: allemaal zaken waar de krentenwegers enorm gelukkig van worden. Degenen die ‘m leasen ook, want door dat soort dingen blijft het leasebedrag vriendelijk.

En zelfs de berijders zijn grosso modo blij met ‘m, omdat ie niet kapot gaat, comfortabel is en genoeg ruimte biedt. Dat wat saaie uiterlijk? Als ze iets sexy’s hadden gewild, hadden ze wel iets anders gekozen – een Avensis wordt vooral bereden door mensen wiens primaire eis is dat een auto zonder al te veel gezeur van a naar b gaat. Punt. Je kunt zeggen van een Avensis wat je wilt: dat doet ie. Altijd. En nog een punt.

Wat is er nieuw aan deze Avensis?

Met dat in het achterhoofd lopen we een rondje om de nieuwe Avensis Touring Sports, zoals de station inmiddels heet. Het is onmiskenbaar een Avensis; kan ook niet anders, want in principe is dit eerder een wat uit de hand gelopen facelift dan een geheel nieuw model – dat komt pas over een jaar of twee, drie.

De nieuwe neus, bereid volgens Toyota’s nieuwe familierecept, staat ‘m bijzonder goed. De glimmend zwarte bumper die onder de carrosserie vandaan komt, een beetje als een acteur die door het gesloten doek alvast het theater in gluurt – leuk gevonden. De nieuwe koplampen, met led-dagrijverlichting, geven ‘m ook nog eens een stukken dynamischer voorkomen dan z’n wat anonieme voorgangers. Het profiel is minder gewijzigd, anders krijgen voormalige Avensis Wagon-rijders een cultuurshock en dat moeten we niet hebben. Die zullen ze ook niet krijgen van de achterkant, waar zaken als dat typerende verdiepinkje onder de achterruit gewoon zijn gebleven. De achterlichtunits zijn wat slanker geworden, de chroomstrip loopt nu door het logo heen, maar over het geheel genomen is het vooral een Avensis – niets mis mee.

Zijn er grote veranderingen in het interieur?

Binnenin ging de boel wat steviger op de schop, zonder heel woeste paden te bewandelen. De aandacht wordt vooral getrokken door een groot touchscreen in het midden. Het is aan weerszijden geflankeerd door een paar drukknoppen en twee draai-exemplaren. De klimaatbehandeling heeft zijn eigen sectie daaronder. Achter het stuur zie je twee kokers en een schermpje ertussen met de informatie. Denk dan aan radio, navigatie, boordcomputer, et cetera. Oftewel, informatie die je op dat moment wilt hebben.

Simpeler wordt het niet en dat is ook wel eens prettig. Je hoeft zelden of nooit lang te zoeken naar wat je nodig hebt. Alles werkt bovenal uitstekend en snel, en dat zijn allemaal zaken die vanzelfsprekend lijken maar het door de innovatiejacht van sommige fabrikanten lang niet altijd zijn. De afwerking is in orde zonder nieuwe normen te stellen; je komt hier en daar heus nog wel wat goedkoop overkomende plastics tegen, maar door de bank genomen: oké.

De ruimte is zowel voorin, achterin als in de bagageruimte zeer toereikend. Ook hier geen benchmark-gedoe, maar gewoon goed. De stoelen zitten prima – iets meer steun hier en daar was welkom geweest, maar een Avensis koop je toch niet om ‘m van links naar rechts door een bocht te jakkeren en dan is dit prima. Het vinden van de ideale zitpositie is iets lastiger: daarvoor is het stuur niet voldoende verstelbaar. Zeker geen drama, maar toch.

Welke motor ligt er in jullie testauto?

In onze Avensis ligt de motor waar Toyota het meest van verwacht: een 1,6-liter diesel die van BMW afkomstig is (uit de vorige Mini, bijvoorbeeld). De 112 pk aan vermogen en 270 Nm koppel die hij levert, zijn voor een auto van de grootte van de Avensis maar net toereikend. Je doet er 11,4 seconden over om 100 km/u te bereiken en haalt maximaal 180 km/u. Nu is de Avensis sowieso geen auto om haast mee te hebben, maar deze motor is de nekslag voor elke vorm van sportieve inspiratie.

Die Freude am Fahren die je van een BMW-motor verwacht, is niet eens ver te zoeken: die is gewoon compleet afwezig. Dit ding doet wat ie moet doen en daarmee klaar. Stil is hij wel, opmerkelijk stil zelfs, en daar zal menig Avensis-rijder terecht vrolijk van worden. En zuinig: 4,2 l/100 km is de opgave. Dat komt neer op een uitstoot van 108 g/km en dus (nog even) 20 procent bijtelling. De paar gram die er nog af moeten om ook volgend jaar te profiteren, vinden ze vast wel.

Conclusie?

Rijden doet onze Toyota Avensis TS 1.6 D-4D-F bijzonder comfortabel. Vering en demping zijn iets aangepast waardoor de nadruk nog iets meer op het opeten van kleine hobbeltjes is komen te liggen. De besturing is uitstekend: licht, maar niet van gevoel gespeend. Schakelen: prima. Het is allemaal niet grensverleggend, maar wel gewoon goed. Pluim ook voor de altijd-standaard veiligheidselektronica (onder meer rijbaan-assistent, verkeersbordherkenning – die er wel eens naast zit – en ‘je gaat wat hard op je voorligger af’-waarschuwing, die nu eens niet elke keer begint te brullen als het niet nodig is).

Zo is er niet één reden die we kunnen bedenken om de Avensis niet te kopen. Maar er is er ook niet één om het juist wel te doen. ‘Jawel,’ zei een Toyota-meneer: ‘de restwaarde!’ Daar kunnen wij nou weer helemaal niets mee. Als we de keuze hebben tussen een iets hogere inruilprijs of een jaar of vier echt rijplezier? Dan weten we het wel.

Toyota Avensis Touring Sports 1.6 D-4D-F Lease Pro


Motor
1.598 cc
viercilinder turbo
112 pk @ 4.000 tpm
270 Nm @ 1.750 tpm

Aandrijving
voorwielen
6v handbak

Prestaties
0-100 km/u in 11,4 s
top 180 km/u

Verbruik (gemiddeld)
4,2 l/100 km
109 g/km CO2
B-label

Afmetingen
4.820 x 1.810 x 1.480 mm (l x b x h)
2.700 mm (wielbasis)
1.465 kg
60 l (diesel)
543 / 1.609 l (bagage)

Prijzen
NL € 34.850 (20%)
BE € 32.080 (Business Plus)

VONNIS
Laat nergens steken vallen (oké, de motor is maar nét aan), maar blinkt ook nergens in uit. Een typische auto voor de hoofdrekenende niet-liefhebber, maar laten we wel wezen: daar zijn er meer dan genoeg van. Anderen kopen lekker iets anders

Reacties