Sommige conceptcars zijn dermate vreemd dat je ze niet op de openbare weg verwacht. Daar had Nissan geen boodschap aan.
 
Op de autosalon van Genève onthulde Nissan in 2009 een conceptcar met de flitsende naam Qazana. Het was een hoog op de poten staande crossover met een futuristisch uiterlijk en schitterend interieur. Bijzonder was ook het ontbreken van een b-stijl en de tegengesteld openslaande achterdeuren – ook wel zelfmoorddeuren genoemd, à la Rolls-Royce – waardoor ie veel weg had van een hip maanvoertuig. Een leuke vingeroefening van Nissans ontwerpers, dachten wij – de uiteindelijke uitvoering zou toch wel een gekrompen Qashqai worden.
 
Niets daarvan. De stoere naam werd veranderd in Juke, de deuren en het interieur werden ‘genormaliseerd’ en de allerbuitenaardigste lijnen verdwenen. Maar het eindresultaat is opmerkelijk. Het houdt het midden tussen een brave gezins-SUV en een ruige terreinbuggy. Voor een over het algemeen conservatief merk als Nissan een gedurfd ontwerp.
 
Maar is Nissan eigenlijk nog wel conservatief te noemen? Zijn we niet blijven steken in verouderde gedachten aan Almera’s? Kijk even achterin onze koopgids en je treft modellen als de Qashqai (leuk), 370Z (borsthaar!) en GT-R (meest betaalbare supercar van dit moment) onder de N van Nissan aan.
 
En wat dacht je van de Cube? Je moet het mooi vinden; conservatief is het zeker niet. Natuurlijk, de Pixo, Micra en Note zijn braaf, maar bedoeld om volumes te verkopen. Dan red je het niet met een extravagant ontwerp. Of wel? De Juke is namelijk ook een zogenaamd volumemodel, maar van een braaf ontwerp kun je niet spreken.
 
Kijk zelf. Zeker wanneer je ze vanaf oktober op de weg zult zien rijden, zul je je verbazen. Hij oogt heel gedrongen en hoog, en daardoor ook best groot, terwijl ie met een lengte van ietsje meer dan vier meter eerder tot de kleintjes behoort. Qua prijs behoort ie echter niet tot de kleintjes. De goedkoopste kost je 18.900 euro (in België 16.550 euro) en daarvoor krijg je een 1.6 met 117 pk. Daar koop je ook Volkswagen CrossPolo voor, om maar eens een anti-designvoorbeeld te noemen.
 
Wij testen de 190 pk sterke 1.6 DIG-T met vierwielaandrijving en (CVT-)automaat: dat zou een hitsig, turboaangedreven autootje met veel grip moeten opleveren. Dat klopt slechts ten dele. Met een gewicht van 1.441 kilo en die CVT-bak als pk-slurper, is het niet bepaald een snelheidswonder. Sterker, het lijkt wel of die automaat pakweg een derde van het vermogen weg snoept terwijl ie bij stevig doorrijden het geluid van drie Jukes produceert. Daarnaast schakelt de bak traag, dus als we je alvast een advies mogen geven: neem een handbak. Het nadeel daarvan is dat de versie met handbak niet leverbaar is met vierwielaandrijving en dat zorgt nou net voor een fijne wegligging.
 
Even wat cijfers van die 190-pk versie: van 0 naar 100 doet ie in 8,4 seconden (de handgeschakelde, tweewielaangedreven versie heeft daar 8,0 seconden voor nodig) en de topsnelheid is 200 km/u (tegen 215 km/u voor de ander). Het koppel bedraagt bij beide versies 240 Nm. Geen verschillen waarvan je echt wakker zult liggen, maar toch.
 
Het vermogen waarover je kunt beschikken, valt dus tegen, ondanks de op papier goed klinkende 190 pk. De weglegging is met de permanente vierwielaandrijving (verdeling 50/50) erg goed. Dankzij het Torque Vectoring Systeem dat het koppel tussen de voor en achterwielen kan verdelen, en tussen de achterwielen onderling – op basis van gemeten snelheid, stuurhoek, G-krachten en rotatie van de auto (om een denkbeeldige as) – kun je gerust stellen dat de Juke goed aan de weg kleeft.
 
Natuurlijk, als je normaal rijdt, merk je niks van die systemen en gaat alles lekker comfortabel. Maar als je de vierwielaangedreven Juke flink op de proef stelt, geeft ie geen krimp. De tweewielaangedreven versie (voorwielen) die we ook even reden, heeft aanmerkelijk meer moeite met onze dolle stuurmanscapriolen, maar geen huisvader die het in z’n hoofd haalt om zo te rijden.
 
Terug naar de CVT-uitvoering: met een prijs van 31.700 euro (in België 25.150 euro) is de dikst uitgevoerde Juke niet echt een koopje. Je hebt dan wel 17 inch lichtmetalen velgen, zes airbags, een radio/cd-combinatie met Bluetooth- en usb-aansluiting, een uitgebreide boordcomputer (met G-krachtmeter!) met navigatiesysteem, klimaatcontrole en achteruitrijdcamera, maar voor die prijs mag dat ook wel. Je kunt er ook een ‘kale’ Golf GTI voor kopen.
 
Met de goed geprijsde en ruime Qashqai schoot Nissan midden in de roos bij leaserijders en particulieren die op zoek zijn naar een ruime, no-nonsense SUV-achtige. De Juke is wat extravaganter en biedt zeker in het prijssegment onder de Qashqai een goed alternatief in het steeds groter wordende segment voor kleinere, hippe auto’s als de Alfa MiTo en Giulietta, de Mini Clubman of Countryman, en niet te vergeten de Audi A1. Maar de prijs voor een goed aangeklede versie maakt ‘m nu niet meteen een voor de hand liggende keuze.
 
Is er een reden waarom je de Juke toch in je overwegingen moet meenemen? Toch wel. De binnenruimte is meer dan goed in deze klasse, de afwerking van het interieur is van goede kwaliteit – al zijn hier en daar goedkope, harde plastics verwerkt – en bovendien speels zonder kinderachtig te worden. En bovenal: het is een Nissan. Dat laatste gegeven staat garant voor een uiterst betrouwbare auto en dat telt door in de leaseprijs en (daaraan gekoppelde) inruilprijs. De vraag is of dat genoeg is om er veel van te verkopen.
 
We denken van niet. De Juke zal vooral bijdragen aan een dynamischer en aantrekkelijker imago van het merk Nissan. De doorsnee koper zal het uiterlijk misschien toch iets te opvallend vinden en de prijs net iets te stevig. Dat kun je ook als een kans zien.

Reacties

Meer van TopGear