Mini heeft de Cooper S naar een cursus etiquette gestuurd. De Mégane RS is terug van het heropvoedingskamp. Wie heeft de hete-hatch-puzzel opgelost?

Vijf minuten in de Mini John Cooper Works is voldoende. Vijf minuten, en de opluchting verwarmt me als een koesterend lentezonnetje: dit is een oneindig veel betere auto dan de vorige Mini, die John Coopers naam onwaardig was. En ik ben bang, stoere kerels van de opvatting ‘ze-maken-ze-niet-meer-zoals-vroeger’, dat de verjongingskuur geheel op conto van de techniek te schrijven valt.

Ketterij? Nee. Hete hatches worden geacht speels maar handelbaar te zijn, maar de oude JCW bruiste als een Mentos in een glas cola light. Onrustig en hyperactief als ie was, koppel-stuurde hij wild, en wat ie te kort kwam wat betreft ophanging bood ie te veel aan vermogen. Dus hoe krijg ik het in godsnaam voor elkaar om in deze nieuwe auto, die nog weer 20 pk extra levert, niet over de weg te hinkelen?

Kom op, adaptieve ophanging, laat je zien! Kras genoeg is het een optie die zo’n 350 euro kost, maar ik garandeer je dat het het best bestede geld aan je JCW zal blijken. De mogelijkheid om wat meer of wat minder demping af te stellen om de tractie bij te staan, dat is nou precies waar de JCW een schreeuwende behoefte aan had.

Bij het remmen is ie nog steeds overactief – toen ik op de Oostenrijkse Red Bull Ring heuvelaf de verraderlijke Rauch-bocht in ging en hard op de rem ging staan, schoot mijn blik heen en weer door de zijraampjes.

Het duivelse gedrag van de oude Mini is niet helemaal verdwenen, maar ik vind het geweldig dat het nog steeds ergens sluimert, klaar om alles lekker in het honderd te sturen. Waarschijnlijk omdat ik verbaasd was dat de remmen überhaupt in staat waren om die lelijk afgesneden neus van de JCW omlaag te drukken. De laatste keer dat ik op een circuit in een Cooper S reed, hielden de remmen het op het bescheiden, bochtige baantje welgeteld twee rondjes uit. De JCW presenteert zich met robuustere remmen, niet met een soort in thee gedoopte mariakaakjes. Dat mag ook wel, voor een basisprijs van bijna 40.000 euro – dik 33.000 euro in België.

En deze hier? Een paar duizend euro meer, dankzij extra’s die je niet wilt. De sportstoelen hebben showroom-appeal, maar na een halfuur laag zitten in de met geblokte-vlagaccenten opgeleukte cabine leveren de harde rugleuning en het gebrek aan zijwaartse steun het schreeuwende bewijs van het gebruikelijke vorm/functie-probleem van de Mini. Verder: kleine, hete hatches zouden nu eenmaal geen automatische versnellingsbak moeten hebben. De zesbak in deze JCW is prima – hij gedraagt zich keurig in de stad en is zodanig afgesteld dat je gestraft wordt met een schaamtebuffer van de toerenbegrenzer in geval van te langzaam optrekken. Maar, kom op zeg, een automatische super-Mini? Alle Mini’s kunnen bogen op een fantastische handbak – soepel, secuur en in volmaakt samenspel met de pedalen. Een automaat met kunststof flippers waarmee je niet razendsnel kunt terugschakelen zonder erbij na te denken, berooft de JCW van een belangrijk deel van z’n agressieve karakter. Hij voelt gemuilkorfd aan. Ironisch, voor zo’n schreeuwlelijk.

Tweehonderdeenendertig pk’s bieden meer dan genoeg afleiding. Vreemd dat een hete hatchback, en dan ook nog een Mini – ongetwijfeld van alle auto’s die met de jeugdigste uitstraling – me zo’n oud gevoel geeft. Het lijkt me nog niet zo lang geleden dat de VW Golf R32’s en de Subaru Impreza’s zo rond de 230 pk zaten.

De brandstof die overblijft nadat de JCW klaar is met het afvuren van koolwaterstof in de uitlaatpijp voor ploppend en knallend vuurwerk, zorgt voor een robuuste koppelpiek van 1.250 tpm. Allemachtig, wat is het on-demand ritme aangenaam. Het is bijna ongelooflijk wat een supermini je vandaag de dag showroomvers aan prestaties biedt. Deze Mini gaat 0,8 seconde sneller van 80 km/u naar 120 km/u dan een standaard Porsche 911 Carrera.

‘De Mégane rondt de bochten als een autootje op een Scalextric-racebaan’

Het kost ietsje meer tijd om de kwaliteiten van de Mégane Trophy-R op waarde te schatten. Druk om te beginnen op dat lullige, nietszeggende RS-knopje dat boven je rechterknie zit. Vergeet je dat, dan valt het gaspedaal terug naar een eco-zompige sluimer, terwijl er een magere 250 pk op de 19 inch Speedline-wielen wordt overgebracht. Druk je wel op die knop dan ondergaat de Mégane een gedaantewisseling. Je wordt onthaald op 273 pk en een messcherp gaspedaal. Nu kan het echte werk beginnen.

Het is vreemd dat de Mégane ook die bedaagde instelling heeft behouden, terwijl het zo’n uitzonderlijke uitvoering is. Hij heeft geen achterbank (20 kilo minder), geen geluidsisolatie (-21 kilo), geen airco (-6 kilo, maar dat voordeel vermindert langzaam, gezien mijn doorweekte rug) en een duo doelmatige Recaro-kuipstoelen (-22 kilo). Jammer dat ze in Dieppe niet nog een paar kilo’s hebben beknibbeld door die beruchte hoge stoelonderstellen te verlagen.

De Renault ziet er niet uit als een auto van ruim 50.000 euro. De ouderwetse cabine is goedkoop en afzichtelijk. De buitenkant zit volgeplakt met allerlei prullerig sticker­spul. Je moet echt zoeken naar waar het geld dat je had kunnen uitgeven aan een tweedehands Boxster of een M135i in dit geval aan is besteed.

Je zou op je knieën kunnen gaan zitten en een blik werpen op de Öhlins-schokdempers, op de lichtgewicht composietveren, je oog kunnen laten vallen op de kale Michelin Cup 2-banden, of even kunnen kijken naar de uitlaatmantel van koolstofvezel, voorzien van het merkteken van de Poolse uitlaatexpert Akrapovič.

Of je zou kunnen ophouden met op je knieën rond te kruipen, je door de wirwar aan gordels wurmen en ‘m eens flink op z’n donder geven. De Trophy-R moet op stoom komen, heeft toeren nodig, vraagt om interactie – maar dan beloont hij je met een hemelse rijervaring.

Voor mij vormen het zicht naar achteren, over de stutbeugel naar het permanent smerige achterraampje (geen ruitenwisser, –1 kilo), en alle andere beknibbelingen op het gewicht niet de essentie van de Trophy-R. Het afstrippen heeft hier niet zo rigoureus plaatsgevonden als bij de sublieme oude R26.R – geen motorkap van koolstof dit keer, en een volledige uitrusting aan airbags.

Nee, het cruciale onderdeel aan deze hete hatch die ontdaan is van zijn Zwitserse-legermes-multifunctionaliteit is het mechanische sperdifferentieel. Het bepaalt z’n hele rijgedrag – de vooras is een mechanische rattenvanger, die onbewogen het door jou gekozen rijtraject aan de rest van de auto oplegt, waarbij hij het vermogen aflevert met bewonderenswaardig weinig nadelige gevolgen voor het elektrische sturen. Je richt het rode streepje boven aan het alcantara-stuur op het midden van de bocht zoals een scherpschutter door zijn vizier kijkt. De Mégane zoeft met zijn semi-slicks gedwee over het wegdek en rondt de bochten als een autootje op een Scalextric-racebaan.

Waar ik dol op ben en nooit genoeg van krijg, is het gemak waarmee de Trophy-R de input van de bestuurder vertaalt in pure snelheid, terwijl hij meeslepend, opwindend en sprankelend blijft. Nu het spook van onderstuur is uitgebannen, kan ik voluit gaan, en het is heerlijk om te ontdekken tot welke soepelheid de versnellingspook in deze ultramoderne klassieker is gerijpt. Ik zorg ervoor dat de hese ademhaling van de motor nooit beneden de 3.500 tpm duikt.

Laat er geen misverstand over bestaan: de nieuwe Mini JCW is een fantastische, kleine hete hatch, en ik ben dolblij dat ie lessen van z’n losbandige voorganger heeft geleerd. Naast de echt bijzondere Trophy-R is het niet meer dan een goeie uitvoering van een goede auto. Hij had tijdens een andere (eerdere) jaargang van onze TopGear SpeedWeek, en als ie voorzien was geweest van een handgeschakelde versnellingsbak, de grote verrassing van het jaar kunnen worden.

Het is de gezeglijke Renault die bestuurders van alle soorten en maten een sublieme rijervaring biedt, en als ik nog vijf minuten extra had gehad dan zou ik die doorbrengen in de dure, statige Mégane met z’n maffe uiterlijk: het ijkpunt in 2015 wat betreft voorwielaandrijving.

Mini John Cooper Works

Motor
1.998 cc
viercilinder turbo
231 pk @ 5.200 tpm
320 Nm @ 1.250 tpm

Aandrijving
voorwielen
6v automaat

Prestaties
0-100 km/u in 6,1 s
top 246 km/u

Verbruik (gemiddeld)
5,7 l/100 km
133 g/km CO2
D-label

Afmetingen
3.874 x 1.727 x 1.414 mm (l x b x h)
2.467 mm (wielbasis)
1.195 kg
44 l (benzine)
211 l (bagage)

Prijzen
NL € 39.995 (25%)
BE € 33.280
Renault Mégane RS 275 Trophy-R

Motor
1.998 cc
viercilinder turbo
273 pk @ 5.500 tpm
360 Nm @ 3.000 tpm

Aandrijving
voorwielen
6v handbak

Prestaties
0-100 km/u in 5,8 s
top 254 km/u

Verbruik (gemiddeld)
7,5 l/100 km
174 g/km CO2
E-label

Afmetingen
4.299 x 1.848 x 1.435 mm (l x b x h)
2.636 mm (wielbasis)
1.297 kg
60 l (benzine)
bagageruime n.b.

Prijzen
NL ca. € 55.000 (25%)
BE € 37.950

Reacties

Meer van TopGear