Waar BMW en Audi er alles aan doen hun modelnamen zo onoverzichtelijk mogelijk te maken, doet Mercedes het omgekeerde: de S-klasse Coupé heet geen CL meer, maar gewoon S-klasse Coupé. Dat is niet het enige goede nieuws.

Ach, natuurlijk zijn het altijd fantastische auto’s geweest, de tweedeurs versies van Mercedes’ vlaggen-slagschip, de S-klasse. Dat kon ook niet anders: zelfde techniek, maar dan in een sportievere, snellere jas. Zeker als je dan ook nog ging voor zo’n AMG-versie had je een absoluut wonder van snelheid, luxe en hyper-innovatieve techniek. Misschien nog wel beter dan een ‘gewone’ S-klasse AMG: het nut van 600 pk in een directielimousine is ons altijd een beetje ontgaan, tenzij de man op de achterbank er nu eenmaal op staat dat hij zijn ontbijt kwijt is voordat hij naar zijn lunch wordt gebracht.

Het probleem was altijd dat sommige auto’s een onweerstaanbare aantrekkingskracht hebben op, eh, bepaalde mensen. We willen niet al te veel generaliseren (dat bewaren we liever voor auto’s), maar we denken dat je begrijpt wat we bedoelen als we het gewoon ‘fout volk’ noemen. Nu waren de grote coupés van Mercedes ook altijd wel een tikje pompeus – alsof ze de ‘dress to impress’-code op hun geboortekaartje hadden aangegrepen om eens lekker los te gaan. Wat voor veel van hun latere eigenaren overigens nog lang niet ver genoeg ging; niet veel auto’s zijn zó ten prooi gevallen aan de lage lusten van tuners en andere ‘verfraaiers’ als de grote tweedeurs-Mercedessen.

We vermoeden dat juist die mensen weinig plezier aan de nieuwe S-klasse Coupé zullen beleven. Net als bij z’n grote limousinebroer heeft Mercedes het wat betreft design namelijk over een totaal andere boeg gegooid. Hoewel het contrast tussen de oude en de nieuwe S nog aanzienlijk groter is dan dat tussen de CL en de S Coupé, staat er een volkomen andere auto.

De S Coupé leunt veel minder op uiterlijk vertoon en veel meer op heldere lijnen en elegantie. Hij heeft de breed uitgeklopte wielkasten van zijn voorganger niet nodig om een lage, snelle en krachtige indruk te maken. De neus is laag en de grille breed, en al naar gelang de uitvoering voorzien van een rooster met of zonder glimmende puntjes. En profil ziet de Coupé er vooral slank en snel uit – de voor de huidige Mercedessen zo typerende twee lijnen die naar elkaar toe lopen, werken beter naarmate de auto langer is en bij de Coupé lijken ze zelfs nog wat lengte aan het ontwerp toe te voegen. De achterkant doet vanuit bepaalde hoeken wat denken aan die van de SLS, vooral door de bolling in de achterruit. Verder is ie strak – op het kale af. De smalle lichtunits worden door een chroomstrip met elkaar verbonden, wat ‘m nog weer breder en lager doet lijken. Het bescheiden, geïntegreerde spoilertje op de kofferbak, de uitlaten en diffusor: ze lijken vooral hun best te doen niet te veel op te vallen.


De S 63 AMG Coupé doet er weliswaar een schepje bovenop, maar ook weer met een terughoudendheid die je niet altijd van de jongens en meisjes uit de AMG-basis in Affalterbach gewend bent. De spoilerlip aan de voorkant is iets geprononceerder, maar de koelgaten aan weerszijden van de neus lijken zelfs iets kleiner dan die van de ‘gewone’ 500 Coupé. Onderlangs de flank loopt een skirt, die alleen opvalt als je besloten hebt hem in iets contrasterends als koolstofvezel te bestellen. De diffusor is met z’n dwarsribben iets duidelijker aanwezig en er zijn nu vier uitlaten, maar ook die zitten er meer functioneel te wezen dan dat ze pronken met hun stortkoker-eigenschappen. Oh, en voor de spotters onder jullie: die smalle luchtinlaten achter aan de zijkanten, die zitten er alleen bij de achterwielaangedreven versies.

Ook dat is nieuw: je kunt de AMG-versie van de S Coupé nu met achter- of met vierwielaandrijving krijgen. Het blijft natuurlijk een sportief apparaat, dus 67 procent van het vermogen gaat naar de achterwielen, maar de voorwielen doen dus wel gezellig mee, om het krankzinnige vermogen van 585 pk dat de V8 met behulp van zijn twee turbo’s produceert, maar zo goed mogelijk op het asfalt te krijgen. Dat het werkt, blijkt alleen al uit de acceleratiecijfers: de achterwielaangedreven S 63 doet er 4,2 seconden over om naar 100 km/u te kanonskogelen – een belachelijk cijfer als je je realiseert dat die extreem luxe huiskamer op wielen niet minder dan 2.070 kilo weegt. De 4Matic knabbelt daar door zijn betere tractie doodleuk nog 0,3 seconden van af: 3,9 seconden.

'Het gaat niet meer om een compromis tussen comfort en sportiviteit, maar om een haast perfecte synthese tussen de twee'

Nu hebben we eerder in grote AMG’s gereden en dat was niet altijd zo leuk als je op grond van de cijfers denkt. Imposant was het, zeker: je drukt het gaspedaal in en ergens steekt een storm op die je meesleurt en blijft beuken tot je je rechtervoet weer rust geeft. Het is een beetje als die hard-rockgitarist die een miljard noten in vierenhalve seconde weet te priegelen: heel indrukwekkend, maar ‘leuk’ is toch echt iets anders.

Voor ‘leuk’ of (nog beter) ‘opwindend’ heb je gevoel nodig, emotie, contact, communicatie – allemaal zaken die ontbraken. Daar zit hem de grootste winst van de S 63 AMG Coupé: hij weet je niet alleen te verbazen, hij doet het door je een kopstoot tegen je voorhoofd te verkopen. Of liever: tegen je achterhoofd, want dat wordt met zo’n kracht tegen de hoofdsteun gesmeten als je het gaspedaal vloert dat je er een hersenschudding aan over zou kunnen houden. Als je weer bij je positieven bent gekomen (en op de weg bent gebleven: applaus), merk je dat de besturing, die zojuist nog wat afstandelijk had geleken, er juist een dimensie heeft bijgekregen. Hij is niet superdirect, je hebt wat meer stuuruitslag nodig dan in de Alfa’s 4C van deze wereld, maar de bonus zit hem in de volstrekte rust en zekerheid die dat oplevert: dit is geen besturing die je het gevoel geeft dat je een gevecht met je auto levert, het is een high-precision scalpel waarmee je pijnlijk nauwkeurig de ideale lijn uit de bocht fileert.

Ongeveer hetzelfde geldt voor het onderstel. Het is in hoge mate dat van de S-klasse, al is het negen centimeter korter dan dat van de (korte versie van) de limousine. En, belangrijk: de twee- en vierwielaangedreven versies hebben elk hun eigen onderstel. De laatste heeft altijd luchtvering en een stevig aangepaste vooras (meer camber, een stijver subframe en een grotere stabilisator) om een dynamischer rijstijl mogelijk te maken.


De achterwielaandrijver heeft nog een primeurtje in huis. Net als bij de vierdeurs S kun je er Magic Body Control op krijgen, een optie die je wat ons betreft altijd moet nemen. Voor degenen die het gemist heeft: het is een systeem dat door middel van een stereocamera de weg vóór je scant en ziet of er bijvoorbeeld hobbels of verkeersdrempels aankomen. Het stelt de dempers dan al meteen zo in dat ze weten hoe ze moeten reageren als je ook echt over die hobbel rijdt. Effect: je voelt niet eens dat hij er is – je moet het meemaken om het te geloven, maar aan dat woord ‘Magic’ is werkelijk niets overdreven. Het is nu uitgebreid met een Curve Tilting-functie, wat er op neerkomt dat de camera ook bochten ‘leest’. Afhankelijk van je snelheid en de graad van de bocht stelt de S de dempers zo in dat ze in de bocht de auto laten ‘hangen’, zoals bijvoorbeeld een motorrijder een bocht neemt. Het is niet bedoeld om de bocht harder te nemen, maar om hem comfortabeler te maken. Waarom het niet op de 4Matic zit? Simpel: dat past niet. Daar staan de veerpoten schever, en dan is er geen ruimte meer.

Welke versie je ook neemt, de focus ligt op comfort. De echt korte, gemene hobbeltjes zullen je (zonder Magic Body Control) niet ontgaan, maar zo’n opmerking grenst aan muggenzifterij. Zeker omdat je met dermate veel vermogen onderweg bent dat een beetje stevigheid onontbeerlijk is. En omdat het weer zo heerlijk van karakter verandert als je besluit het gaspedaal eens op z’n sodemieter te geven. Dan groeit je bewondering voor de tweeslachtigheid van dit onderstel alleen maar. Het lijkt niet te doen, een onderstel maken dat net zo goed is in gelukzalig zweven als omgaan met de mogelijkheden die 585 pk nu eenmaal biedt, maar wat Mercedes geflikt heeft, is zo’n beetje het beste dat we tot nu toe hebben meegemaakt.

Het gaat niet meer om een compromis tussen comfort en sportiviteit, maar om een haast perfecte synthese tussen de twee. En het mooie is: zonder dat je daarvoor allerlei knoppen hoeft in te drukken. Het kán natuurlijk wel: zet het onderstel op Sport, activeer de Sportmodus en er gaan kleppen open waar andere juist sluiten, de S Coupé gromt als een chagrijnige leeuw die z’n vreten niet op tijd heeft gekregen en valt bochten aan alsof het half-debiele antiloopjes zijn die toch geen toekomst hadden.

Maar het hoeft niet. Laat zitten die knopjes, vloer het gaspedaal en vreet gewoon alles op dat in de weg zit. Of doe het niet. Geniet van de onwaarschijnlijke rust en stilte (Mercedes claimt door de aerodynamica en isolatie de stilste coupé ter wereld te hebben), en zoef door de wereld terwijl de automatische zevenbak de motor nooit boven de 2.000 toeren laat komen. Laat het fenomenale, 1.540 watt sterke Burmester-audiosysteem met 24 speakers z’n onnavolgbare werk doen, terwijl je geniet van de griezelige perfectie van het interieur, en de hot stone massage die de laatste restjes stress uit je rug wrijft. Dat heerlijke gevoel van alles kunnen, maar niets moeten – ook dat is een S Coupé AMG. Altijd vakantie? Word rijk en koop zo’n ding.


Mercedes S 63 AMG 4Matic Coupé



17/20



Motor

5.461 cc

V8 biturbo

585 pk / 900 Nm



Aandrijving

vierwiel

7v automaat



Prestaties

0-100 in 3,9 s

top 250 km/u (begrensd)



Verbruik/milieu

10,3 l/100 km

242 g/km CO2



Afmetingen

5.044 x 1.913 x 1.422 mm (l x b x h)

2.945 mm (wielbasis)

2.070 kg



80 l (benzine)

400 l (bagage)



Prijzen

NL € 210.400 (25%)

BE n.n.b.



Het vonnis

Mooi, ultiem comfort, gillende prestaties, sublieme afwerking: je vindt het terug in de S-klasse limo maar wellicht nog meer in de Coupé: hoe veel meer auto heb je nodig? Kies ‘m wel in de juiste kleur zodat het allemaal niet te ordinair wordt

Reacties