We schotelden je al eerder een paar vernachelde Defenders voor, en hier hebben we er weer een. Hoewel, zo fout is ie nou ook weer niet. Deze Defender is aangepakt door een club genaamd Kahn, en ziet er eigenlijk best lekker uit.

Eerlijk gezegd weten we niet wat we van getunede Defenders moeten denken. Een gepimpte Range Rover Sport is nog te begrijpen. Maar een opgedofte Defender? Dat is net zoiets als de chihuahua uit je handtas halen er een jachthond voor in de plaats proppen. Gezien de grootte van damestassen zou het kunnen passen, maar noch glamourgirl, noch hond, noch tas zullen er vrolijk van worden.

Waarom hebben we eigenlijk een zwak voor de Defender? Dat komt doordat ie eigenlijk nooit verandert, of je ‘m nu Barbie-roze spuit of er een camouflageprintje op kleddert. Hij is lawaaiig, oncomfortabel, praktisch tot op het bot en als je erin zit voel je je als een hoopje rivierzand in de zeef van een goudzoeker.

Dit keer rijden we de interpretatie van Kahn. Het voelt vertrouwd: de 2,2-liter diesel is rauw als altijd, en de automaat lachwekkend. Op hogere snelheden schakelt hij vaker op en neer dan een politicus tijdens een parlementaire enquête. In elke andere auto zou dit onacceptabel zijn, maar in de Defender is het een deel van de charme.

Op de starre assen danst de carrosserie lekker op en neer. De dreunen die dat oplevert, worden nog eens versterkt door de superstrakke racekuipjes die Kahn erin zette. Grappig is dat alle inzittenden dezelfde stoel hebben. We kunnen ons trouwens niet heugen dat we ooit beter zaten achter het stuur van een Defender. Daarover gesproken: dat stuur, een driespaaks chromen hoepeltje dat uit een speedboot is getrokken, pakt lekker vast, maar is niet best om de rechtuit-stand van de wielen te vinden. Nu is dat in een Defender sowieso al een uitdaging, maar goed.

De afwerking en pasvorm is uit de kunst, heus waar. Elk paneeltje en stiknaadje is perfect, en die laatste zitten overal, zoals op de kniebeschermers voor de achterpassagiers. Even los van het stuur is dat huwelijk tussen een Defender-interieur en Harris Tweed zeer gelukkig. Het ziet er mooi uit en geeft een gevoel van luxe zonder het te overdrijven.

Ook aan de buitenkant is het een en ander gedaan en dat pakte eveneens prima uit. Wielen, banden en uitlaat zijn ingewisseld voor stoerdere exemplaren, de carrosserie werd uitgebouwd met fraaie zijpanelen. Ze doen het indrukwekkende voorkomen van de Defender goed. Op die grille hebben we ook niets aan te merken.

Als we een persoon moesten casten voor een Kahn-commercial zouden we eerder Yvon Jaspers dan Yolanthe Cabau achter het stuur zetten: leuk om te zien, zonder dat de ‘poten-in-de-klei’-uitstraling helemaal verloren is gegaan. Wij zouden er in elk geval intrappen.


Land Rover Defender 90 door Kahn



14/20



Motor

2.198 cc

viercilinder turbo

122 pk / 360 Nm



Aandrijving

4x4 (permanent)

automaat



Prestaties

0-100 in 13,0 s

top 145 km/u



Verbruik/milieu

11,0 l/100 km

266 g/km CO2, G-label



Afmetingen

3.894 x 1.790 x 2.021 mm (L x B x H)

2.360 mm (wielbasis)

1.696 kg



60 l (diesel)

n.b. (bagage)



Prijzen

NL n.b. (25%)

BE n.b.



Het vonnis

Ruigheid, stijl en een hoge prijs blijken goed te combineren. Als Britten een G-klasse zouden maken, zou ie er ongeveer zo uitzien. Geheel overbodig dus

Reacties