Van alle modellen die Lancia dit jaar introduceert, is de Ypsilon als enige geen verkapte Chrysler. Zijn de Italianen hun trucje nog niet verleerd?
 
Met ‘hun trucje’ bedoelen we natuurlijk het maken van een vlotte, guitige stadsauto, waarmee je in de tweede versnelling met een grijns van oor tot oor tussen de scooters door kunt slalommen. Dat is het karakter dat de Fiat 500 en de Panda tot zulke onbetwiste topkarretjes maakt; ook al zijn ze niet krachtig of snel, ze prikkelen je toch om ze bij hun lurven te pakken en ruw over het asfalt te smijten. Daarmee maken ze elk flauw boodschappenritje tot een klein feest. Vraag maar aan James May, die inmiddels een aantal jaar naar volle tevredenheid met zijn Panda 1.2 door Londen tuft.
 
De Lancia Ypsilon is al sinds 1985 de luxe tegenhanger van deze autootjes. Je ziet ‘m bij ons niet veel, maar zet één stap over de Italiaanse grens en de bruine en donkerpaarse alcantara-bommetjes vliegen je om de oren. Elk jaar zijn tussen de 25 en 30 procent van alle nieuw in Italië verkochte driedeurs kleintjes Ypsilons. Het is de Romeinse Polo.
 
Nu heeft Lancia, dat ook de zware taak wacht om de wereld wijs te maken dat een Chrysler Voyager met hun logo erop ineens ‘Italiaanse klasse’ belichaamt, voor zichzelf een nieuwe uitdaging bedacht. Bijna driekwart van de in de rest van Europa verkochte auto’s in het b-segment heeft vijf deuren, dus dat zou best eens de reden kunnen zijn dat de Ypsilon buiten eigen land altijd wat minder goed verkocht. Denkt Lancia.
 
Wij zeggen: de meeste mensen zitten er gewoon niet op te wachten. De Ypsilon neemt zichzelf sinds jaar en dag nogal serieus, met z’n espressokleuren en chique velgen, en aan onze kant van het continent is dat niet echt wat men zoekt in deze klasse. Italiaanse Vespa-meisjes met dure handtasjes, zelfs mediterrane metromannen met vet haar, enorme zonnebrillen en witte puntschoenen kunnen zich er nog wel in vertonen, maar wij? Hier? Wij kiezen liever een grijze muis, of als het dan toch speciaal mag zijn, een vrolijke 500 (die trouwens ook maar drie deuren heeft).
 
Gaat de nieuwe Ypsilon ons op andere gedachten brengen? Nou, kijk eens naar de foto’s en doe een gok. Het is een regelrechte doorontwikkeling van het vorige model, maar dan inderdaad met vijf deuren. Toch menen de Italianen de goede insteek te pakken te hebben. Luxury is a right, luidt de reclameslogan van de nieuwe Ypsilon. Ofwel: ook in een goedkope auto moet je je verwend kunnen voelen. Aan die trend doen steeds meer merken mee, maar als er iemand interieurs kan maken waarin je je de koning te rijk voelt, dan is het Lancia. Dat schept verwachtingen.
 
Luxe en stijl zijn dan ook de toverwoorden bij de Ypsilon. Het interieur kun je desgewenst aankleden met mooi leer in vele roomzachte en wijnkleurige tinten. Het ziet er verzorgd uit, alles steekt voor deze klasse netjes in elkaar en wekt de indruk dat dat de komende kilometers ook wel zo zal blijven. Dankzij zaken als de, jawel, geluidsabsorberende hemel dringt er niet veel lawaai het interieur binnen. Het nieuw ontwikkelde onderstel is vergevingsgezind en trakteert je, zelfs op de pokdalige straten van Turijn waar we de auto rijden, niet op al te harde klappen. Dit is mede te danken aan de negen centimeter langere wielbasis ten opzichte van de 500 en Panda, waarmee de Ypsilon het platform deelt. Achterin is de beenruimte dan ook in orde, maar mensen langer dan 1,80 meter zullen wel hun hoofd moeten intrekken.
 
‘Het woord ‘sportiviteit’ neemt Lancia geen moment in de mond wanneer het op hun huidige modellen aankomt’
 
De rest van Europa krijgt ook nog een prettig MultiJet-dieseltje, maar de kleine Lancia komt slechts met twee benzinemotoren naar Nederland: een 1.2 Bi-Fuel met ingebouwde lpg-tank, en een uitvoering met de 0,9-liter TwinAir-motor, die door TopGear werd verkozen tot Motor van het Jaar 2010. Beide zijn nagenoeg even duur en schoon genoeg om (voorlopig) belastingvrij te zijn, dus de sterkere en modernere TwinAir moet je hebben.
 
Het tweecilinder turboblokje bromt als een koffiemolen en de toerenteller tikt nogal snel het rood aan, wat veel gewenning vraagt in een auto waarin je een hitsig schreeuwmotortje verwacht. Maar hij is wel vlot, zuinig en nagenoeg een even goed gespreksonderwerp als een Smurf onder je motorkap. Groot minpunt: met de koppeling ingetrapt weigert het blok meer dan 3.000 toeren te maken. Bij vlot optrekken schurk je daar met zo’n kleine motor al snel tegenaan, dus als je de koppeling dan laat opkomen en de begrenzer zich terugtrekt, schieten de toeren ineens omhoog omdat je ongemerkt te veel gas geeft. Best storend en bovendien vrij nutteloos.
 
Sturen in de Ypsilon gaat licht en niet met bijzonder veel gevoel, wat goed past bij de comfortabele onderstelafstemming. Van een zware neus of overmatig overhellen heeft ie geen last, mede doordat Lancia het gewicht van de auto onder de kiloton heeft weten te houden. Toch hebben we leukere Italiaanse kleintjes gereden. Dat komt ook door de eco-banden die Lancia onder alle uitvoeringen monteert. Je weet wat dat betekent: lekker onderstuurd rechtdoor schuiven op rotondes zodra je de vaart er een beetje in hebt zitten. Niet leuk of spannend, maar wel zuinig.
 
Het woord ‘sportiviteit’ neemt Lancia sowieso geen moment in de mond wanneer het op hun huidige modellen aankomt; mensen die dat zoeken, zullen naar de Alfa Romeo- of Abarth-dealer moeten uitwijken. Ben je dus een van de weinigen die nog steeds wachten op de terugkeer van een ruige Delta Integrale of iets in die geest, stop dan maar met hopen, want dit merk is een totaal andere richting op aan het gaan. Dat terzijde.
 
De nieuwe Ypsilon doet wat ie belooft: hij biedt veel luxe in een kleine verpakking. Je kunt hem weer in de meest stijlvolle bicolore kleurencombinaties bestellen, met een weelderig interieur en met echte volwassen duurdoenerij als xenon-koplampen, een groot zonnedak, Magic Parking (automatisch inparkeren) en een zogenoemde 360-graden stereo van 500 Watt. De grote vraag is: ben je bereid om diep in de buidel te tasten voor deze verwennerij, zonder dat je er een stevige portie sportiviteit bij krijgt?
 
Lancia zegt dat deze auto meer mannen en jonge gezinnen zal trekken dan z’n voorgangers. Wanneer ze een met Swarovski-kristallen ingelegde contactsleutel op de optielijst zetten, denken wij dat ze zelf ook wel beter weten. Aangezien we geen vrouw, twintig jaar of Gucci-geil zijn, zouden we voor het geld altijd een leuk aangeklede Punto nemen. Of als het dan toch wat meer mag kosten, die ene 14-procents-MiTo. Ook Italiaans, ook stijlvol, maar daarmee kun je nog eens een paar extra rondjes om de rotonde maken.
 
 

Specificaties: 0.9 TwinAir 85 pk Gold


 

Leuk 

Veel Italiaanse stijl

 

Niet leuk 

Niet zo veel Italiaans temperament

 

TopGear-vonnis

De Maybach onder de stadsmini’s, maar wij neigen toch wat meer naar een Bentley Supersports

 

Prestaties  

0-100 km/u 11,9 sec., top 176 km/u, 4,2 l/100 km

 

Techniek  

875 cc tweecilinder turbo, voorwielaandrijving, 85 pk, 145 Nm, 975 kg, 99 g/km CO2

 

Doen!   

Bicolore-lak en 16-inch velgen

 

Niet doen   

Denken dat je stoer bent

 

Prijs NL € 15.000

Prijs BE € 12.742

Reacties