Ford heeft de Mustang Shelby GT500 grondig verbeterd. Op z’n Amerikaans – met meer pk-geweld – maar ook qua weggedrag. Huh?
 
Reis je een beetje de wereld rond, dan kom je vroeg of laat met andere culturen in aanraking. Dat merk je bijvoorbeeld aan de tijd waarop mensen naar hun werk gaan, of wanneer je in een restaurant plots een buideldier krijgt voorgeschoteld. Bedelende kinderen zonder schoenen en marktkooplui die je veertien kamelen in ruil voor je vriendin aanbieden, zijn meestal ook een teken dat je je niet al te dicht bij huis bevindt.
 
Ook al kennen we dat soort situaties thuis niet, er vallen hier de laatste tijd wel aardig wat veranderingen te bespeuren. Tot voor kort zaten we nog ’s avonds met onze kanten kraagjes aan de hutspot. We keken vreemd op van hamburgerverorberende huismoeders die niet meer door hun eigen voordeur pasten. Maar dat is het mooie van culturen: ze mengen met elkaar, en er is geen cultuur die wij zo gretig opslokken als de Amerikaanse. Als we de Nederlandse televisie mogen geloven, stikt het in ons land inmiddels van de rappende tienermoeders, moordende schoolkinderen met overgewicht en speeddatende boerenpummels genaamd Joel.
 
Filerijden doen we nu nog in donkerblauwe Volkswagens en Renaults met b-labels, maar wie weet waar we over een paar jaar zijn? Het zou zomaar kunnen dat we benzinestations gaan kapen om lagere accijnzen af te dwingen. Dat we massaal in veel te grote pick-ups gaan rijden, en eropuit gaan om onze eigen biefstuk te schieten. We zullen ons tegoed doen aan illegaal gestookte whisky, terwijl een meisje met een cowboyhoed en een Daisy Duke-broekje banjomuziek speelt.
 
Vind je dit een bespottelijk idee? Dan zul je minstens zo vreemd opkijken wanneer je de Ford Mustang Shelby GT500 op onze wegen tegenkomt. Hij is hier even goed op zijn plek als The Prodigy in de achtertuin van James May. Flitspalen slaan spontaan op tilt door zijn bulderende uitlaten. Opel Corsa’s vliegen van schrik de vangrail in wanneer zijn enorme grille hun spiegels vult.
 
Als je alle kwaliteiten die men tegenwoordig in een auto zoekt op een rij zet – efficiënte en geavanceerde technologie, waardige afwerking, praktische bruikbaarheid – en dan al schreeuwend dat lijstje aan flarden scheurt en de snippers schuimbekkend verslindt, dan krijg je een idee van de gekte die Shelby GT500 heet. Dit supercharged Ford-paradepaardje heeft tegenwoordig 547 pk. Dat staat gelijk aan acht Fiatjes 500; en als je het zo bekijkt, is deze Mustang behoorlijk zuinig. Elke 100 kilometer tikten we slechts 18 liter benzine weg.

‘De deurpanelen zijn gemaakt van oude kliko’s. Maar met een nieuwprijs in de VS van 35.000 euro mogen ze wat ons betreft van crêpepapier zijn’

 
Accelereren is de kunst van de Shelby; een explosieve, schrikbarende ervaring. Op papier gaat hij van 0 naar 100 in ongeveer 4,5 seconden – en jij van kalmte naar doodsangst in de helft daarvan. Je geeft gas en laat bruusk de koppeling opkomen, het hele dashboard flikkert rode signalen wanneer de achterwielen doorslaan. Snel sjor je aan de biljartbal-pook van de kort schakelende zesbak. De naald van de toerenteller klimt, en de supercharger zet het op een gieren. Je versnelt onmogelijk hard, terwijl je merkt dat de hele auto van de brute kracht begint te sidderen. Een piepje geeft aan dat je op moet schakelen – je hebt zelf nauwelijks tijd om daarop te letten – en, help, het geweld begint opnieuw. Als je het aandurft, briest de GT500 door tot een topsnelheid van 286 km/u.
 
Het is niet te vergelijken met een Europese sportauto, die zijn klappen nauwkeurig en met kalfsleren handschoenen uitdeelt. Dit zijn snoeiharde mokerslagen. Toch is zelfs dit beest een product van gemengde culturen, al zou je dat bij een Amerikaans boegbeeld als de Mustang niet verwachten. Ford weet echter dat men zelfs in de VS tegenwoordig geen genoegen meer neemt met vage besturing en matig weggedrag. Ze hebben daar te vaak in BMW’s en ander Euro-spul gereden om dat nog te accepteren. Fords SVT (Special Vehicle Team) ging er daarom eens extra goed voor zitten, en het resultaat spreekt voor zich. De vorige Mustang was een lompe boot. Dit is een lompe boot die zich verrassend aardig laat besturen.
 
Het is de meest opvallende troef van de GT500, omdat je niet verwacht dat een ongegeneerde retro-musclecar zo direct op je stuurbewegingen reageert. Debet daaraan zijn ook de enorme 19 inch velgen met brede Goodyear Eagle F1’s. Van een dood punt in het stuur is geen sprake, en in bochten houdt de Shelby uit alle macht vast aan zijn koers. Tot je over een dwarsrichel dendert, want dan stuitert zijn kont vrolijk opzij dankzij de ouderwetse starre achteras. Vreemd, zo’n combinatie, maar het was een bewuste keuze van Ford om die as te behouden. Uit onderzoek blijkt namelijk dat Mustang-klanten vooral stoplichtsprintjes willen trekken, en daarvoor bestaat geen beter gereedschap.
 
De Europese verfijning is ook doorgedrongen tot het interieur, meent Ford. Toegegeven, het ziet er allemaal een stuk netter uit dan voorheen, maar de deurpanelen zijn nog altijd gemaakt van oude kliko’s. Niet dat we daarover zeuren: met een nieuwprijs van nog geen 35.000 euro mogen ze wat ons betreft van crêpepapier zijn. Ja, zo belachelijk goedkoop is deze imposante quasi-supercar althans in zijn thuisland. Je zou er depressief van worden, dus laten we het er niet langer over hebben.
 
Veelzijdig is de Shelby ook. In een Porsche of Ferrari móét je over de snelweg jagen, constant terugschakelen en inhalen met foute snelheden. Dat maakt zo’n auto in je los, daar nodigt hij toe uit. Met de Shelby doe je dat drie keer, waarna je net zo lief met 120 voort tokkelt met een muziekje op de achtergrond. Naast een dodelijk projectiel is deze auto ook een cruiser, zoals alleen de Amerikanen die kunnen maken. Zonder enigszins vermoeid te raken kun je er zo honderden kilometers mee afleggen. Ware het niet dat je na een halfuur stil zult vallen omdat de tank slechts 60 liter groot is.
 
We snappen het niet meer. De Mustang Shelby GT500 is de belichaming van Amerikaanse uitzinnigheid, en toch ook weer niet. Het is geen waardeloos sturend slagschip meer, maar een sportauto is het ook niet. Wat het dan wel is? We hebben geen idee. Hij is net zo vreemd als George Bush in een knalgroene boxershort, of Dolly Parton die gazpacho bestelt. Deze auto is één groot brok verwarring, onbegrijpelijk en idioot. Alleen compleet losgeslagen mensen, wars van enige ratio en blind voor veel betere alternatieven, zouden ooit kunnen overwegen om hierin te gaan rijden.
 
We willen er een.

Reacties

Meer van TopGear