Weet Citroën zich definitief naar een hoger plan te tillen met de nieuwe DS4? We zullen het even voor je uitzoeken.
 
Toen we een paar jaar geleden hoorden dat Citroën de DS wilde doen herleven, hadden we op z’n zachtst gezegd onze twijfels. Een model dat zo legendarisch is, dat zo veel betekend heeft voor ‘de auto’ zoals we die nu kennen, breng je niet zomaar even terug in je modellengamma. Toen de Fransen eerder een auto bouwden als knipoog naar een van hun iconen – we doelen op de eerste C3 en de 2CV – werd het een slap aftreksel. Een klassieker uit z’n graf takelen en opnieuw uitvinden, zoals Mini en Fiat succesvol deden, is geen sinecure.
 
Gelukkig had Citroën een origineel plan: er kwam helemaal geen moderne DS. In plaats daarvan werd de naam ingezet voor een reeks premium auto’s die niet teruggreep naar vroeger, maar juist vernieuwde met frisse en unieke stijlelementen. De rest is geschiedenis. De DS3 kwam en won onze harten, wat ‘m de titel TopGear Auto van het Jaar 2010 opleverde. De DS5, een ruime berline op basis van de C5, werd onthuld in Shanghai. En in 2010 toonden de Fransen voor het eerst hun super-de-luxe c-segmentauto, de DS4.
 
Daarin waren we aanvankelijk wat teleurgesteld. We vonden de auto meer weg hebben van een subtiel versleutelde C4 – wat ie natuurlijk ook is – dan van een op zichzelf staand, exclusief model, zoals de DS3 dat zo mooi klaarspeelt. De visuele impact, de verbazing over wat er hier nu weer aan komt rijden, dat misten we een beetje. Jammer, een gemiste kans, was onze vrij vroeg getrokken conclusie.
 
Nu we de DS4 wat langer van dichtbij kunnen bestuderen, verandert onze kijk op de auto wel een beetje. Nee, hij heeft inderdaad bij lange na niet zo’n bijzonder voorkomen als de DS3. Het is het zoveelste model dat de looks van een coupé met het praktische aspect van een hatchback en de hoge zit van een SUV probeert te combineren, om uiteindelijk bij een compromis uit de komen dat eigenlijk nergens op lijkt.
 
Maar het moet gezegd: hij zit vol met schitterende details, zoals de hoge taillelijn die de raampartij wat slanker doet ogen, en de welvingen in de achterspatborden die uitmonden in kleine uitstulpingen in de achterlichten. De ver in het dak doorlopende voorruit is inmiddels een typisch Citroën-trekje dat ook de DS4 niet misstaat. Op deze Sport Chic-uitvoering zien we een stel optionele 19 inch velgen met een fijntjes geribbeld oppervlak. De Citroën-logo’s op de wielnaven worden omringd door een chromen randje, waarin je als je goed kijkt het patroon van de double chevron kunt terugvinden. Formidabel.
 
De ontwerpers beweren dat ze bij het tekenen van de DS4 niet voor ‘banale schoonheid’ gingen, maar voor uitgesproken karakter en een eigen stijl. Wat ze hiermee bedoelen, wordt ons pas echt goed duidelijk wanneer we in het interieur plaatsnemen.
 
Allemachtig, wat een prachtplek om je kilometers te maken. Nu zitten we wel in de topuitvoering, compleet met prachtig handgestikt leer op het dashboard en de deuren, maar toch; het toont aan waartoe ze bij dit merk in staat zijn wanneer ze hun best doen. Citroën kijkt tegenwoordig extra streng naar de kwaliteit en duurzaamheid van haar auto’s, en dat is te merken. Werkelijk alles wat je aanraakt lijkt met de grootste zorg te zijn samengesteld. We ruiken zelfs de typische zweem die je bijvoorbeeld ook in Audi’s terugvindt: een mix van soepel, fijn leer en kwaliteitsmaterialen. Sacre bleu, dat hadden we een paar jaar geleden niet verwacht.
 
Dan hebben we het nog niet eens gehad over de leren stoelen met massagefunctie. Voorzien van een patroon dat op een geschakelde polsband van een peperdure Breitling niet zou misstaan, is dit het mooiste meubilair dat we in tijden in een auto hebben gezien. Wat ons betreft heb je geen smaak als je er de meerprijs van 2.250 euro niet voor over hebt. Dat leren dashboard, parkeersensoren, een elektrische bestuurdersstoel en stoelverwarming krijg je er dan ook nog bij; geen geld toch? Een andere optie is een set sportstoelen, die zeker prettig zitten maar lang niet zo prachtig ogen.
 
Toevend in de DS4 doen we een keur aan verschillende indrukken op. Het is er knus, door het kleurgebruik en de lage daklijn, en tegelijkertijd ruimtelijk, door die malle voorruit die bijna tot aan je kruin reikt. Wanneer de zon hoog staat en je even geen zin hebt in een gekookt voorhoofd, kun je overigens een deel van de hemel naar voren schuiven zodat je een ‘normale’ voorruit overhoudt. Leuk van Citroën dat ze een nieuw probleem bedachten, en meteen ook een oplossing erbij.
 
‘De DS4 worstelt zich los uit de grijze drab van de middenklasse, met onderscheidende details en een interieur om een moord voor te doen’
 
Over problemen gesproken: er is er ook eentje waarvoor geen uitkomst werd gevonden. In plaats van opnieuw achter de tekentafel te gaan zitten, hebben de designers het maar gewoon zo gelaten, zo lijkt het. ‘C’est comme ça, wij gaan koffie drinken.’
 
We zullen er niet verder omheen draaien: de DS4 is een vijfdeurs vijfzitter, maar de ramen in de achterportieren kunnen niet open. Ook niet een beetje, op een kiertje of zo. Nee, ze zitten vast in de deuren, die in een soort puntige vorm naar achteren lopen. Daardoor is er simpelweg geen ruimte om de ruit te laten zakken. Een erg extreem voorbeeld van vorm boven functie verheffen, en wat ons betreft een stommiteit.
 
Hadden ze de ruit in tweeën gedeeld, dan kon het voorste gedeelte in ieder geval ten dele open, lijkt ons. Sowieso zijn die achterdeuren behoorlijk onhandig, want je bent verzekerd van een stomp tegen je borstbeen – of, als je een kind bent, in je gezicht – wanneer je ze voor het eerst opent en in probeert te stappen. De hele chromen raamlijst en de ‘hoek’ achter de deurgreep komen mee, waardoor de deur een stuk langer is dan je denkt. Wederom vreemd en nogal onnodig. Maar hé, laten we eens schappelijk zijn: ook dit soort dingen geeft een auto karakter. Toch?
 
Volgens de laatste mode is elke DS4 geheel aan te passen aan de smaak van de koper, maar omdat ellenlange optielijsten vervelend zijn, biedt Citroën verschillende ‘packs’ aan. Zo zijn er het Pack Auto, waarbij alles (airco, lichten, ruitenwissers, dimmende binnenspiegel) automatisch gaat, en het Pack Détection, waarbij je onder andere parkeersensoren en dodehoekdetectie krijgt. Er zijn flink wat stijlvolle metallic-carrosseriekleuren, een Dark Chrome-editie en velgen in vier maten verkrijgbaar, plus allerlei two-tone interieuruitvoeringen. Met een beetje creativiteit kun je je chique Citroën dus toch nog net even wat opvallender uit de hoek laten komen.
 
Niet alles bij de DS4 draait om het uiterlijk; net als de DS3 is ie ook wat steviger afgesteld dan de modellijnen die met een C beginnen. Zo filterde Citroën een goede 10 procent aan veerweg uit het onderstel, monteerden ze een 25 procent dikkere anti-rollbar en werd de besturing zwaarder en communicatiever gemaakt. Dit alles heeft een duidelijk minder relaxed weggedrag tot gevolg. Waar de C4 vrij zachtaardig en vriendelijk is, is de DS4 in alles wat stugger en strakker. Toch zouden we ‘m niet direct sportief willen noemen. Dat heeft te maken met de zithouding (vrij rechtop met de pedalen meer onder dan voor je), de stoelen met zachte wangen (ook bij de sportexemplaren), en de versnellingsbak, die licht en wat vaag schakelt. Maar vooral ook met het rustige luxegevoel dat de auto je over het algemeen geeft. Hij nodigt simpelweg niet uit tot flink doorrijden, en die eigenschap is dan wel weer erg Frans te noemen.
 
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je er niet hard mee kúnt rijden. Onze DS4 heeft de 200 pk sterke 1.6 THP-motor aan boord – precies hetzelfde blok als Peugeot in de RCZ gebruikt – en daarmee komt ie vanzelfsprekend goed vooruit. De motor is alert en maakt van de DS4 een lichtvoetig karretje. Al bij weinig toeren brengt hij een hitsig geronk voort, als een dier dat zijn paringsdrift niet kan onderdrukken. Het zal voor sommigen een beetje te veel van het goede zijn, maar wij kunnen er wel om lachen. Het is namelijk een nepgeluidje dat wordt geproduceerd door het zogenaamde Sound System, een trillend membraan in het inlaattraject. Buiten hoor je er niets van, dus je kunt gerust ‘s avonds laat na het squashen op je oprit parkeren zonder je vrouw en kinderen uit hun bed te tetteren. De inzittenden wanen zich echter in een gretig pk-monster. Geinig.
 
Is de DS4 alles wat we ervan verwachtten? Nee, niet helemaal, maar de kleine DS3 heeft de lat bij ons dan ook wel erg hoog gelegd. Niet echt eerlijk, dus, om z’n grote broer daarop af te rekenen. Als we de boel eens nuchter bekijken, dan staat er voor ons een stijlvol apparaat met een rits heerlijke motoren – mits je de verschrikkelijke egs-automaat (standaard op de 1.6 THP met 155 pk) weet te mijden. Dan staat er een middenklasser waarmee Citroën zich los worstelt uit de grijze drab, met een hoop onderscheidende details, een interieur om een moord voor te doen en rijeigenschappen waarmee ook vlottere rijders tevreden zullen zijn.
 
En waarin geen enkel kind op de achterbank met de elektrische ramen zal kunnen klooien. Een auto, kortom, die op een geheel eigen manier bijzonder is; en daar gaat het bij de DS-lijn uiteindelijk om.
 
 

Specificaties: THP 200 Sport Chic


 

Leuk 

Veel aandacht voor detail en kwaliteit

 

Niet leuk 

De achterramen kunnen niet open

 

TopGear-vonnis

Minder radicaal dan we hoopten, maar desondanks een mooi ding met een eigen stijl. Helemaal Citroën

 

Prestaties  

0-100 km/u in 7,9 sec., top 235 km/u, 6,4 l/100 km

 

Techniek  

1.598 cc viercilinder turbo, voorwielaandrijving, 200 pk, 275 Nm, 1.291 kg, 149 g/km CO2

 

Doen!   

Bruin! En die schitterende stoelen

 

Niet doen   

Te kleine velgen

 

Prijs NL € 31.750

Prijs BE n.n.b.

Reacties